Vragen van de leden Van der Staaij (SGP) en Kuik (CDA) aan de Staatssecretaris van
Justitie en Veiligheid en de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over sugardating (ingezonden 21 februari 2018).
Mededeling van Staatssecretaris Harbers (Justitie en Veiligheid), mede namens de ministers
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
(ontvangen 14 maart 2018).
Vraag 1
Kent u de uitzending van Rambam van 15 januari 2018 over sugardaddy-praktijken?1
Vraag 2
Deelt u het beeld dat het bij deze datingsites doorgaans de sugerdaddy in ruil voor
seks «de date» betaalt? Bent u het ermee eens dat hiermee dergelijke sites eigenlijk
niet meer gebruikt worden als datingsites, maar als platform dienen om seksuele diensten
aan te bieden?
Vraag 3
Vindt u zulke praktijken toelaatbaar op grond van de huidige wet- en regelgeving,
mede gelet op de uitlatingen van het bedrijf dat sprake is van «een soort escortdienst»?2
Vraag 4
Wat is uw oordeel over het feit dat seksuele handelingen een belangrijke kern van
de activiteiten vormen van de sugardaddy-praktijken? Bent u bereid te onderzoeken
in hoeverre het beeld dat in deze uitzending naar voren komt klopt en in hoeverre
deze praktijk ook bij soortgelijke organisaties aan de orde is?
Vraag 5
Ziet u ook dat dergelijke datingsites risicovol kunnen zijn voor kwetsbare (jonge)
vrouwen die om geld verlegen zitten? Bieden deze sites, naar uw mening, voldoende
waarborgen om illegale prostitutie en/of mensenhandel te voorkomen? Deelt u de verontwaardiging
van de Franse Staatssecretaris van Emancipatiezaken dat het lichaam als handelswaar
wordt behandeld?
Vraag 6
Hoe beziet u de inspanningen van de Franse autoriteiten, die onderzoek doen naar de
toelaatbaarheid van deze activiteiten en een aanklacht hebben ingediend? Bent u bereid
in overleg te gaan met uw Franse collega’s en, in samenwerking met de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten (VNG), te verkennen welke maatregelen in Nederland mogelijk
en nodig zijn? Bent u bereid te bevorderen dat aangifte wordt gedaan van strafrechtelijke
overtredingen zoals aanranding en verkrachting door personen of het bedrijf dan wel
voor poging, deelneming of uitlokking ervan?
Vraag 7
In hoeverre is voor een dergelijk bedrijf op grond van de bestaande wetgeving en op
grond van het wetsvoorstel voor regulering van prostitutie sprake van een vergunningplicht
vanwege escortactiviteiten? Zijn de benodigde vergunningen hiervoor aangevraagd en
verkregen?
Vraag 8
In hoeverre zijn de praktijken die in deze uitzending naar voren komen in strijd met
andere wettelijke regels? Bent u – mede in het licht van het grote risico van uitbuiting
– bereid toezicht te houden op de activiteiten van deze branche?
Vraag 9
Wordt ten aanzien van sugerdating-sites al gebruik gemaakt van de in de brief van
28 november 2017 weergegeven mogelijkheid om tegen websites die een platform bieden
voor uitbuiting, strafrechtelijk op te treden? Zo ja, hoe vaak? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Hebben gemeenten op dit moment te weinig mogelijkheden om tegen zulke websites op
te treden, zoals de voormalige wethouder van Amsterdam stelde?3 Is de regering bereid te werken aan de totstandkoming van die regels? Wordt in ieder
geval op basis van de bestaande regels opgetreden tegen de website, nu blijkt dat
daadwerkelijk sprake is van misstanden?
Vraag 11
Onderkent u dat de Europese jurisprudentie inzake artikel 10 van Europees Verdrag
tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) overheden
veel ruimte biedt om ongewenste commerciële reclame te bestrijden? Bent u bereid om,
in samenwerking met de VNG, te verkennen welke lessen geleerd kunnen worden van het
optreden van diverse Belgische steden die deze vormen van ongewenste reclame verbieden?
Mededeling
Hierbij bericht ik u, mede namens de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dat de schriftelijke vragen van de leden Van
de Staaij (SGP) en Kuik (CDA) over sugardating (ingezonden 21 februari 2018) niet
binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle
benodigde informatie ontvangen is.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.