Vragen van de leden Fritsma en Wilders (beiden PVV) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de daling van het aantal uitzettingen (ingezonden 2 mei 2018).

Antwoord van Staatssecretaris Harbers (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 23 mei 2018)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Uitzetting stokt: duizenden afgewezen immigranten gaan niet weg»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3 en 4

Waarom laat u afgewezen vreemdelingen vrij in onze samenleving rondlopen, zelfs als ze bijvoorbeeld jarenlang als krakersbende door de hoofdstad trekken?

Realiseert u zich dat u het illegalenprobleem door dit laffe gedoogbeleid niet oplost maar erger maakt?

Bent u bereid alle illegalen eindelijk van straat te halen, vast te zetten en uit te zetten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2, 3 en 4

Voor de beantwoording van deze vragen verwijs ik u naar mijn antwoorden op de vragen van uzelf en het lid Kops, die op 25 april 2018 naar de Kamer zijn verzonden (Tweede Kamer, Vergaderjaar 2017–2018, Aanhangsel van de Handelingen 1940).

Vraag 5

Bent u tevens bereid landen van herkomst die niet meewerken aan uitzettingen eindelijk eens te sanctioneren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Landen zijn op basis van internationaal recht verplicht hun onderdanen terug te nemen. Dit gebeurt in onvoldoende mate ten aanzien van een aantal landen. Hierin ligt de noodzaak voor een brede aanpak van positieve en negatieve prikkels om die landen tot betere samenwerking te bewegen. Dit staat dit kabinet ook voor. Ook op EU-niveau zet ik mij in voor het behalen van betere terugkeerresultaten. Voor de EU is terugkeer een beleidsprioriteit, waarbij een «more for more» en «less for less»-aanpak wordt gehanteerd. De (onder meer door Nederland gesteunde) aankondiging van mogelijke maatregelen op het terrein van het visumbeleid door de EU heeft geleid tot verbetering van de terugkeersamenwerking met Bangladesh. Met gezamenlijk optreden van de EU kunnen dus resultaten op terugkeer worden bereikt. Net als bij alle maatregelen binnen de strategische landenbenadering is de inzet maatwerk, waarbij steeds moet worden gekeken naar effectiviteit en proportionaliteit. Er zal bij het inzetten van negatieve prikkels altijd oog moeten worden gehouden voor mogelijke repercussies in de bilaterale relaties van zowel NL als van de EU.

Vraag 6

Deelt u de mening dat degenen die (nog) niet gedwongen kunnen worden uitgezet ook moeten worden vastgezet totdat ze zelfstandig uit ons land vertrekken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Nee. De aanwezigheid van een zicht op uitzetting is een uit artikel 5 van het EVRM volgende voorwaarde voor vreemdelingenbewaring. Zonder zicht op uitzetting is bewaring in strijd met dat verdrag. Wel kan een vreemdeling worden vastgehouden als aan zijn uitzetting gewerkt wordt, en er wordt voldaan aan de overige criteria die worden gesteld aan bewaring. Zoals opgenomen in het regeerakkoord zet het kabinet in op het vergroten van de mogelijkheden om vreemdelingen in bewaring te kunnen stellen maar dit vindt vanzelfsprekend zijn grens in de fundamentele waarborgen van het EVRM.

Vraag 7

Kunt u Nederland in plaats van een illegalenparadijs niet beter een paradijs voor Nederlanders laten zijn?

Antwoord 7

Ik kan mij in de omschrijving van Nederland als een illegalenparadijs niet vinden.


X Noot
1

De Telegraaf, 1 mei 2018

Naar boven