Vragen van het lid De Groot (D66) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het advies «Nieuwe landbouwhuisdieren» van de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (ingezonden 15 februari 2018).

Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 12 maart 2018).

Vraag 1

Kent u het advies «Nieuwe landbouwhuisdieren»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Ziet u initiatieven om dieren te houden, zoals wormen en insecten, als initiatieven die kunnen bijdragen aan kringlooplandbouw?

Antwoord 2

Ja. Insecten en wormen zijn diersoorten die kunnen worden gevoed met reststromen die voor gangbare landbouwhuisdieren niet te gebruiken zijn. Daarnaast kunnen deze diersoorten efficiënter zijn dan de gangbare landbouwhuisdieren in de omzetting van plantaardige naar dierlijke eiwitten. Hiermee kunnen deze dieren een belangrijke rol spelen in de transitie naar een kringlooplandbouw.

Vraag 3

Bent u het eens met de constatering dat dergelijke vormen van het houden van dieren niet of nauwelijks bijdragen aan de mestproblematiek?

Antwoord 3

Nee, ook insecten en wormen scheiden fecaliën uit en dragen zo bij aan de mestproblematiek. De huidige omvang van het houden van wormen en insecten is nog zeer gering. Echter de teelt vindt vaak plaats zonder eigen grond om de mest op af te zetten.

Vraag 4, 5

Bent u bereid om in de Meststoffenwet een aparte categorie te creëren voor insectenmest, die gelijk meetelt als de categorie overige organische meststoffen (50 procent)?

Bent u bereid het advies «Nieuwe landbouwhuisdieren» over te nemen in de Meststoffenwet?

Antwoord 4, 5

Het advies «Nieuwe landbouwhuisdieren» is door de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM) opgesteld op verzoek van mijn ministerie om te komen tot forfaitaire excretiegetallen voor deze diersoorten, die kunnen worden opgenomen in de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet. De relevante beleidsmatige aspecten die in het advies benoemd zijn over de kleinschalige bedrijfsmatige insectenteelt en de beperkte totale productie, evenals de wenselijkheid om aanvullende gegevens te hebben voordat kengetallen worden vastgesteld, betrek ik in mijn afweging om tot een eventuele wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet per 1 januari 2019 over te gaan. Ik zal voor de zomer 2018 een keuze maken.

Naar boven