Vragen van het lid Rog (CDA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het besluit van de provincie Noord-Brabant om vanaf 2018 een half miljoen euro te bezuinigen op de philharmonie zuidnederland (ingezonden 3 oktober 2017).

Antwoord van Minister Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 12 oktober 2017).

Vraag 1

Bent u bekend met het besluit van de provincie Noord-Brabant om vanaf 2018 een half miljoen euro te bezuinigen op de philharmonie zuidnederland en vanaf 2020 over te willen gaan op een jaarlijkse subsidiebeoordeling?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Wat vindt u, gelet op het advies van de Raad voor Cultuur, van een bezuiniging door de provincie Noord-Brabant?2

Bent u bekend met het feit dat de philharmonie zuidnederland formeel bezwaar heeft aangetekend tegen het besluit van de provincie Brabant? Kunt u bevestigen dat de provincie Noord-Brabant in april 2017 eigenstandig contact met u heeft gezocht over het bezuinigingsvoornemen, zonder de philharmonie of de provincie Limburg hierin te betrekken? Hoe beziet u dit handelen, mede in het licht van het advies van de Raad voor Cultuur (in voornoemde brief) aan het ministerie, de provincies en de gemeenten om hun beleid ten aanzien van de philharmonie zuidnederland zorgvuldig op elkaar af te stemmen?

Antwoord 2 en 3

De instandhouding van deze orkestvoorziening is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle betrokken subsidiepartners. Ik vind het daarom teleurstellend dat één van de subsidiepartners zonder bestuurlijk overleg met de andere subsidiegevers op zo’n korte termijn een bezuiniging doorvoert.

Ik ben bekend met het feit dat Philharmonie zuidnederland bezwaar heeft aangetekend tegen het besluit. Ik kan bevestigen dat de gedeputeerde Cultuur Noord-Brabant in april om een telefonisch onderhoud heeft verzocht over de ontwikkelingen rond Philharmonie zuidnederland. Daarbij is een bezuinigingsvoornemen niet aan de orde geweest.

Vraag 4

Wat is de inhoud en uitkomst van dit gesprek in april 2017 geweest tussen u en de provincie Noord-Brabant?

Antwoord 4

Tijdens dit gesprek is gesproken over het onderzoek naar de mogelijkheden voor Philharmonie zuidnederland om tot één orkestkern te komen. De vraag was of de goedkeuring van OCW op het werkplan van Philharmonie zuidnederland voor de jaren 2017–2020 een scenario belemmert van een kleinere orkestkern. Ik heb geantwoord dat dit niet het geval is. Wel is het zo dat indien er gekozen wordt voor een kleinere orkestkern het oorspronkelijk ingediende werkplan en bijbehorende begroting aangepast zal moeten worden. Immers een kleinere orkestformatie zal minder activiteiten kunnen uitvoeren en daar hoort een ander werkplan inclusief bijgestelde begroting bij.

Vraag 5

Bent u bereid om, gelet op het belang van de philharmonie voor Zuid-Nederland, op korte termijn met de provincies en gemeenten in gesprek te gaan om een oplossing te vinden die recht doet aan het gezamenlijk opgestelde plan en het advies van de Raad voor Cultuur?

Antwoord 5

Ja, ik heb alle subsidiepartners uitgenodigd voor een bestuurlijk overleg.

Vraag 6

In hoeverre bent u door de provincie Noord-Brabant betrokken bij het bezuinigingsbesluit?

Antwoord 6

In het cultuurconvenant tussen het Ministerie van OCW en Brabantstad heeft de provincie Noord-Brabant ten aanzien van de Philharmonie zuidnederland een voorbehoud opgenomen ten aanzien van de subsidie. Er is voor de periode 2017–2020 max € 2 miljoen gereserveerd op jaarbasis waarbij de provincie pas later in 2017 een besluit neemt over de subsidie voor de periode 2018–2020. Bij het besluit van de provincie Noord-Brabant om de subsidie van Philharmonie zuidnederland met € 0,5 miljoen te verlagen voor de jaren 2018–2020 ben ik niet betrokken geweest.

Vraag 7

Wat betekent de bezuiniging van de provincie Noord-Brabant voor de verhoudingen in activiteiten tussen Noord-Brabant, Limburg, Zeeland, Eindhoven, Maastricht en internationaal in het werkplan 2017–2020 van de philharmonie zuidnederland?

Antwoord 7

Het besluit van de provincie Noord-Brabant heeft consequenties voor het werkplan van het orkest. Het orkest zal de activiteiten naar beneden bij moeten stellen nu het minder subsidie ontvangt. De insteek vanuit Brabant is dat de aanpassing beperkt wordt tot activiteiten in Brabant.

Vraag 8

Deelt u de zorgen dat dit besluit precedentwerking kan hebben voor andere gezelschappen en/of medefinanciers in een cultuurplanperiode?

Antwoord 8

Ik vertrouw er op dat indien een instelling door meerdere overheden wordt gesubsidieerd, die overheden gezamenlijk hun verantwoordelijkheid nemen voor de instelling gedurende de cultuurplanperiode. Het is ook om die reden dat elke vier jaar per regio de bestuurlijke partners in een convenant bevestigen dat zij de subsidie van in de betreffende regio gevestigde culturele instelling als een gezamenlijke verantwoordelijkheid beschouwen.


X Noot
2

De philharmonie zuidnederland heeft, op verzoek van de Minister en samen met de provincies Noord-Brabant en Limburg, een plan opgesteld om in de huidige BIS-periode (2017–2020) via volledige integratie van de twee orkestkernen tot één orkest te komen. De Raad voor Cultuur noemt in zijn brief van 17 juli 2017 de keuzes in dit plan «weloverwogen» en spreekt zijn vertrouwen uit in het plan. Tegelijkertijd stelt de Raad: «dat het succes van de gekozen opzet valt of staat met de voortzetting van de subsidierelaties van het orkest met de provincies Noord-Brabant en Limburg.» https://www.cultuur.nl/upload/documents/adviezen/briefadvies-reactie-plannen-17-juli-2017.pdf

Naar boven