Vragen van het lid Becker (VVD) aan de Minister van Sociale zaken en Werkgelegenheid over de beïnvloeding van Nederlanders in Nederland door Turkse lobbyorganisatie gelieerd aan AK-partij (ingezonden 15 maart 2018).

Mededeling van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 20 april 2018).

Vraag 1

Kent u het bericht «Nederturken klaarstomen voor carrière»?1

Vraag 2

Wat is de Union of European Turkish Democrats (UETD) voor organisatie, welke rechtsvorm heeft het en welke rol en grootte heeft de organisatie in Nederland? Hoeveel Nederlanders met een Turkse achtergrond zijn lid en hoeveel afdelingen zijn er inmiddels?

Vraag 3

Is het waar dat de UETD gelieerd is aan de AK-partij van president Erdogan? Kunt u inzicht geven in de financiering van de UETD en ook aangeven of de organisatie nationale en/of lokale subsidie ontvangt en zo ja welke dat zijn?

Vraag 4

Is het waar dat de UETD betrokken was bij het conflict tussen Nederlandse Turken na de couppoging in Turkije, waarbij «vermeende Gülen-aanhangers» werden geïdentificeerd en zwartgemaakt, hetgeen soms leidde tot heftige ruzies op scholen en schoolpleinen tussen groepen ouders? Zo ja, is hierover namens de Nederlandse overheid met de UETD gesproken en op welke wijze?

Vraag 5

Bent u bekend met het feit dat vorig jaar zeventig jongeren zijn klaargestoomd door de UETD om in Nederland de politiek in te gaan en dat zij inmiddels op verschillende lijsten van politieke partijen staan? Zo ja, wat vindt u hiervan? Onder welke wetgeving vallen deze activiteiten en (hoe) vindt hierop toezicht plaats?

Vraag 6

Ziet u een risico in het feit dat de UETD Nederlanders met Turkse achtergrond op hun Turkse loyaliteit aanspreekt en hen vraagt deze ook in de Nederlandse politiek in te zetten? Zo ja, wat doet u eraan om dit risico terug te dringen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Hoe voorkomt u in wet- en regelgeving dat ongewenste buitenlandse beïnvloeding en het tegenwerken van integratie kan plaatsvinden door organisaties als de UETD? Welke rol spelen de Nederlandse veiligheids- en inlichtingendiensten en welke mogelijkheden heeft het kabinet om in te kunnen grijpen als er sprake zou zijn van activiteiten of oproepen die ingaan tegen de Nederlandse rechtsstaat, het belang van Nederland of die integratie tegenwerken? Bent u bereid van die mogelijkheden gebruik te maken?

Vraag 8

Bent u bereid deze vragen binnen vier weken te beantwoorden, zodat de antwoorden betrokken kunnen worden bij het nog te plannen plenaire debat over de vermeende jihadpreek in Hoorn die door Turkije zou zijn gedicteerd en de intimidatie van Turkse Nederlanders door de Turkse regering?

Mededeling

Uw Kamer heeft, voorafgaand aan een nog in te plannen debat met mij en de Minister van Buitenlandse Zaken, om een aantal brieven verzocht:

  • de beantwoording van de schriftelijke vragen over het mediabericht «Jihadpreek in Hoorn», gesteld door de leden Van Dijk (SP), Özdil (GL) en Becker (VVD);

  • een brief over het mediabericht «Kamervoorzitter Arib: Turkse aanval op Kamerleden onacceptabel»;

  • de beantwoording van de schriftelijke vragen over het mediabericht «Nederturken klaarstomen voor carrière», gesteld door de leden De Graaf en Wilders (beiden PVV) en het lid Becker (VVD);

  • en een brief over het mediabericht «Arabische inmenging in moskee Rotterdam».

Hierbij informeer ik u dat uw Kamer de antwoorden op de schriftelijke vragen over de vermeende «Jihadpreek in Hoorn» en de UETD, en de brief over «de Turkse aanval op Kamerleden» nog voor het meireces ontvangt. De brief over het bericht «Arabische inmenging in moskee Rotterdam» ontvangt uw Kamer vlak na het meireces.


X Noot
1

Telegraaf 12 maart 2018

Naar boven