Vragen van de leden Kuzu, Azarkan en Öztürk (allen DENK) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat een Turks-Nederlandse vereniging in Rotterdam is besmeurd met PKK-leuzen door sympathisanten van de terroristische beweging PKK (ingezonden 30 januari 2018).

Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 23 maart 2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 1240.

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Gebouw Turkse vereniging in Feijenoord beklad met PKK-leuzen»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3, 4

Wat vindt u van het feit dat aanhangers van de terroristische organisatie PKK een gebouw in ons land bekladden met de namen van de organisaties PKK en YPG? Kunt u begrijpen dat dit mensen angst inboezemt?

Hebben de gemeente Rotterdam en de burgemeester van Rotterdam contact opgenomen met deze vereniging? Zo ja, welke maatregelen zijn er getroffen? Zo nee, waarom niet?

Hoe gaat u de veiligheid van de bezoekers van deze vereniging waarborgen?

Antwoord 2, 3, 4

Ik heb met afkeer kennisgenomen van de bekladding. Ik begrijp dat deze voor onrust en angst zorgen. Zeker bij de direct betrokkenen zoals het verenigingsbestuur en de verenigingsleden, maar ook bij niet-direct betrokkenen. In zo’n geval is het belangrijk dat de vereniging en haar leden direct worden bijgestaan. Goede contacten tussen de gemeente, politie en vereniging zijn van groot belang om gezamenlijk de veiligheid te waarborgen. In Rotterdam zijn die contacten direct gelegd en heeft dat ervoor gezorgd dat er snel en adequaat kon worden gehandeld. Indien nodig worden lokaal passende maatregelen getroffen op basis van dreiging en risico. Bij het nemen van beveiligingsmaatregelen moet in het oog worden gehouden dat het middel gegeven de omstandigheden passend en proportioneel is. Deze afweging kan het beste lokaal worden gemaakt.

Vraag 5

Bent u bereid maatregelen te nemen om de angst onder Koerdische en Turkse Nederlanders die voortkomt uit deze intimiderende bekladding weg te nemen?

Antwoord 5

Iedereen moet zich in Nederland veilig voelen. Ik vind van groot belang dat wanneer zich spanningen voordoen tussen verschillende groepen mensen, samenwerking tussen gemeente, politie en de betreffende groepen proactief wordt aangegaan. In Rotterdam investeert het lokaal bestuur duidelijk in een goede aanpak om te voorkomen dat spanningen uit het buitenland zich in Nederland manifesteren.

Vraag 6

Hoe staat het met de opsporing en de vervolging van de daders van de intimiderende bekladding?

Antwoord 6

De politie heeft in deze zaak een strafrechtelijk onderzoek ingesteld, maar er zijn (nog) geen verdachte(n) in beeld gekomen.

Vraag 7, 8

Wordt het dreigingsniveau van de PKK in Nederland gemonitord naar aanleiding van de recente gebeurtenissen in Syrië? Zo ja, wat blijkt hieruit? Zo nee, waarom niet?

Op welke wijze worden activiteiten van de PKK en aanverwante organisaties door de Nederlandse overheid gemonitord en bestreden?

Antwoord 7, 8

De PKK staat op de Europese terroristenlijst. In algemene zin kan ik melden dat de terroristische dreiging wordt gemonitord. Het dreigingsbeeld is onder andere terug te vinden in de Dreigingsbeelden Terrorisme Nederland van de NCTV. Daarnaast worden ook concrete maatregelen genomen. Een voorbeeld daarvan is het plaatsen van personen op de nationale sanctielijst terrorisme.

Vraag 9

Vindt u het ook onwenselijk dat aanhangers van de PKK en de YPG deze week met vlaggen stonden te zwaaien van deze bewegingen op Schiphol? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 9

Het recht op betoging is neergelegd in de Grondwet en wordt nader gereguleerd in de Wet openbare manifestaties. Uitgangspunt is dat door het lokale gezag, dat bevoegd is om demonstraties te reguleren, geen beperkingen mogen worden gesteld vanwege de inhoudelijke boodschap van een demonstratie, ook niet als die boodschap onwelgevallig is. Afhankelijk van de situatie waarin vlagvertoon plaatsvindt, kan dit wel strijd opleveren met de wet (bijvoorbeeld art 137c en 137d Wetboek van Strafrecht). Alsdan zijn er mogelijkheden om vlagvertoon aan te pakken.

Vraag 10

Bent u zich ervan bewust dat er eerder een vernieling heeft plaatsgevonden van een Turks-Nederlandse verenging in Rotterdam die waarschijnlijk gepleegd is door PKK-aanhangers?2

Antwoord 10

Ik ben op de hoogte van het feit dat er een vernieling heeft plaatsgevonden bij een Turks-Nederlandse vereniging in Rotterdam op 14 september 2015.

Vraag 11

Bent u bereid bij de burgemeester van Rotterdam aan te dringen op het oprichten van een specialistisch team om de recente dreigingen het hoofd te bieden, aangezien hij ervaring heeft met het oprichten van specialistische teams om spanningen en dreigingen weg te nemen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 11

Zoals al in antwoord op vraag 5 is gesteld, is duidelijk dat het lokaal bestuur in Rotterdam investeert in een goede aanpak met betrekking tot spanningen en dreigingen.

Vraag 12

Bent u bereid bij de burgemeester van Rotterdam er op aan te dringen voortaan niet meer toe te staan dat PKK-aanhangers met openlijk vlaggenvertoon onder politiebewaking demonstreren in het centrum van Rotterdam, omdat openlijke uitingen van de terroristische PKK mensen angst inboezemt?3

Antwoord 12

Voor het antwoord wordt verwezen naar het antwoord op vraag 9.

Naar boven