Vragen van de leden Özütok en Van Tongeren (beiden GroenLinks) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Klagen over ongelijke behandeling kan niet in Caribisch Nederland» (ingezonden 16 april 2018).

Mededeling van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 9 mei 2018).

Vraag 1

Ken u het bericht «Klagen over ongelijke behandeling kan niet in Caribisch Nederland»?1 Zo ja, klopt dit bericht?

Vraag 2

Welke wetten en regelingen op het gebied van mensenrechten zijn op dit moment wel in het Europese deel van Nederland van toepassing, maar niet in Caribisch Nederland? Kunt u daarbij specifiek ingaan op de bescherming van discriminatie op de arbeidsmarkt?

Vraag 3

Wat kunnen mensen in Caribisch Nederland die zich gediscrimineerd voelen nu concreet doen en op basis van welke regelgeving?

Vraag 4

Deelt u de mening van het College voor de Rechten van de Mens dat meer wetten en regelingen op het gebied van mensenrechten van toepassing zouden moeten worden verklaard in Caribisch Nederland? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Bent u bereid om, zoals het College voor de Rechten van de Mens adviseert, met een stappenplan te komen tot geleidelijke invoering van wetten en regels die de gelijke behandeling van burgers in Caribisch Nederland verbetert? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

Hierbij deel ik u mee dat de vragen die door de leden Özütok en Van Tongeren (beiden GroenLinks) aan mij en aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn gesteld over het bericht «Klagen over ongelijke behandeling kan niet in Caribisch Nederland» niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden beantwoord.

Voor de beantwoording van de vragen is meer tijd nodig vanwege afstemming tussen betrokken bewindspersonen.

Uw Kamer ontvangt de antwoorden zo spoedig mogelijk.

Naar boven