Vragen van de leden Paternotte, Van Engelshoven en Groothuizen (allen D66) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Veiligheid en Justitie over het in de cel gooien van een Nederlandse journalist (ingezonden 14 september 2017).

Antwoord van Minister Blok (Veiligheid en Justitie) mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 18 oktober 2017).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht «NRC-fotograaf in cel omdat hij weigerde foto’s af te staan»?1

Antwoord 1

De waarnemend hoofdofficier van justitie heeft zowel de fotograaf als de hoofdredacteur van de NRC excuses aangeboden. Zie het persbericht van het Openbaar Ministerie.2

Ik verwijs tevens naar de Aanwijzing dwangmiddelen journalisten.3

Vraag 2 en 3

Waarom deze fotograaf is opgepakt en in de politiecel is gezet? Welke wetten had hij overtreden?

Was de arrestatie van de journalist legitiem? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 2 en 3

De journalist is ten onrechte als verdachte aangemerkt. Het Openbaar Ministerie heeft hiervoor excuses aangeboden, zie het eerder genoemde persbericht van het Openbaar Ministerie.

Vraag 4 en 5

Op basis van welke rechtsgrond is de apparatuur van de journalist, oftewel de geheugenkaart waar de foto’s op stonden, in beslag genomen?

Was de inbeslagname legitiem? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 4 en 5

De inbeslagname van de apparatuur en geheugenkaart was onterecht. Ik verwijs naar de eerder genoemde Aanwijzing dwangmiddelen journalisten.

Vraag 6

Deelt u de mening dat het optreden en handelen van de politie en marechaussee, zoals uiteengezet in het artikel, ontoelaatbaar is in de democratische rechtsstaat die Nederland is?

Antwoord 6

Ja. Het handelen van de politie was gebaseerd op aansturing van het Openbaar Ministerie. Deze aansturing van het Openbaar Ministerie was onjuist.

Vraag 7 en 8

Bent u bereid om pal te gaan staan voor de persvrijheid en het gesprek aan te gaan met politie en Openbaar Ministerie om uw ongenoegen kenbaar te maken?

Welke andere acties wilt u ondernemen om in de toekomst persvrijheid beperkend politieoptreden zoveel mogelijk te voorkomen?

Antwoord 7 en 8

Ik hecht groot belang aan vrije nieuwsgaring. Daarbij hoort dat journalisten in vrijheid hun werk moeten kunnen doen. Het Openbaar Ministerie heeft in deze zaak geconstateerd dat in de hectiek van het moment de verkeerde afweging is gemaakt om het dwangmiddel inbeslagname towe te passen. Het Openbaar Ministerie heeft dit ook toegegeven. De casus zal binnen het OM breed besproken worden.

Naar boven