Vragen van het lid Van Dam (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het
bericht «Start nu met het opleiden van de politie van de toekomst» (ingezonden 24 april
2018).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 12 juni 2018).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 2103.
Vraag 1
Bent u bekend met het interview van de heer Frans Leijnse, voormalig voorzitter van
de Politieonderwijsraad (POR) «Start nu met het opleiden van de Politie van de toekomst»?1
Vraag 2, 3
Deelt u de opvatting van de heer Leijnse dat de Politieacademie door het korps (de
Politie) in de positie moet worden gebracht om als (opleidings)makelaar te fungeren,
ook als zij zelf een bepaald aanbod (nog) niet in huis heeft?
Welke ruimte hebben de afzonderlijke politieonderdelen (eenheden, teams, enz) om buiten
de Politieacademie om (al dan niet door quasi-slimme bypasses) onderwijs binnen te
halen?
Antwoord 2, 3
De Politieacademie is het enige opleidingsinstituut in Nederland dat politieonderwijs
mag verzorgen en vervult daarmee een cruciale rol voor de kwaliteit van de uitoefening
van de politietaak. Het gaat daarbij om de basispolitieopleidingen voor aspiranten
en de vervolgopleidingen (vakspecialistisch onderwijs) voor zittende politiemedewerkers.
De politie is verplicht dit onderwijs bij de Politieacademie af te nemen. Daarnaast
verzorgt de Politieacademie vakspecialistische opleidingen voor partijen met een publiekrechtelijke
taak op het gebied van politie, justitie en veiligheid, die bij ministerieel besluit
zijn aangewezen.
De Politieacademie mag samenwerkingsverbanden aangaan met ketenpartners en het regulier
onderwijs2 als deze in het verlengde liggen van het politieonderwijs. Voor deze laatste categorie
opleidingen mag de Politieacademie als (opleidings)makelaar fungeren.
Ander onderwijs dan politieonderwijs – zoals een computercursus of een training vergadertechniek
– wordt door de politie zelf ingekocht, waarvoor de politie jaarlijks een landelijk
opleidings- en vormingsbudget heeft.
Vraag 4
Indien een onderdeel van de Politie (een eenheid, een district, een team) buiten de
Politieacademie om een opleiding «inkoopt», komt die opleiding dan ten laste van het
budget van de Politieacademie of komt die opleiding ten laste van het budget van dat
politieonderdeel? Indien het ten laste van het budget van een politieonderdeel komt,
gaat dat dan ten koste van de operationele inzet van politiepersoneel, inclusief budget
voor overuren of voor materieel?
Antwoord 4
Elke eenheid van de politie heeft de beschikking over een Opleidingen & Ontwikkelingsbudget.3 Hierbij gaat het bijvoorbeeld om eenheidsspecifieke leerbehoeften die door de Politieacademie
worden ondersteund of niet politie-specifieke leeractiviteiten die worden ingekocht
bij andere partijen. De kosten voor deze opleidingen gaan daarmee niet ten koste van
andere budgetten van de eenheid.
Vraag 5, 6
Komt het voor dat (operationele) politiemensen dan wel docenten van de Politieacademie
naast hun reguliere werkzaamheden om, als privépersoon door de politie ingehuurd worden
als docent voor een primaire of voortgezette opleiding? Wordt het toegestaan dat ze
daarbij gebruik maken van kennis, ervaring, lesmateriaal die zij hebben opgedaan in
hun reguliere baan bij de Politie of de Politieacademie? In hoeverre acht u dit wenselijk?
Kunt u de onder 5 gestelde vragen afzonderlijk en specifiek beantwoorden voor de Dienst
Speciale Interventies (DSI)? Klopt het dat door de inzet van «eigen docenten» van
DSI geen (voortgezette) opleidingen meer worden afgenomen van de Politieacademie locatie
Ossendrecht? Vindt u dit een gewenste situatie?
Antwoord 5, 6
De basisopleidingen en vervolgopleidingen (vakspecialistisch onderwijs) worden verzorgd
door de docenten van de Politieacademie. Dit geldt ook voor de DSI opleidingen. Omdat
het hierbij gaat om publieke gelden, mogen deze opleidingen niet privaat door docenten
als privépersonen worden verzorgd.
Binnen de DSI-opleidingen heeft de Politieacademie momenteel te weinig docenten voor
de basisopleiding Aanhoudings- en Ondersteuningsteams (AOT),4 die beschikken over deze specifieke deskundigheid om te voldoen aan de actuele vraag
voor extra instroom. Om die reden worden, in overleg met de politie, ervaren DSI-leden
door de Politieacademie opgeleid tot docent/instructeur om onder verantwoordelijkheid
van de Politieacademie tijdelijk te kunnen voorzien in de vraag naar extra AOT-opleidingen.
X Noot
1Interview in het Tijdschrift voor de Politie, jaargang 80 nummer 2/18, pagina 17
X Noot
2Hiermee wordt bedoeld opleidingen van MBO- en HBO-instellingen en universiteiten.
X Noot
3Dit budget kan worden ingezet conform de beleidskaders zoals omschreven in het «Kader
en verdeelmodel Opleiding & Ontwikkeling» en het Strategisch Ontwikkelplan Politie.
X Noot
4Deze AOT-opleiding wordt gegeven in Ossendrecht.