Vragen van de leden Weverling en Lodders (beiden VVD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «NVWA bevestigt besmetting bruinrot in snijroos» (ingezonden 4 mei 2018).

Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 11 juni 2018).

Vraag 1

Kent u het bericht «NVWA bevestigt besmetting bruinrot in snijroos»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat bruinrot (Ralstonia solanacearum) voor grote schade kan zorgen op diverse tuinbouwbedrijven? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Ja, Ralstonia solanacearum is een bacterieziekte die over het algemeen, zonder passende maatregelen, aanzienlijke schade in het gewas kan veroorzaken met als gevolg productieverlies en verstoring van de afzet voor de betreffende teler of ondernemer.

Vraag 3

Bent u bekend met het feit dat reeds in 2015 een achttal Nederlandse bedrijven slachtoffer zijn geworden van de bacterie Ralstonia solanacearum?

Antwoord 3

Ja.

Vraag 4 en 5

Klopt het dat uw ambtsvoorganger en uzelf reeds sinds 2015 in onderhandeling zijn met genoemde bedrijven over het eventueel toekennen van een schadevergoeding?

Verwacht u op korte termijn de genoemde ondernemers duidelijkheid te kunnen geven over het wel of niet toekennen van een schadevergoeding? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4 en 5

Nee, mijn voorganger en ik zijn niet in onderhandeling (geweest) met de getroffen bedrijven over een eventuele toekenning van een schadevergoeding. Wel voeren sinds 2015 het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en enkele sectororganisaties in de plantaardige sector overleg om te komen tot afspraken om fytosanitaire risico’s in het algemeen te beperken. Daarbij wordt gesproken over de eigen verantwoordelijkheid van de sector om preventieve maatregelen te ontwikkelen om plantenziekten te voorkomen en het realiseren van een vorm van een risicoafdekking bij schade indien zich toch een plantenziekte voordoet. Ik wil de sector ondersteunen door samen met de sector te onderzoeken welke ruimte er binnen het kabinetsbeleid en Europese en nationale wet- en regelgeving gevonden kan worden om tot realisatie van een risicoafdekking door de sector zelf te komen.

Vraag 6

Klopt het dat in maart 2018 een uitspraak gedaan is door het College van Beroep voor het bedrijfsleven waarin is geoordeeld dat er voor deze bedrijven geen tegemoetkoming in de schade mogelijk is op basis van de Plantenziektenwet? Zo ja, wat is de precieze onderbouwing van de uitspraak?

Antwoord 6

Ja, het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft op 15 maart 2018 uitspraak gedaan in één van de zaken van rozentelers die in beroep zijn gegaan tegen de afwijzing van het verzoek tot een tegemoetkoming in de schade op grond van artikel 4 van de Plantenziektenwet (https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:CBB:2018:60).

Het CBb heeft het beroep ongegrond verklaard omdat het in beginsel tot het normale bedrijfsrisico van een professionele teler behoort dat zijn bedrijf schade kan lijden door maatregelen ter bestrijding van een plantenziekte. Tegemoetkoming in de schade kan worden verleend op grond van artikel 4 Plantenziektenwet indien de omstandigheden zodanig zijn dat de schade als gevolg van de aangezegde maatregelen onevenredig zwaar op het bedrijf drukt (nadeelcompensatie). Het CBb oordeelt dat van die omstandigheden in deze zaak niet is gebleken.

In zijn overweging heeft het CBb meegewogen het feit dat Ralstonia solanacearum een groot en steeds toenemend aantal waardplanten (planten die gevoelig zijn voor deze ziekte) kent. Het CBb heeft geoordeeld dat het feit dat deze plantenziekte in rozen op voorhand niet te verwachten viel niet als een buitengewone omstandigheid gezien kan worden. De verwachting is dat de beroepen in de overige bij het CBB aanhangige zaken eveneens zullen worden afgewezen.

Vraag 7

Klopt het dat genoemde rozentelers op basis van EU-Verordening nr. 702/2014 aanspraak kunnen maken op steun voor het herstel van geleden schade? Zo nee, waarom is genoemde verordening niet van toepassing op deze casus?

Antwoord 7

Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 bevat het kader waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard. Dit biedt de mogelijkheid tot het verlenen van financiële steun door een lidstaat aan ondernemers die verliezen hebben geleden, veroorzaakt door plantenziekten, mits voldaan wordt aan de voorwaarden in artikel 26 van deze verordening. Het is een nationale beleidsafweging of van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt. Nederland heeft hier niet voor gekozen en keert geen schadevergoeding uit aan bedrijven die schade hebben geleden als gevolg van rechtmatige maatregelen die de NVWA oplegt om bevestigde plantenziekten te bestrijden.

De reden hiervoor is dat ik van mening ben dat in dit geval sprake is van omstandigheden die tot het normale bedrijfsrisico behoren.

Vraag 8

Was de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) op de hoogte van besmettingen van tuinbouwbedrijven met Ralstonia solanacearum voor de uitbraak in 2015?

Antwoord 8

Ja, Ralstonia solanacearum is eerder op tuinbouwbedrijven gevonden in Nederland o.a. in Curcuma (een sierplant).

Vraag 9

Klopt het dat de bron rondom besmettingen met Ralstonia solanacearum nog steeds niet is gevonden? Op welke manier wordt dit onderzocht? Op welke termijn kunnen resultaten van dit onderzoek worden verwacht?

Antwoord 9

Dat klopt. Er is een verwantschapsanalyse uitgevoerd waaruit bleek dat de besmettingen in roos vermoedelijk één oorspronkelijke bron hebben. De NVWA heeft een aantal mogelijke bronnen onderzocht maar zonder resultaat. Ralstonia solanacearum kan op vele manieren in de rozenteelt zijn geïntroduceerd. Nederlandse bedrijven importeren grote aantallen rozen (snijbloemen en plantmateriaal) en andere planten en plantaardige producten waarmee Ralstonia solanacearum kan zijn geïntroduceerd.

Onderzoek heeft ook aangetoond dat het rozenisolaat nauw verwant is aan isolaten gevonden in verschillende plantensoorten in verschillende landen in Afrika en Azië.

Naar boven