Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Ministers van Financiën en van Economische Zaken en Klimaat over het budgetrecht van de Kamer ten aanzien van een nieuwe deal met Shell en Exxon (ingezonden 8 juni 2018).

Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën), mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 13 juni 2018).

Vraag 1, 2, 3, 4, 5

Kunt u schriftelijk uiteenzetten waarom het kabinet weigert het parlement vooraf te laten instemmen met het Akkoord op Hoofdlijnen met Shell en Exxon, conform de tijdens het debat over de gaswinning Groningen op 7 juni 2018 ingediende de motie-Nijboer c.s. (Kamerstuk 33 529, nr. 490)?

Hoe verhoudt het budgetrecht van de Kamer zich tot de bevoegdheid van de Minister dan wel het kabinet om met Shell en Exxon langdurige en vergaande afspraken te maken over de verdeling van de opbrengsten van gaswinning, de schadeloosstelling van Groningers, de kosten van de versterkingsoperatie en de compensatie voor waardedaling?

Bent u dan wel het kabinet bevoegd afspraken te maken over aansprakelijkheid op de genoemde terreinen en financiële arrangementen af te spreken zonder daarvoor vooraf instemming van het parlement te krijgen dan wel achteraf parlementaire instemming te verwerven?

Kunnen juridisch bindende afspraken worden gemaakt met Shell en Exxon zonder dat het parlement het laatste woord heeft?

Wat zijn de kaders binnen onze parlementaire democratie waarbinnen het kabinet bindende afspraken kan maken met private partijen, zonder deze vooraf aan het parlement voor te leggen dan,wel te maken onder voorbehoud van parlementaire instemming?

Bent u zich ervan bewust dat met de afspraken in het op handen zijnde Akkoord op Hoofdlijnen vele tientallen miljarden zijn «gemoeid, daarmee grote publieke belangen in het geding zijn en dergelijke afspraken dus niet ais voldongen feit aan het parlement kunnen worden voorgelegd?

Antwoord 1, 2, 3, 4, 5

Het van te voren openbaar maken van een concept akkoord zet grote en onnodige spanning op het proces om met Shell en Exxon te komen tot een overeenkomst, omdat een dergelijk akkoord bedrijfsvertrouwelijke informatie bevat. Het risico dat er dan helemaal geen akkoord tot stand komt, ligt daarbij op de loer. Dat is niet in het belang van de regio en Nederland als geheel.

Daarnaast bepaalt artikel 4.6 van de Comptabiliteitswet 2016 dat een Minister namens de Staat overeenkomsten mag aangaan zonder dat hiervoor het parlement vooraf hoeft te worden geraadpleegd. Op basis van deze bevoegdheid is het de Staat die overeenkomsten met private partijen afsluit, waarbij de Tweede Kamer het kabinet hierop aan de hand van het parlementaire budgetrecht kan controleren. Het resultaat van de onderhandelingen valt niet onder de voorhang van de Comptabiliteitswet 2016. Het parlement stelt begrotingen vast en geeft daarmee vooraf goedkeuring (autorisatie) voor uitgavenmaxima. Om die redenen zal het kabinet de Tweede Kamer terstond informeren op het moment dat een akkoord op hoofdlijnen is afgesloten. Vervolgens kunnen we daarover met elkaar in gesprek gaan.

Gelet op het voorgaande is het kabinet niet voornemens de Tweede Kamer vooraf te laten instemmen met een akkoord op hoofdlijnen met Shell en Exxon.

Vraag 6

Bent u zich ervan bewust dat met de afspraken in het op handen zijnde Akkoord op Hoofdlijnen vele tientallen miljarden zijn gemoeid, daarmee grote publieke belangen in het geding zijn en dergelijke afspraken dus niet als voldongen feit aan het parlement kunnen worden voorgelegd?

Antwoord 6

Ja.

Naar boven