Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Financiën over het bericht «Rijke huurder krijgt geld terug» (ingezonden 1 juni 2018).

Mededeling van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namenns de Staatssecretaris van Financiën (ontvangen 26 juni 2018).

Vraag 1

Kent u het bericht «Rijke huurder krijgt geld terug»?1

Vraag 2

Op welke wettelijke basis mogen woningcorporaties inkomensgegevens opvragen bij de Belastingdienst? Sinds wanneer bestaat deze wetgeving? Voorzag deze wetgeving in terugwerkende kracht? Zo ja, waarom is voor dit zware middel gekozen?

Vraag 3

Kent u de uitspraak waar het artikel naar verwijst? Wat vindt u van de portee van deze uitspraak, namelijk dat de Belastingdienst geen inkomensgegevens had mogen verstrekken

van vóór 2016? Welke motivering had de rechter hierbij?

Vraag 4

Hoe vaak is de Belastingdienst gevraagd om gegevens te verstrekken over inkomens van voor 2016? Hoe vaak is op basis van deze gegevens de huur van mensen verhoogd?

Vraag 5

Dienen alle huurverhogingen op basis van opgevraagde gegevens van voor 2016 teruggedraaid dan wel vergoed te worden? Zo ja, wat is de gemiddeld teveel betaalde huur?

Vraag 6

Wordt deze huur vergoed door de belastingdienst of moeten woningcorporaties deze terugstorten?

Vraag 7

Bent u bereid zelf actief op te sporen wie er recht heeft op compensatie en deze compensatie uit te keren?

Vraag 8

Hoe kunnen huurders hun recht krijgen indien zij zijn geconfronteerd met huurverhogingen op basis van gegevens van voor 2016? Bent u bereid, in samenwerking met de Minister voor Rechtsbescherming, een collectieve regeling vorm te geven, zodat niet iedere huurder individueel naar de rechter hoeft?

Mededeling

Hierbij deel ik u, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, mede dat de gestelde vragen van het lid Nijboer (PvdA) over het bericht «Rijke huurder krijgt geld terug» (ingezonden 1 juni 2018, met kenmerk 2018Z10269), niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden beantwoord vanwege de benodigde interdepartementale afstemming. Uw Kamer ontvangt de antwoorden zo spoedig mogelijk.

Naar boven