Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het schorsen van verdachte lokale bestuurders (ingezonden 19 januari 2018).

Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 19 maart 2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 1122.

Vraag 1

Kent u het bericht «Schors verdachte bestuurders»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat de in het bericht genoemde kwesties rondom bestuurders in Roermond en Brunssum het aanzien van de lokale politiek schaden en mogelijk zelfs het functioneren daarvan? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Ja, ik deel de mening dat dergelijke kwesties het functioneren van het openbaar bestuur kunnen schaden en mogelijk zelfs beïnvloeden. Het openbaar bestuur in Nederland is gebaat bij goede en integere politici. Gelukkig zetten zich iedere dag vele goede volksvertegenwoordigers en bestuurders actief in voor het lokaal bestuur en het publiek belang. Kwesties waaraan in de vraag wordt gerefereerd zijn niet goed voor het openbaar bestuur in het algemeen en de betreffende gemeente in het bijzonder. Een goed functionerend en integer gemeentebestuur levert een belangrijke bijdrage aan het vertrouwen van mensen in de politiek. Daarmee draagt het ook bij aan de legitimiteit van het overheidshandelen. Een integer en stabiel bestuur is effectiever en efficiënter in staat om de taken uit te voeren en diensten te leveren waar hun inwoners recht op hebben.

Vraag 3

Deelt u de mening van de burgemeester van Roermond dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de bevoegdheid zou moeten krijgen om verdachte lokale politici, lopende de strafzaak, te kunnen schorsen uit hun bestuursfunctie? Zo ja, hoe gaat u dit bewerkstelligen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Hierbij moeten we onderscheid maken tussen volksvertegenwoordigers en bestuurders. De raad kan een wethouder ontslaan om politieke redenen (artikel 49 Gemeentewet), bijvoorbeeld vanwege zijn aandeel in een bestuurlijk conflict, een integriteitsschending of in het geval van verdenking van enig strafbaar feit. Het is immers de gemeenteraad die wethouders benoemt, hun functioneren beoordeelt en om hem moverende redenen ontslaat. Bij het verrichten van een verboden handeling door een raadslid, geldt dat de raad betrokkene van zijn lidmaatschap vervallen kan verklaren (artikel X8 Kieswet). Daar kan de raad toe overgaan na schorsing van betrokkene door de voorzitter of ambtshalve. Het is de vraag of er meer dan wel andersoortige gedragingen grond zouden moeten kunnen vormen voor schorsing van een volksvertegenwoordiger. In mijn brief aan de Kamer inzake versterking integriteit lokaal bestuur en aanpak aanhoudende bestuurlijke problemen heb ik aangekondigd dat ik dit de komende tijd ga onderzoeken. Een verdergaande stap is de reeds bestaande mogelijkheid tot ontzetting uit het kiesrecht door de strafrechter of het verbod om een bestuurlijke functie uit te oefenen. Ik zal, zoals eveneens in mijn brief aangekondigd, mede in overleg met de Minister van Justitie en Veiligheid, nagaan wat de mogelijkheden zijn om de grondslagen voor ontzetting uit het kiesrecht en het verbod op het uitoefenen van een bestuurlijke functie te verruimen. Dat zal ten aanzien van ontzetting uit het kiesrecht ook de vraag omvatten of de grondwettelijke eis van een daadwerkelijk opgelegde vrijheidsstraf van tenminste een jaar (artikel 54, tweede lid, Grondwet) aanpassing behoeft.

Vraag 4

Biedt de Gemeentewet en het Beleidskader spontane vernietiging (Kamerstuk 30 300 VII, nr. 75) u mogelijkheden om een benoeming van een, van corruptie verdachte, lokale bestuurder ongedaan te maken? Zo ja, waarom? Hoe vaak is er in het verleden van die mogelijkheid gebruik gemaakt en in welke concrete gevallen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Onder omstandigheden kunnen beslissingen van gemeentelijke bestuursorganen die in strijd zijn met het recht of met het algemeen belang, door mij bij de Kroon worden voorgedragen voor schorsing en/of vernietiging. Het daarvoor toepasselijk beleidskader is het Beleidskader schorsing en vernietiging zoals dat geldt sinds de Wet revitalisering generiek toezicht. Op basis van het wettelijk kader2 en dat beleidskader geldt het volgende. Bij strijd met het recht zijn er juridische argumenten aan de orde. De beslissing is dan in strijd met hoger recht, bijvoorbeeld een wet, een verdrag of een algemeen rechtsbeginsel. Bij strijd met het algemeen belang gaat het met name om beleidsmatige argumenten. Er is bijvoorbeeld een belang in het geding dat uitstijgt boven het belang dat de gemeente met de beslissing beoogde te dienen en dat zich tegen de betreffende beslissing verzet. De benoeming van een wethouder kan in dat licht in aanmerking komen voor een voordracht voor vernietiging. Vernietiging door de Kroon van een benoemingsbesluit tot wethouder heeft nog nooit plaatsgevonden.

Vraag 5

Deelt u de mening dat het nodig is om nog voor de komende gemeenteraadsverkiezingen uw plannen over de mogelijkheden van interventies in bestuurlijke kwesties in gemeenten bekend te maken? Zo ja, op welke termijn gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Zoals toegezegd in mijn uitstelbericht van 9 februari jl. heb ik gelijktijdig met de beantwoording van deze vragen mijn brief inzake versterking van de integriteit van het lokaal bestuur en de aanpak van aanhoudende bestuurlijke problemen aan uw Kamer gezonden. In deze brief zet ik mijn plannen uiteen.


X Noot
1

Telegraaf, 18 januari 2018

X Noot
2

Artikel 132, vierde lid, van de Grondwet in samenhang met hoofdstuk XVII van de Gemeentewet alsmede titel 1.1 en titel 10.2 van de Algemene wet bestuursrecht.

Naar boven