Vraag 1, 2
Wat is uw inhoudelijke reactie op bijgevoegde brief?1
Onderkent u dat het dagloonbesluit in dit geval oneerlijk uitwerkt als de persoon
in kwestie onder de Ziektewet (70% maandloon) € 199,15 dagloon krijgt toegewezen en
onder de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) € 174,34 (ook 70% maandloon)?
Vraag 3
Bent u bereid het dagloonbesluit te repareren zodat er geen te lage daglonen meer
toegekend worden? Wilt u hierbij specifiek ingaan op het systeem van achteraf uitbetalen
door het UWV, perioden zonder inkomen waarin wordt ingeteerd op eigen vermogen, de
uitbetaling van vakantiegeld en de nawerking?
Antwoord 3
Er is geen aanleiding om de dagloonregels voor de WIA te wijzigen. In hoofdstuk 3
(de artikelen 13 tot en met 21) van het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen (hierna:
Dagloonbesluit) is geregeld hoe het WIA-dagloon moet worden berekend. In dit verband
is van belang dat de referteperiode één jaar is en eindigt op de laatste dag van het
aangiftetijdvak voorafgaand aan het aangiftetijdvak waarin de arbeidsongeschiktheid
is ingetreden (art. 13, eerste lid, Dagloonbesluit). Dus als een werknemer vanaf 6 juni
2016 gedurende 104 weken de bedongen arbeid niet heeft kunnen verrichten vanwege ziekte,
dan begint de referteperiode op 1 juni 2015 en deze eindigt op 31 mei 2016. Bij nawerking, dat wil zeggen dat een werknemer binnen vier weken na het einde van zijn verzekering
ziek wordt (art. 10, eerste lid, WIA), kan de referteperiode een aangiftetijdvak (een
maand of vier weken) naar voren verschuiven (art. 13, derde lid, Dagloonbesluit).
Dat doet zich bijvoorbeeld voor als de dienstbetrekking van de betrokkene in het vorige
voorbeeld op 15 mei 2016 is geëindigd. De referteperiode loopt dan vanaf 1 mei 2015
tot en met 30 april 2016. In het algemeen is dit gunstig voor de betrokkene, want
over de periode 16 tot en met 31 mei 2016 heeft hij geen loon ontvangen.
Het WIA-dagloon wordt berekend door het loon dat in totaal is genoten in de referteperiode
te delen door 261 (art. 16, eerste lid, Dagloonbesluit). Onder loon wordt niet alleen
het door een werkgever betaalde bedrag verstaan, maar ook een WW-, ZW- en/of WIA-uitkering
(art. 14 Dagloonbesluit). Deze uitkeringen worden met 100/70 vermenigvuldigd als de
uitkering 70% van het maandloon bedraagt (art. 16, vierde lid, Dagloonbesluit). In
feite wordt dus het maandloon van de uitkering als loon aangemerkt. Dat is gunstig
voor de betrokkenen. Evenals de werkgever kan het UWV hierbij kiezen tussen loon-over of loon-in. Bij loon-over wordt de uitkering toegerekend aan het aangiftetijdvak waarin recht
bestond op die uitkering. Bij loon-in wordt de uitkering toegerekend aan het aangiftetijdvak
waarin de uitkering is betaald. Het UWV heeft gekozen voor loon-in. Daarom wordt bijvoorbeeld
een WW-uitkering over de maand januari die in februari is betaald, toegerekend aan
februari. Welke systematiek, loon-over of loon-in, gunstiger is voor betrokkenen valt
niet in zijn algemeenheid te zeggen, omdat dit afhangt van de vraag welke maanden
in de referteperiode vallen.
Het in de referteperiode genoten loon wordt, als gezegd, gedeeld door 261. Dit gebeurt ongeacht het aantal dagen dat is gewerkt. De reden daarvoor is het gelijkheidsbeginsel.
Twee werknemers met hetzelfde totale loon in de referteperiode hebben zodoende hetzelfde
maandloon. Als bijvoorbeeld zou worden gedeeld door het aantal gewerkte dagen, dan
zou dat onder andere meebrengen dat iemand die met vier dagen per week evenveel verdient
als iemand anders met vijf dagen, een hoger maandloon – en dus een hogere uitkering
– heeft.
Tot slot merk ik op dat de uitbetaalde vakantiebijslag niet wordt meegeteld bij de berekening van het in de referteperiode genoten loon,
althans als de werkgever de vakantiebijslag reserveert en bijvoorbeeld in één bedrag
uitbetaalt in mei. De reden daarvoor is dat het in de referteperiode genoten loon
met 108/100 wordt vermenigvuldigd (zie art. 16, eerste lid, Dagloonbesluit). Met andere
woorden, op deze manier wordt er rekening mee gehouden dat een werknemer 8% vakantiebijslag
ontvangt naast zijn loon of uitkering.