Vragen van de leden Beckerman en Jasper vanDijk (beiden SP) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht dat Amsterdam minima een korting op de energierekening wil geven (ingezonden 16 februari 2018).

Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat), mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 14 maart 2018).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat Amsterdam huishoudens met een minimuminkomen een korting op de energierekening wil geven?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe oordeelt u over het feit dat minima door hoge vaste lasten, zoals de energierekening, in schulden verzeild raken? Erkent u dat de hoogte van de energierekening vooral wordt veroorzaakt door vaste onderdelen daarvan, zoals de energiebelasting, en dus ook niet omlaag gebracht kan worden door de bewoners?

Antwoord 2

Uit onderzoek blijkt dat huishoudens met een laag inkomen (en een huurwoning) een grotere kans op problematische schulden hebben.2 Schulden ontstaan zelden als gevolg van één oorzaak, maar zijn veelal gelegen in een combinatie van omgevingsfactoren, bewust en onbewust gedrag, onverwachte gebeurtenissen en in de persoon gelegen factoren. Het is belangrijk dat mensen steeds hun totale uitgavenpatroon in evenwicht houden of brengen met hun inkomsten. Het effect moet worden bezien in het bredere, algemene koopkrachtbeeld van het regeerakkoord. Bovendien is in het regeerakkoord een forse lastenverlichting afgesproken. De belastingtarieven worden flink verlaagd en de algemene heffingskorting wordt verhoogd. Per saldo hebben ook mensen met een lager inkomen straks meer te besteden.

Verder geldt dat de opslag duurzame energie (ODE) in toenemende mate van invloed is op de hoogte van de energierekening. Dat wordt veroorzaakt doordat de kasuitgaven voor de Regeling stimulering duurzame energieproductie (SDE+-regeling en kosten windenergie op zee) toenemen om daarmee een bijdrage te leveren aan de energie- en klimaatdoelen van het kabinet. De ODE dient als dekking voor deze kasuitgaven.

Met woningcorporaties zijn in het Energieakkoord afspraken gemaakt om het sociale huurwoningenbestand te verduurzamen. Het energieverbruik van huurders in deze sociale huurwoningen zal daardoor dalen. Ook kan het bewust omgaan met eigen energieverbruik helpen om de energierekening te beïnvloeden.

Vraag 3 t/m 5

Wat vindt u van het voorstel van de wethouder van Amsterdam, die een collectiviteitskorting wil bedingen voor mensen die de rekening echt niet kunnen betalen?

Hoe oordeelt u in dit licht over het sociaal tarief dat in België wordt gehanteerd?

Bent u bereid dit Amsterdams voorstel ter inspiratie te gebruiken om tot een lagere energierekening of financiële ondersteuning te komen voor huishoudens met lagere inkomens overal in Nederland? Kunt u dit toelichten?

Antwoord 3 t/m 5

Ik ben op de hoogte van het sociaal tarief dat in België wordt toegepast. Ik ben van mening dat de ondersteuning van huishoudens met een lager inkomen het beste kan door middel van algemeen sociaal beleid. Immers, mensen die hun energierekening niet kunnen betalen, kunnen ook moeite hebben met het betalen van andere vaste lasten, zoals huur of zorgkosten. Het kabinet hecht waarde aan een evenwichtige inkomensontwikkeling en heeft hier continue aandacht voor. Verder ben ik van mening dat er geen inkomenspolitiek gevoerd moet worden via de energierekening.

Het is verder aan de gemeente Amsterdam om al dan niet afspraken te maken met een privaat energiebedrijf inzake het al dan niet verlenen van een korting op de energierekening voor haar burgers. Indien de gemeente echter de kosten van de te verlenen korting aan huishoudens met een minimuminkomen voor haar rekening wil nemen, is er mogelijk sprake van een vorm van categoriale inkomensondersteuning waarbij er een ongewenste doorkruising van het rijksbeleid kan plaatsvinden. Het betreft hier in eerste instantie primair een verantwoordelijkheid van de gemeenteraad – als controlerend orgaan-, om die doorkruising te voorkomen.


X Noot
2

Bron: Huishoudens in Rode Cijfers 2015, Panteia (Kamerstuk 24 515, nr. 322, bijlage 2).

Naar boven