Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Financiën over de ING als huisbankier van de staat (ingezonden 13 maart 2018).

Mededeling van Minister Hoekstra (Minister van Financiën) (ontvangen 5 april 2018).

Vraag 1

Hoe verhoudt de voorgenomen salarisverhoging van ING-topman Hamers zich tot de opvatting van de Nederlandse Staat over beheerst beloningsbeleid?

Vraag 2

In hoeverre speelde tijdens de gunning aan de ING om de rijksbankrekeningen te beheren maatschappelijk verantwoord ondernemen, waaronder een beheerst en redelijk beloningsbeleid, een rol?

Vraag 3

Voldoet de ING in uw ogen nog aan de criteria voor maatschappelijke betamelijkheid, zeker omdat u de salarisverhoging zelf buitensporig noemde?

Vraag 4

Onder welke voorwaarden kan het contract met de ING als huisbankier van de Staat worden opgezegd?

Vraag 5

Bent u bereid, als de ING vasthoudt aan de salarisverhoging, te onderzoeken of de overheid af kan van haar contract met de ING en te kiezen voor een huisbankier die wel normale beloningen voor de top heeft?

Vraag 6

Wilt u deze vragen beantwoorden voor het debat over de loonsverhoging van de ING-topman?

Mededeling

Hierbij laat ik u weten dat ik de door het lid Nijboer (PvdA) gestelde vragen over de ING als huisbankier van de staat, ingezonden op 13 maart 2018 met kenmerk 2018Z04428, niet binnen de gestelde termijn kan beantwoorden. Wel kan ik u alvast zeggen dat een eventuele loonsverhoging van de CEO van ING geen juridische grondslag vormt om de overeenkomst met ING als huisbankier op te zeggen. De verdere beantwoording van deze Kamervragen vergt nadere afstemming en onderzoek.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven