Vragen van het lid Gijs vanDijk (PvdA) aan de Minister van Infrastructuur en Water
over het falen van de renovatie van de Julianabrug in Urmond (ingezonden 4 mei 2018).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
18 juni 2018).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van berichten over het door Rijkswaterstaat in augustus 2017
gestarte onderhoud aan de brug over het Julianakanaal in Urmond, Limburg en de forse
vertraging die hierbij is opgelopen? Zo ja, hoe beoordeelt u het stilleggen en vooralsnog
opschorten van het noodzakelijke onderhoud aan deze belangrijke en enige verbindingsbrug
tussen twee dorpshelften?1 2
Antwoord 1
Ja, van deze berichten heb ik kennis genomen. Op basis van de reguliere inspectie
aan de brug over het Julianakanaal in Urmond is onderhoud uitgevoerd aan de brug.
Tijdens deze werkzaamheden bleek de toestand van onderdelen van de brug slechter dan
voorzien. De aanpak van deze onderdelen wordt geprogrammeerd binnen het programma
Vervanging en Renovatie. De brug blijft, hetzij met beperkingen, tot vervanging/renovatie
in bedrijf. Daarnaast liggen op korte afstand twee andere bruggen over het Julianakanaal.
Vraag 2
Hoe kan het dat in eerste instantie opgestart onderhoud op deze wijze opgeschort wordt
en nu waarschijnlijk een nieuwe onderhoudsopzet krijgt, waarbij er in de komende vijf
jaar beperkt gebruik gemaakt kan worden van de brug en er gedurende twee jaar zelfs
sprake zou zijn van afsluiting?
Antwoord 2
De reguliere inspecties zijn over het algemeen voldoende om onderhoudswerkzaamheden
te programmeren. Het kan echter altijd gebeuren dat blijkt dat er meer moet gebeuren
dan vooraf ingeschat. Er zal voor brug Urmond dus opnieuw bepaald worden welke aanvullende
werkzaamheden nodig zijn. In de planfase, die vooraf gaat aan de werkzaamheden, zal
worden bepaald wat de scope (vervanging of renovatie) zal zijn. Of en hoe lang de
brug zal worden afgesloten, is nu nog niet bekend. Dat zal afhankelijk zijn van de
gekozen oplossing. De brug blijft, hetzij met beperkingen, tot vervanging/renovatie
in bedrijf.
Vraag 3 en 4
Deelt u de mening dat het niet redelijk is om inschattingsfouten over het noodzakelijke
onderhoud aan de brug en het daarvoor beschikbare – en nu schijnbaar uitgeputte –
budget af te wentelen op de gemeenschap en de regio die ook sterk afhankelijk zijn
van deze brugvoorziening? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u hieraan doen?
Deelt u de opvatting dat de sociale en economische effecten voor dit dorp, door de
langdurige splitsing tussen de twee delen, te fors en disproportioneel zijn? Zo nee,
waarom niet? Zo ja, wat betekent dit voor het onderhoudsplan?
Antwoord 3 en 4
Zie antwoord vraag 2. De brug is alleen voor zwaar vrachtverkeer (> 30 ton) afgesloten.
Voor dergelijk verkeer geldt een omleidingsroute van 8 minuten. Voor het overige wegverkeer
blijft de brug beschikbaar maar wordt deze beperkt tot 1 rijstrook met een verkeersregelinstallatie.
Voor het fietsverkeer blijft de brug geheel beschikbaar. De benodigde middelen voor
de werkzaamheden programmeer ik binnen het Infrastructuurfonds. Van afwenteling is
dan ook geen sprake. Wel ben ik mij er van bewust dat de situatie tijdens de te overbruggen
periode vervelend is voor de omwonenden en hinder met zich mee zal brengen. Tegelijkertijd
is een zorgvuldige afweging nodig om de beste oplossing te bepalen. Dat kost tijd.
Door de brug (met beperkingen) in bedrijf te houden voor het grootste deel van het
verkeer worden de negatieve effecten zo klein mogelijk gehouden.
Vraag 5
Hoe verhouden de extra rijksmiddelen voor onderhoud aan dergelijke infrastructurele
voorzieningen zich tot de noodzakelijke kosten om dit onderhoud, binnen redelijke
tijd en zonder langdurige afsluiting, alsnog plaats te laten vinden?
Antwoord 5
De extra werkzaamheden zullen worden geprogrammeerd en uitgevoerd binnen het programma
Vervanging en Renovatie. In de planfase, die vooraf gaat aan de werkzaamheden, zal
worden bepaald wat de scope (renovatie of vervanging) zal zijn en wat de werkelijke
uitvoeringsperiode aan deze brug zal zijn. De scope is ook bepalend voor de benodigde
financiële middelen en de duur van de werkzaamheden.
Vraag 6
Bent u bereid om in overleg te treden met Rijkswaterstaat om te bezien op welke wijze
voortzetting van noodzakelijk onderhoud wel in redelijkheid en in afstemming met betrokkenen
plaats kan vinden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Er heeft reeds overleg met Rijkswaterstaat plaatsgevonden, evenals overleg tussen
Rijkswaterstaat en de gemeente Stein.