Vragen van het lid Asscher (PvdA) aan de Minister-President over de eerste honderd dagen van het kabinet (ingezonden 6 februari 2018).

Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) en van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 17 april 2018),

Vraag 1

Welke maatregelen heeft u genomen om de vakmensen die bij defensie, politie, zorg en onderwijs werken meer waardering, ondersteuning en ruimte te geven, zoals op pagina 1 van het Regeerakkoord staat?

Antwoord 1

Wij ondersteunen de leraar zo goed mogelijk bij het uitvoeren van zijn beroep en staan hierbij naast de leraar. We zijn de afgelopen periode in gesprek gegaan met leraren om te luisteren naar hun ervaringen en te horen waar de knelpunten liggen. Hier gaan we ook komende periode mee door. Onbekendheid en onduidelijkheid over mogelijkheden binnen wet- en regelgeving hebben we direct aangepakt. Eind 2017 is voor het PO de brochure Ruimte in regels gepubliceerd. Deze ondersteunt de leraren en schoolleiders bij het benutten van ruimte in het stelsel en wet- en regelgeving om het onderwijs anders in te richten. Op dit moment wordt gewerkt aan een vergelijkbare brochure voor het VO en het MBO. Scholen in het primair onderwijs krijgen het komend jaar 237 miljoen extra om werkdruk aan te pakken. We geven de scholen de ruimte om zelf deze middelen in te zetten passend bij de behoeften van de school, bijvoorbeeld om leraren, klassenassistenten of conciërges aan te nemen.

Vraag 2

Hoeveel geld is specifiek voor deze vakmensen, bovenop de normale loonruimte, extra beschikbaar gemaakt voor de komende jaren?

Antwoord 2

Voor waardering, ondersteuning en ruimte is ten behoeve van de vakmensen in het primair onderwijs een bedrag van structureel € 720 miljoen in het Regeerakkoord opgenomen. Daarvan is € 270 miljoen voor de modernisering van de arbeidsvoorwaarden van docenten en € 450 miljoen voor de bestrijding van werkdruk (inclusief € 20 miljoen voor kleine scholen).

Vraag 3

Hoeveel mensen in de zorg, in het onderwijs, bij defensie en bij de politie hebben burn-outklachten?

Antwoord 3

Onderwijs totaal:

  • Uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) 2016 van CBS en TNO blijkt dat 19,5% van de respondenten (N= 2083) in het onderwijs antwoordt burn-out klachten te hebben.

Primair onderwijs:

  • In het primair onderwijs geeft 21,6% van de respondenten (N= 956) aan burn-out klachten te hebben.

Vraag 4

Wanneer komt u met een noodplan om iets aan de stress, de personeelstekorten en de werkdruk in het onderwijs, de zorg, bij defensie en bij de politie te doen?

Antwoord 4

Wij ondersteunen de leraar zo goed mogelijk bij het uitvoeren van zijn beroep en staan hierbij naast de leraar. We zijn de afgelopen periode in gesprek gegaan met leraren om te luisteren naar ervaringen en te horen waar de knelpunten liggen. Hier gaan we ook komende periode mee door. Op een aantal vlakken is direct actie ondernomen. Zo is het werkdrukakkoord gesloten in het primair onderwijs waardoor scholen komend jaar € 237 miljoen extra krijgen. We geven de scholen de ruimte om zelf deze middelen in te zetten passend bij de behoeften van de school. Ook is er eind 2017 de brochure Ruimte in regels in het primair onderwijs gepubliceerd. Deze ondersteunt de leraren en schoolleiders bij het benutten van ruimte in het stelsel en wet- en regelgeving om het onderwijs anders in te richten. Op dit moment wordt gewerkt aan een vergelijkbare brochure voor het VO en het MBO. Voor de aanpak van het lerarentekort is in juni 2017 een plan van aanpak opgesteld, langs zes actielijnen. Wij gaan verder met de uitwerking van dat plan en waar nodig worden aanvullende acties ingezet. Zo zijn we voor het vo en het mbo ook bezig met de uitwerking van de motie Van Meenen, die het kabinet oproept om de urennorm zo toe te passen dat docenten het onderwijs en zichzelf zo kunnen ontwikkelen dat de kwaliteit van het onderwijs wordt gegarandeerd.

Naar boven