Vragen van het lid Özütok (GroenLinks) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Acht gemeenten accepteren alleen nog pinbetalingen» (ingezonden 8 maart 2018).

Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 30 mei 2018) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 1894

Vraag 1

Kent u het bericht «Acht gemeenten accepteren alleen nog pinbetalingen»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Deelt u de mening dat contant geld een wettig betaalmiddel is en in principe geaccepteerd dient te worden? Zo nee, waarom niet?

Zijn gemeenten verplicht om wettige betaalmiddelen te accepteren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2 en 3

Europese bankbiljetten en -munten hebben krachtens Europees recht de status van een wettig betaalmiddel. In het algemeen geldt het recht om met contant geld te betalen niet ongeclausuleerd is. In de verordening over de invoering van de Euro is opgenomen «dat beperkingen inzake betalingen in bankbiljetten en munten, die de lidstaten om openbare redenen hebben getroffen, niet onverenigbaar zijn met de status van wettig betaalmiddel van eurobankbiljetten en munten, mits er andere rechtsgeldige middelen beschikbaar zijn voor het verevenen van financiële schulden». 2 Naar Nederlands recht staat het partijen bij een overeenkomst in beginsel vrij om voor het aangaan van een transactie contant geld als betaalmiddel uit te sluiten, mits die uitsluiting niet onredelijk bezwarend is. Ten aanzien van de vraag welke ruimte gemeenten concreet hebben om de acceptatie van contant geld aan banden te leggen, bestaan nog geen (Europees)rechtelijke uitspraken die op dit punt duidelijkheid bieden.

Vraag 4

Deelt u de kritiek van de Nationale ombudsman en De Nederlandsche Bank op het feit dat burgers in sommige gemeenten niet contant kunnen betalen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

De Nationale ombudsman en het MOB3 hebben aangegeven dat een pin-only beleid de toegang tot de overheid en het verkrijgen van essentiële documenten voor bepaalde groepen burgers bemoeilijkt, en dat situaties waarin niet met contant geld kan worden betaald vooral problematisch en onredelijk bezwarend zijn als het gaat om lokale monopolies.4 Ik acht het van belang dat uitzonderingen op het pin-only beleid mogelijk moeten blijven voor burgers die alleen met contant geld kunnen betalen.

Vraag 5

Wat kunnen burgers die, om het even welke reden, alleen met contant geld willen betalen bij gemeenten doen wanneer gemeenten geen contant geld accepteren?

Antwoord 5

Op grond van artikel 9:1 Algemene wet bestuursrecht (Awb) kunnen burgers in die gevallen een klacht bij hun gemeente indienen.

Vraag 6

Bent u bereid om met de VNG en de betreffende gemeenten in gesprek te gaan over het feit dat contant geld een wettig betaalmiddel is en burgers in principe keuzevrijheid zouden moeten hebben om zelf te bepalen welk wettig betaalmiddel zij willen gebruiken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Ja, ik ben bereid tot nader overleg over de acceptatie van contant geld door gemeenten.


X Noot
2

Verordening (EG) 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro, overweging 19.

X Noot
3

De Nederlandsche Bank maakt deel uit van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB), een platform van vertegenwoordigers van diverse aanbieders en gebruikers in het betalingsverkeer.

X Noot
4

Een onderzoek naar pinbetaling als enige mogelijkheid bij betalingen aan de balie van de gemeente, Nationale ombudsman, 21 december 2015, rapport nr. 2015/172; Bereikbaarheidsmonitor 2016, MOB, 30 november 2016, p. 5;Visie op de rol van contant geld als betaalmiddel, MOB, 17 november 2015.

Naar boven