Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën over het niet delen van interne stukken (telefoonnoties van de belastingtelefoon) met de rechter en over het recht van de burger om de telefoonnotities van de belastingtelefoon te kunnen ontvangen (ingezonden 30 maart 2018).

Mededeling van Staatssecretaris Snel (Financiën) (ontvangen 24 april 2018)

Vraag 1

Bent u bekend met de uitzending van Nieuwsuur van 25 maart 2018 en het artikel «Belastingdienst hield documenten achter in slepende zaak»?1

Vraag 2

Kunt u aangeven waarom telefoonnotities op verzoek van een procespartij of de rechter niet verschaft worden door de Belastingdienst?

Vraag 3

Deelt u de mening dat de telefoonnotities van de Belastingdienst belangrijke informatie kunnen zijn om vast te stellen hoe de communicatie tussen de Belastingdienst en de belastingplichtige is verlopen?

Vraag 4

Heeft de Belastingdienst een beleid ten aanzien van het inbrengen van stukken in procedures? Hoe wordt besloten welke stukken wel of niet worden ingebracht?

Vraag 5

Vallen de aantekeningen over het bellen onder de reikwijdte van artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens, zodat burgers gewoon inzagerecht hebben in deze gegevens indien zij daarom verzoeken?

Vraag 6

Bent u bereid ervoor zorg te dragen dat burger op eenvoudige wijze de gespreksverslagen die er zijn van hun gesprekken kunnen opvragen bij de Belastingdienst, dan wel ervoor te zorgen dat deze beschikbaar zijn in bijvoorbeeld mijnoverheid.nl?

Vraag 7

Kunt u ervoor zorgdragen dat burgers de gegeven adviezen ook kunnen inzien, zodat deze later herleidbaar zijn bij conflicten en er ook rechtszekerheid aan ontleend kan worden?

Vraag 8

Klopt het dat de BelastingdienstToeslagen in de zaak die geleid heeft tot de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 8 maart 20172 op 28 oktober 2016 op schriftelijke vragen van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft geantwoord:

«Informatievoorziening richting [wederpartij]:

Ik kan helaas niet achterhalen of [wederpartij] erop is gewezen om onvolkomenheden te herstellen. Indien een burger contact opneemt met de Belastingdienst/Toeslagen wordt de burger het over het algemeen wel voorgelicht over de mogelijkheid om een eventuele tekortkoming te herstellen.

Hierbij ben ik wel van mening dat het vooral op de weg van [wederpartij] gelegen zou hebben om contact op te nemen en nadere informatie in te winnen.»?

Vraag 9

Kunt u bevestigen dat uit de telefoonnotities van deze ouder, hierboven geanonimiseerd als [wederpartij], blijkt dat deze ouder tot 28 oktober 2016 22 keer gebeld heeft naar de Belastingtelefoon met vragen wanneer de stukken beoordeeld gaan worden en welke stukken er nog moeten worden ingeleverd?

Vraag 10

Herinnert u zich de aanbeveling van de Nationale ombudsman om de vraagouders die overlast hebben ondervonden door de aanpak van Toeslagen excuses aan te bieden en een tegemoetkoming te bieden voor het aangedane leed. Kunt u aangeven hoeveel mensen een tegemoetkoming gehad hebben voor het aangedane leed en welke vorm die had?3

Vraag 11

Bij hoeveel andere mensen (van andere kinderopvanginstellingen) is de toeslag op deze wijze stopgezet en hoe lang hebben deze mensen moeten wachten? Was ook daar sprake van herbeoordeling van de dossiers?

Vraag 12

Kunt u deze vragen een voor een en binnen drie weken beantwoorden?

Mededeling

De leden Leijten (SP) en Omtzigt (CDA) van uw Kamer hebben mij op respectievelijk 29 maart en 30 maart jl. vragen gesteld over het bericht dat de Belastingdienst interne stukken niet zou delen in een rechtszaak en over het recht van burgers om telefoonnotities van de Belastingtelefoon te kunnen ontvangen.

Het is niet mogelijk gebleken deze vragen binnen de termijn van 3 weken te beantwoorden. De antwoorden zullen zo spoedig mogelijk aan uw Kamer worden verzonden.


X Noot
2

Uitspraak van de Raad van State d.d. 8 maart 2017, nr. 201509135/1/A2

X Noot
3

Rapport van de Nationale ombudsman «Geen powerplay maar fairplay»

Naar boven