Vragen van de leden Leijten en Alkaya (beiden SP) aan de Minister van Financiën over het bericht dat Rabobank haar zorgplicht voor bouwbedrijf Midreth schond (ingezonden 5 april 2018).

Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën) (ontvangen 12 juni 2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 2160.

Vraag 1

Bent u bekend met het krantenbericht over een nog ongepubliceerd arrest van het gerechtshof in Arnhem waaruit blijkt dat bouwbedrijf Midreth is misbruikt door haar huisbank?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 5

Hoe beoordeelt u de beschrijving van het gerechtshof over Rabobank dat haar commissies en «fees» excessief waren, in geen enkele redelijke verhouding tot de kredietuitbreidingen stonden en dat ze misbruik maakte van de situatie om zo onterechte voordelen voor zichzelf te bewerkstelligen?

Heeft Rabobank hiermee volgens u haar zorgplicht geschonden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat zij de gevolgen daarvan?

Antwoord 2 en 5

Deze specifieke zaak is nog onder de rechter; beroep in cassatie staat nog open. De reikwijdte van de zorgplicht die volgt uit civiele jurisprudentie hangt af van de omstandigheden van het geval, zoals de aard van de rechtsbetrekking. Het is aan de rechter om hierover in individuele gevallen te oordelen.

Vraag 3

Deelt u de mening dat het midden- en kleinbedrijf vaak machteloos staat tegenover de drie grote banken in Nederland als het gaat om hun financieringszaken, en dat hier evident sprake is van machtsmisbruik door Rabobank?

Antwoord 3

Uit de consultatie naar de effectiviteit en gewenste mate van bescherming voor zzp-ers en mkb-ers bij financiële diensten en producten is onder andere naar voren gekomen dat kleinzakelijke klanten sterk afhankelijk zijn van een financiële onderneming als tegenpartij.2 Dit geldt in nog sterkere mate in deelmarkten met beperkte concurrentie zoals bij kredietverlening. Een van de vervolgstappen uit deze consultatie was het stimuleren van het initiatief van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) om een afdwingbare gedragscode t.b.v. kredietverlening aan kleinzakelijke klanten op te stellen. Deze gedragscode is op 18 januari 2018 gepubliceerd en zal vanaf 1 juli 2018 door de banken worden toegepast.3

De Gedragscode heeft tot doel meer zekerheid en duidelijkheid te bieden aan kleinzakelijke klanten over de dienstverlening van banken. Daarnaast zijn met de Gedragscode gedragsnormen expliciet gemaakt en kan de klant de bank hierop aanspreken. In de Gedragscode zijn bijvoorbeeld normen opgenomen over het contact met klanten, de informatievoorziening richting klanten en de bediening tijdens het beheer van de kredietrelatie, waaronder in bijzonder beheer.

Daarnaast krijgen zakelijke klanten die onder het toepassingsbereik van de Gedragscode vallen toegang tot alternatieve geschillenbeslechting bij geschillen over hun zakelijke financiering. Ik heb van de NVB vernomen dat dit loket bij het Kifid naar verwachting op 1 juli 2018 open gaat. Toegang tot laagdrempelige geschillenbeslechting is een goede stap omdat uit bovengenoemde consultatie is gebleken dat de stap naar de rechter voor kleine ondernemers soms moeilijk te zetten is.

Vraag 4

Hoe is het mogelijk dat Rabobank tien maanden nadat ze de Code Banken onderschreef voor een symbolisch bedrag van 1 euro zestig procent van dit bedrijf in handen kreeg dat kort daarvoor nog was getaxeerd op 63 miljoen euro? Wat betekent dit voor de geloofwaardigheid van de Code?

Antwoord 4

Zoals aangegeven in de beantwoording van de vragen 2 en 5 is deze specifieke zaak nog onder de rechter en is het aan de rechter om hierover in dit individuele geval te oordelen.

De Rabobank heeft zich gecommitteerd aan de Code Banken. Daarnaast heeft de Rabobank zich gecommitteerd aan de Gedragscode Kleinzakelijke Financiering die op 1 juli 2018 van kracht wordt. De naleving van de Code Banken en de Gedragscode Kleinzakelijke Financiering wordt gemonitord. Belangrijk is dat de sector in den brede laat zien in hoeverre banken de codes naleven en hierbij zorgen voor internalisering van de gewenste cultuur van dienstbaar, duurzaam en integer bankieren.

Vraag 6

Kunt u onderzoeken hoeveel andere ondernemers die kwetsbaar waren na de kredietcrisis door hun bank gebruikt zijn als melkkoe? Wat gaat u voor hen doen?

Antwoord 6

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft in 2015 reeds een verkennend onderzoek gedaan bij de bijzonder beheerafdelingen van banken, die kredieten voor het midden- en kleinbedrijf behandelen.4 Uit deze verkenning kwamen geen aanwijzingen naar voren dat banken mkb-ondernemingen in bijzonder beheer structureel benadelen. Wel schoot de informatie over het bijzonder beheertraject van banken vaak tekort, waardoor ondernemers onvoldoende weten wat hen te wachten staat.

De NVB heeft als reactie op de aanbevelingen van de AFM de Handreiking Bijzonder Beheer opgesteld.5 De Handreiking schetst wat de ondernemer mag verwachten van zijn bank inzake bijzonder beheer zoals tijdige signalering, goede toelichting over overgang naar bijzonder beheer en onderbouwing van maatregelen en kosten. Met de Gedragscode Kleinzakelijke Financiering zijn de punten uit de Handreiking verder verankerd. Het is aan de sector om te laten zien dat de Gedragscode in de praktijk zal leiden tot een effectievere bescherming van kleinzakelijke klanten. Ik zie om die reden, op dit moment, geen aanleiding om aanvullende stappen te zetten.

Vraag 7

Hoe groot is de financiële schade voor de staat voortgekomen uit machtsmisbruik door banken met een uiteindelijk faillissement van ondernemers tot gevolg? Hoeveel banen heeft dit sinds de kredietcrisis gekost?

Antwoord 7

Ik beschik niet over informatie waaruit blijkt dat er financiële schade voor de staat is geweest en of dit sinds de kredietcrisis banen heeft gekost.

Vraag 8

Gaat het openbaar ministerie de individuele bankiers, die hiervoor verantwoordelijk zijn, vervolgen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

Het is aan het openbaar ministerie om te bepalen in welke gevallen zij overgaat tot vervolging.

Naar boven