Vragen van de leden Bergkamp (D66) en Sazias (50PLUS) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Sterke daling van potentiële mantelzorgers in de toekomst» (ingezonden 16 april 2018).

Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 8 mei 2018).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Sterke daling van potentiële mantelzorgers in de toekomst»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de prognoses uit het onderzoek «Regionale ontwikkelingen in het aantal potentiële helpers van oudere ouderen tussen 1975 en 2040» van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PLB)?

Antwoord 2

Zoals in het rapport van het PBL en het SCP wordt benoemd, zal er in de toekomst een groter beroep worden gedaan op «jongere ouderen» dan nu het geval is. Er zal meer gevraagd worden van langer doorwerkende zestigers. Dit rapport is daarom een duidelijke en belangrijke stimulans om de ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers te blijven verbeteren.

Vraag 3

Hoe worden mantelzorgers, anders dan respijtzorg, ondersteund? Hoe kunt u dit soort initiatieven, zoals het rekening houden met mantelzorg door werkgevers, ondersteunen?

Antwoord 3

Het is noodzakelijk dat mantelzorgers zich bewust worden van het feit dat zij mantelzorger zijn. Veel mantelzorgers realiseren zich dit pas (te) laat en raken (daardoor) overbelast. Ik ga me inzetten om deze bewustwording te vergroten, zodat mantelzorgers op tijd aan de bel (kunnen) trekken en de hulp krijgen

die zij nodig hebben van hun gemeente. Maar ook een goed samenspel met professionele zorgverleners aan huis, het slim inzetten van digitale zorg (e-health) en afspraken over het combineren van werk en mantelzorgtaken op de werkvloer, dragen bij aan het ontlasten van mantelzorgers. In het programma Langer Thuis kom ik met concrete voorstellen voor een betere ondersteuning van mantelzorgers. Uw Kamer wordt hierover begin juni geïnformeerd.

Vraag 4

Deelt u de mening dat respijtzorg, hetgeen wettelijk verankerd is in de Wet Langdurige Zorg en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, van essentieel belang is om een mantelzorger te ondersteunen?

Antwoord 4

Ja. Ik vind het heel belangrijk dat mantelzorgers goed worden ondersteund in hun taken, zodat zij het zorgen voor hun naaste kunnen blijven volhouden. Respijtzorg verlicht de belasting van de mantelzorger door taken tijdelijk over te nemen. Naast een betere bewustwording hiervan moet ook het aanbod van respijtzorg verbeterd worden. Er is tot op heden weinig bekend bij mantelzorgers over de ondersteuning die zij kunnen aanvragen bij de gemeente. Mantelzorgers geven in gesprekken vaak aan dat zij niet weten waar ze naartoe moeten om ondersteuning aan te vragen. Onder andere in het programma Langer Thuis zal ik hier veel aandacht aan besteden.

Vraag 5

  • a. Bent u bereid om naast het toezegde onderzoek (waarin in zijn algemeenheid gekeken gaat worden naar problemen als vindbaarheid, passendheid en drempels rondom de respijtzorg voor mantelzorgerstevens) tevens in samenwerking met Mezzo, een diepgaander onderzoek uit te voeren?2 Zo nee, waarom niet?

  • b. Bent u bereid om in ditzelfde onderzoek te kijken naar welke mogelijkheden voor respijtzorg lokaal geboden worden, hoe deze mogelijkheden verschillen van een aantal jaren geleden, welke vormen aanslaan bij de doelgroep en hoe respijtzorg ingevuld en aangeboden dient te worden? Zo nee, waarom niet?

  • c. Bent u tevens bereid om hierbij gebruikmakend van de inzichten uit het SCP/PBL-onderzoek, met als doel in beeld te brengen welke maatregelen genomen kunnen worden om de respijtzorg te verbeteren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Samen met gemeenten, Mezzo, cliënten en mantelzorgers zelf wil ik bekijken wat er nodig is voor werkzame elementen bij respijtzorg. Uitkomsten van onderzoeken zoals die van het SCP/PBL betrek ik daar graag bij. Maar ook nieuwe onderzoeken, zoals de G4 en Movisie voornemens zijn rondom een passende en laagdrempelige logeeropvang, zijn daarvoor relevant.


X Noot
2

Tijdens het verzameloverleg Wmo/Mantelzorg/Hulpmiddelenbeleid van 15 maart 2018

Naar boven