Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de Staatssecretaris van Financiën over het bericht «EU nagelt Nederland aan de schandpaal vanwege «agressieve belastingplanning» (ingezonden 9 maart 2018).

Antwoord van Staatssecretaris Snel (Financiën) (ontvangen 26 maart 2018).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «EU nagelt Nederland aan de schandpaal vanwege «agressieve belastingplanning»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat zijn de precieze bewoordingen geweest van Eurocommissaris Moscovici? Heeft hij zich op dezelfde manier uitgelaten in uw gesprekken met hem?

Antwoord 2

De uitspraken van Eurocommissaris Moscovici, waaraan in het artikel van Trouw wordt gerefereerd, zijn gedaan tijdens een persconferentie bij gelegenheid van de presentatie door de Europese Commissie (hierna: de Commissie) van de zogeheten landenrapporten in het kader van het Europees Semester, inclusief de diepteonderzoeken in het kader van de macro-economische onevenwichtighedenprocedure. Tijdens die persconferentie heeft Eurocommissaris Moscovici verschillende uitspraken gedaan. In sommige van deze uitspraken stelde de heer Moscovici inderdaad dat zeven landen agressieve belastingplanning mogelijk zouden maken. De heer Moscovici heeft zich in zijn gesprek met mij op 5 maart jl. niet op eenzelfde manier uitgelaten. Wel hebben wij tijdens dat gesprek gesproken over de aanpak van belastingontduiking en belastingontwijking door Nederland, zoals verwoord in de brief aan uw Kamer van 23 februari jl.2

Vraag 3

Wat is de consequentie van de bewoordingen van Eurocommissaris Moscovici? Wordt Nederland nu op de «zwarte lijst» geplaatst?

Antwoord 3

De consequentie van de bewoordingen van de heer Moscovici is niet dat Nederland nu op de EU-lijst van non-coöperatieve jurisdicties in belastingzaken (hierna: de EU-lijst) wordt geplaatst. Nederland hoort ook niet thuis op een dergelijke EU-lijst, omdat Nederland ruimschoots voldoet aan alle EU-standaarden in het kader van de EU-lijst. Nederland zal ook de strengere normen die gelden voor de EU-lidstaten voortvarend en verdergaand dan de EU-minimumstandaarden in de richtlijnen implementeren. Deze eisen betreffen:

  • 1. fiscale transparantie;

  • 2. eerlijke belastingheffing: een land mag geen schadelijke belastingregimes hebben volgens de regels van de EU-Gedragscodegroep en indien een land geen vennootschapsbelasting heft, moet het bereid zijn substance-maatregelen in te voeren gedurende 2018;

  • 3. een land moet zich hebben gecommitteerd aan de implementatie van de minimumstandaarden van het BEPS-project.

Vraag 4, 5, 6, 8

Wat is uw reactie op de mening van Eurocommissaris Moscovici? Waarom heeft Nederland niet net zoals België en Luxemburg eerder duidelijk gereageerd?

Kunt u hard en helder afstand nemen van de suggestie dat Nederland een belastingparadijs zou zijn, of dat het zou meehelpen aan agressieve belastingplanning? Bent u bereid dat hierbij te doen?

Deelt u de mening dat een dergelijke kwalificatie een belediging is aan het adres van miljoenen hardwerkende ondernemers, werknemers en Nederlanders, die hier weg worden gezet als ware zij medeplichtig aan illegale praktijken zoals belastingontduiking?

Is Eurocommissaris Moscovici het regeerakkoord en uw brief van 23 februari 2018 ontgaan, waarin zeer ambitieuze maatregelen genomen worden om belastingontduiking tegen te gaan? Zo ja, zou het raadzaam zijn hem deze documenten alsnog te sturen?3

Antwoord 4, 5, 6, 8

In mijn brief aan uw Kamer van 23 februari jl. heb ik uitgelegd dat de keerzijde van een belastingstelsel zoals het Nederlandse, dat rekening houdt met internationaal opererende bedrijven, is dat het ook ontvankelijk kan zijn voor structuren die de belastinggrondslag uithollen. Ik heb in dezelfde brief aangegeven dat het kabinet belastingontduiking en belastingontwijking wil aanpakken en dat dit voor mij een beleidsspeerpunt is. Ik heb daarbij opgemerkt dat internationaal de afgelopen jaren belangrijke stappen zijn gezet in de aanpak van belastingontduiking en belastingontwijking, waarbij Nederland zich actief en positief heeft opgesteld. De Europese richtlijnen tegen belastingontwijking worden de komende tijd in nationale wetgeving omgezet. Daarnaast treft het kabinet nationaal maatregelen ter bevordering van transparantie en worden bronbelastingen op dividend, rente en royalty’s naar zogenoemde landen met een laag winstbelastingtarief en in misbruiksituaties geïntroduceerd. Ook wil dit kabinet – onder meer via het zogenoemde Multilateraal Verdrag – antimisbruikbepalingen in verdragen opnemen om te voorkomen dat het (uitgebreide) Nederlandse verdragennetwerk oneigenlijk wordt gebruikt. Het mag duidelijk zijn dat al deze inspanningen en de tastbare resultaten die we al hebben geboekt geen enkele grond bieden om Nederland als belastingparadijs te kwalificeren en dat het beeld dat Nederland zou meehelpen aan agressieve belastingplanning, laat staan aan belastingontduiking, niet terecht is.

