Vragen van het lid Van Dam (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Wijkagent als gatenvuller» (ingezonden 30 april 2018).

Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 23 mei 2018)

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van bijgaand – onlangs aan mij gericht en door mij geanonimiseerd – mailbericht genaamd «wijkagent als gatenvuller»?1

Vraag 2

Klopt het dat binnen de politie – op basis van het inrichtingsplan – de norm geldt dat wijkagenten minimaal 80% van hun arbeidstijd binnen hun wijk werkzaamheden moeten kunnen verrichten? Deelt u de mening dat noodhulpdiensten daar niet onder zouden moeten vallen?

Vraag 3

Herkent u dat de inzet van wijkagenten voor andere werkzaamheden dan het eigenlijke wijkagenten-werk in hun wijk, veelvuldig plaatsvindt? Deelt u de mening dat deze ontwikkeling in hoge mate een bedreiging is voor het functioneren van de wijkagent in zijn of haar wijk en voor het functioneren van de politie in wijken?

Vraag 4

Bent u bereid er op toe te (laten) zien dat conform de gestelde norm wijkagenten minimaal 80% van hun werktijd feitelijk in hun wijk het vak van wijkagent kunnen uitoefenen?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Dam (CDA) van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Wijkagent als gatenvuller» (ingezonden 30 april 2018) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

mailbericht onderhands meegezonden

Naar boven