Vragen van het lid Fritsma (PVV) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
over de gevolgen van de uitspraak van het Hof van Justitie van de EU in de zaak Chavez-Vilchez
(ingezonden 25 mei 2018).
Antwoord van Staatssecretaris Harbers (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 6 juli 2018).
Vraag 1
Hoeveel vreemdelingen hebben een verblijfsvergunning gekregen op grond van het Chavez-Vilchez
arrest?
Antwoord 1
Sedert de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie op 10 mei 2017 in
de zaak Chavez-Vilchez e.a. is in 1.9301 gevallen verblijf toegekend op grond van het arrest.2
Vraag 2, 3
Hoeveel van deze vreemdelingen verbleven illegaal in Nederland ten tijde van de aanvraag
voor deze verblijfsvergunning?
Hoeveel van deze vreemdelingen hebben eerder verblijfsprocedures doorlopen en wat
is de aard en de hoeveelheid van deze procedures?
Antwoord 2, 3
Ongeveer 70% van de 1.930 vreemdelingen aan wie verblijf is toegekend op grond van
dit arrest hebben daarvoor gemiddeld 2 verblijfsrechtelijke procedures doorlopen.
Ongeveer 85% van deze verblijfsrechtelijke procedures betrof een reguliere procedure.
De overige verblijfsrechtelijke procedures waren asielgerelateerd.
Het betreft ouders van Nederlandse kinderen, dus men kan bijvoorbeeld eerder verblijf
bij het in Nederland verblijvende kind hebben aangevraagd of verblijf bij de in Nederland
verblijvende echtgeno(o)t(e) of partner.
In een veel kleiner deel van de gevallen was het beroep op het arrest het eerste contact
met de IND. Deze eerste contacten betroffen ook aanspraken op verblijf van ouders
die nog in het buitenland verbleven, doorgaans met het Nederlandse kind.
Uit het geautomatiseerde systeem van de IND valt niet op dossierniveau af te leiden
of een ouder illegaal in Nederland verbleef op het moment van de aanvraag.
Vraag 4
Wat zijn de vijf meest voorkomende nationaliteiten van de ontvangers van genoemde
verblijfsvergunning?
Antwoord 4
De vijf meest voorkomende nationaliteiten zijn Marokkaans, Surinaams, Turks, Nigeriaans
en Ghanees.
Vraag 5
In hoeveel gevallen is sinds het verschijnen van dit arrest een verblijfsaanvraag,
van een vreemdeling die hier een kind heeft, afgewezen?
Antwoord 5
Tussen 1 mei 2017 en 1 juni 2018 is de aanvraag in 90 gevallen afgewezen.
Vraag 6
Bent u bereid zich tegen de EU-regels te verzetten die het in Nederland op de wereld
zetten van een kind belonen met een verblijfsvergunning? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ingevolge het Nederlandse nationaliteitsrecht volstaat enkel het geboren worden in
Nederland niet om de Nederlandse nationaliteit te verkrijgen. De geboorte van een
kind in Nederland levert de ouder evenmin – al dan niet op basis van EU-regels een
verblijfsrecht op.3 Er is dus geen sprake van nationale of EU-regels die het in Nederland op de wereld
zetten van een kind belonen met een verblijfsvergunning.
Vóór het arrest Chavez-Vilchez, heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie in
een aantal arresten4 al geoordeeld dat ouders uit derde landen van een kind dat in bezit is van de nationaliteit
van een lidstaat van de Europese Unie een aan hun kinderen afgeleid verblijfsrecht
in Europese Unie kunnen ontlenen.
Voor zover deze arresten betrekking hebben op Nederlandse kinderen, ontlenen deze
kinderen hun Nederlanderschap aan het feit dat zij ook een Nederlandse ouder hebben.
Derdelanders kunnen zich in Nederland (en de rest van de EU) rechtstreeks op deze
jurisprudentie van het Hof beroepen.
Voor zover uw vraag zich richt op mijn standpunt ten aanzien van dit arrest verwijs
ik u naar mijn brief van 14 juli 2017 aan uw Kamer waarin ik heb aangegeven dat ik
door dit arrest genoodzaakt was het beleid aan te passen.
X Noot
1Inclusief de inwilligingen in bezwaar.
X Noot
2Het betreft de periode van 1 mei 2017 tot 1 juni 2018. De cijfers betreffen namelijk
ook gevallen waarin een beroep was gedaan op het arrest Ruiz Zambrano van 8 maart
2011 (C-34/0) en Dereci e.a. van 15 november 2011 (C-256/11), die in afwachting van
het arrest Chavez waren aangehouden.
X Noot
3Geboorte op Nederlands grondgebied leidt alleen tot Nederlanderschap als het kind
wordt geboren uit een niet-Nederlandse ouder van wie de niet-Nederlandse ouder of
ouders ten tijde van zijn/haar geboorte gevestigd was of waren in Nederland.
X Noot
4O.a. Ruiz Zambrano van 8 maart 2011 (C-34/0) en Dereci e.a. van 15 november 2011 (C-256/11).