Vragen van het lid Kuzu (DENK) aan de Minister-President en de Minister van Buitenlandse
Zaken over de handelsmissie naar China (ingezonden 10 april 2018).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) mede namens de Minister-President
(Algemene Zaken) (ontvangen 9 mei 2018)
Vraag 1
Wat is de reden voor het organiseren van een handelsmissie naar China? Op wiens initiatief
is deze reis georganiseerd en wat is het doel van de Nederlandse regering?
Antwoord 1
De regering heeft deze missie georganiseerd met als hoofddoel het verstevigen van
de Nederlandse economische positie in China en het neerzetten van Nederland als partner
voor internationale samenwerking gebaseerd op de drie pijlers van de VN: vrede en
veiligheid, mensenrechten, en ontwikkeling. Het onderhouden van goede betrekkingen
met China op hoog niveau dient het Nederlands belang, omdat daarmee in de Chinese
context een positief momentum voor bilaterale samenwerking op alle andere niveaus
wordt gegenereerd.
Vraag 2
Zijn er naast economische onderwerpen ook andere onderwerpen die besproken gaan worden?
Zo ja, welke onderwerpen zullen in welke samenstelling besproken worden?
Antwoord 2
In de gesprekken van Minister-President Rutte met president Xi Jinping en premier
Li Keqiang is een breed spectrum aan onderwerpen aan bod gekomen, waaronder handelspolitiek,
connectiviteit, Noord-Korea, klimaat en mensenrechten.
Vraag 3
Hoe verhoudt zich het organiseren van een handelsmissie naar China met het leveren
van kritiek op de verslechterde mensenrechtensituatie en de godsdienstvrijheid die
onder druk staat?
Antwoord 3
De regering doet zowel het een als het ander. Nederland maakt zich zorgen over de
mensenrechtensituatie in China, waaronder de vrijheid van religie en levensovertuiging.
Dit geldt ook ten aanzien van de rechtsstaat en de fundamentele vrijheden in Hongkong.
De opvattingen van Nederland en China over deze onderwerpen liggen uiteen. Deze zorgen
worden door Nederland onder meer aangekaart tijdens de bilaterale mensenrechtendialoog,
waarvan de volgende ronde voor deze zomer staat gepland.
Vraag 4 en 5
Is de Nederlandse regering bereid om tijdens deze handelsmissie de onderdrukking van
Oeigoeren en Tibetanen aan de kaak te stellen? Zo nee, waarom niet?
Zullen de zorgen van het kabinet over de verslechterende mensenrechtensituatie van
de Oeigoeren in de provincie Xinjiang besproken worden tijdens deze handelsmissie?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4 en 5
Vrijheid van religie en levensovertuiging is een van de prioriteiten van de regering
binnen het Nederlandse mensenrechtenbeleid. Nederland maakt zich ernstige zorgen over
de mensenrechtensituatie in Xinjiang en Tibet, en het kabinet volgt de ontwikkelingen
nauwgezet. Nederland stelt de zorgen zowel bilateraal als multilateraal aan de orde.
Ook in het gesprek met president Xi Jinping heeft Minister-President Rutte het belang
van de mensenrechten onderstreept, inclusief de vrijheid van religie en levensovertuiging.
Vraag 6
Op welke manier heeft het bedrag van 2,1 miljoen euro dat door de Nederlandse regering
wordt bijgedragen aan het Mensenrechtenfonds om de mensenrechtensituatie te verbeteren
in China een bijdrage geleverd aan de positie van de Oeigoeren en Tibetanen?
Antwoord 6
Nederland draagt via het Mensenrechtenfonds bij aan het verbeteren van de mensenrechtensituatie
in China, inclusief de situatie van etnische en religieuze minderheden waaronder ook
Oeigoeren en Tibetanen. Zoals aangegeven in eerder antwoord (d.d. 7 november 2017)
op vragen van het lid Kuzu, betreft dit onder meer projecten ter bestrijding van geweld
tegen meisjes. Omwille van de veiligheid van projectpartners kan niet op nadere details
worden ingegaan.
Vraag 7
Bent u bereid in het verslag van de handelsmissie concreet aan te geven op welke wijze
en in welke gesprekken aan bovengenoemde onderwerpen aandacht is geschonken? Kunt
u daarbij ook de reacties van de Chinese gesprekpartners vermelden?
Antwoord 7
In zijn gesprekken met president Xi Jinping en premier Li Keqiang benoemde Minister-President
Rutte het belang van een voortgaande en constructieve mensenrechtendialoog met China,
onder meer op gebied van gelijke rechten voor vrouwen, vrijheid van religie en levensovertuiging,
en ruimte voor het maatschappelijk middenveld. De Minister-President zei uit te kijken
naar een volgende ronde van de mensenrechtendialoog voor de zomer in Nederland. Inmiddels
is van Chinese zijde bevestigd dat de dialoog kan plaatsvinden in juli.
Overige aspecten van de reis zullen, waar relevant, worden meegenomen in de kamerbrief
over China waar de Commissies voor Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel
en Ontwikkelingssamenwerking om hebben verzocht.