Dat een hardnekkig beeld bestaat dat Nederland het internationale bedrijven fiscaal gemakkelijk zou maken belasting te ontwijken, draagt eraan bij dat de reactie van de buitenwereld op de ambitie van het kabinet met betrekking tot het aanpakken van belastingontduiking en belastingontwijking dikwijls nog «eerst zien, dan geloven» is. In die zin heb ik de reactie van Eurocommissaris Moscovici ook begrepen. In ons gesprek op 5 maart jl. heb ik de maatregelen in de brief van 23 februari jl. aan hem uitgelegd, waarop hij aangaf deze uitleg als nuttig te hebben ervaren. In de landenrapporten erkent de Commissie ook dat Nederland goed op weg is met de aanpak van belastingontduiking en belastingontwijking. Dat ook elders de brief van 23 februari jl. positief wordt ontvangen blijkt ook uit de reactie van directeur belastingbeleid Pascal Saint-Amans van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Op een seminar op het Ministerie van Financiën op 22 maart jl. gaf hij aan dat de brief hem als muziek in de oren klinkt en dat het nieuwe Nederlandse beleid echt een fundamentele wijziging is ten opzichte van het verleden.

Vraag 7

Is het toeval dat Eurocommissaris Moscovici slechts kleine landen aanwijst als landen die zouden meewerken aan agressieve belastingplanning? Is het werkelijk zo dat een land als Frankrijk geen enkele vorm van belastingprikkel kent?

Antwoord 7

De uitspraken van Eurocommissaris Moscovici komen voor zijn rekening. Belastingprikkels hoeven overigens niet altijd negatief te zijn en agressieve belastingplanning te bevorderen. Zij komen in elk belastingstelsel voor, bijvoorbeeld met het oog op het bevorderen van innovatie of van werkgelegenheid. In het Forum on Harmful Tax Practices van de OESO en de Europese Gedragscodegroep beoordelen landen elkaars belastingmaatregelen om vast te stellen of sprake is van schadelijke belastingconcurrentie. Indien dat het geval is moet het land in kwestie de belastingmaatregel aanpassen of intrekken. Zo dient bijvoorbeeld Frankrijk zijn patentbox nog aan te passen aan de internationaal gemaakte afspraken.

Vraag 9

Heeft u Eurocommissaris Moscovici erop gewezen dat Nederland een net zo ambitieuze aanpak in het toezicht op de naleving van de begrotingsregels uit het Stabiliteits- en Groeipact (SGP), eveneens zijn verantwoordelijkheid, zou waarderen, als dat hij nu doet in het beoordelen van de landelijke belastingstelsels? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat was zijn reactie?

Antwoord 9

Mijn gesprek met Eurocommissaris Moscovici op 5 maart jl. ging hoofdzakelijk over belastingonderwerpen. Hoewel het kabinet hecht aan strikte naleving van de begrotingsregels, zoals vastgelegd in het Stabiliteits- en Groeipact, is de handhaving ervan, om deze reden, in dit gesprek niet aan bod gekomen.

Vraag 10

Deelt u de mening dat het niet handhaven van het SGP net zozeer schade toebrengt aan de rechtvaardigheid, eerlijke concurrentie in de interne markt verhindert en de rekening voor de Europese belastingbetalers verhoogt? Hoe is Eurocommissaris Moscovici van plan dit probleem aan te pakken?

Antwoord 10

Het moge bekend zijn dat het kabinet een voorstander is van strenge naleving en handhaving van de begrotingsregels uit het SGP. Als lidstaten hun begroting op orde hebben draagt dat bij aan de stabiliteit van individuele lidstaten en de eurozone als geheel. Het SGP is ook door de lidstaten gezamenlijk afgesproken. De Commissie dient binnen de regels van het SGP te opereren. Toepassing van deze regels, zoals vastgelegd in artikel 126 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie en nader gespecificeerd in verordeningen, is echter geen automatisme. Vanaf het Verdrag van Maastricht in 1992 is er binnen de regels ruimte voor beoordeling geweest. Hoewel de Commissie een zekere mate van bewegingsruimte heeft bij de beoordeling van lidstaten, en er goede redenen kunnen zijn voor flexibiliteit, is het wel zaak dat de Commissie de regels consistent toepast en als objectieve scheidsrechter opereert. Het is essentieel voor de geloofwaardigheid van de regels dat de Commissie er niet voor terugdeinst stappen te zetten, indien de begrotingssituatie in lidstaten daar aanleiding toe geeft. De Commissie moet ervoor waken dat de uiteindelijke doelstelling van het SGP, houdbare overheidsfinanciën, niet in het geding komt.

Vraag 11, 12

Deelt u de mening dat de Luxemburgse premier Bettel dat het «aan de schandpaal nagelen» van deze landen niet bedoeld mag zijn om harmonisering van Europese belastingen te pushen?4

Is het toeval dat de aangesproken landen grotendeels ook de meest kritische landen zijn op harmonisering van belastingen, bijvoorbeeld bij de Common Corporate Tax Base (CCTB) of de Common Consolidated Corporate Tax Base (CCCTB)?

Antwoord 11, 12

Zoals reeds gesteld komen de uitspraken van Eurocommissaris Moscovici voor zijn rekening. Ik weet dan ook niet wat er met deze uitspraken is beoogd. Het is bekend dat Nederland terughoudend staat tegenover de C(C)CTB.5


X Noot
1

Trouw, 7 maart 2018

X Noot
2

Kamerstuk 25 087, nr. 188.

X Noot
3

Kamerstuk, 25 087, nr. 188

X Noot
4

NRC NEXT, 8 maart 2018

X Noot
5

Kamerstuk 34 604, nr. 4.

Naar boven