Vragen van de leden De Roon en Maeijer (beiden PVV) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over virulent antisemitisme via Palestijns persbureau (ingezonden 5 maart 2018).

Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) en van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 20 april 2018).

Vraag 1

Kent u de berichtgeving over een op de website van het Palestijnse persbureau Ma’an gepubliceerd antisemitisch artikel?1

Antwoord 1

Ja. Het betreft een ingezonden opiniestuk van Hamas-leider al Lidawi.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de inhoud van dat artikel en het feit dat dergelijk antisemitisme door Ma’an wordt verspreid?

Antwoord 2

Het ingezonden opiniestuk bevat verwerpelijke antisemitische uitspraken. Ma’an News Agency is niet betrokken geweest bij het opstellen van het stuk. De organisatie heeft het opiniestuk van de website verwijderd en afstand genomen van de uitspraken in het artikel. In een brief aan diens Palestijnse en internationale partners heeft Ma’an News Agency het misbruik van religie, en in het bijzonder het jodendom, veroordeeld.

Vraag 3

Wordt Ma’an direct of indirect door Nederland en/of door EU financieel ondersteund?

Antwoord 3

Nederland geeft geen directe financiering aan Ma’an News Agency. De EU ondersteunt Ma’an News Agency binnen een Media for Change project dat zich richt op de promotie van participatie en betrokkenheid van Palestijnse burgers bij het vredesproces, via het regionale EU Peacebuilding Initiative (EUPI) programma.

Vraag 4

Zo ja, ziet u reden om die ondersteuning te beëindigen?

Antwoord 4

Een sterk maatschappelijk middenveld en onafhankelijke media zijn belangrijk voor de ontwikkeling van een democratische Palestijnse staat. Stopzetten van financiering van partnerorganisaties moet een laatste redmiddel zijn, indien het niet lukt eventuele misstanden recht te zetten op een voor beide partijen acceptabele manier.

In dit geval is het kabinet van oordeel dat Ma’an News Agency adequaat heeft opgetreden door het bewuste opiniestuk te verwijderen van diens website en openlijk afstand te nemen van de inhoud. Daarom is het kabinet niet voornemens bij de EU een stopzetting van de samenwerking te bepleiten.

Naar boven