Vragen van het lid Van Dam (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het boek «Dagboek van een getuige» en het bericht «Slachtoffer mislukte liquidatie Breda krijgt geen huurwoning» (ingezonden 14 februari 2018).

Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 8 maart 2018).

Vraag 1

Kunt u zich uw antwoorden herinneren op Kamervragen over het boek «Dagboek van een getuige» en over het bericht «Slachtoffer mislukte liquidatie Breda krijgt geen huurwoning», in het bijzonder de beantwoording van vraag 5?1

Vraag 2

Geldt nog steeds de beleidsregel, zoals verwoord in de brief d.d. 10 januari 2011 (Kamerstuk 28 684, nr. 297), namelijk dat wanneer de inzet voor te nemen beveiligingsmaatregelen (in het kader van het stelsel bewaken en beveiligen) uitstijgt boven 1% van het politiebudget er overleg plaatsvindt met het Ministerie van Justitie en Veiligheid? Is het eventuele overleg met het ministerie gericht op het financieel compenseren van de politie voor die extra inzet?

Vraag 3

Is deze regel blijven gelden met de vorming van de nationale politie? In welke mate is de afgelopen jaren een beroep gedaan op deze beleidsregel? Wordt binnen de politie bijgehouden hoeveel kosten worden gemaakt (manuren en overige kosten) in het kader van het stelsel bewaken en beveiligen?

Vraag 4

Geeft de stijging van het aantal situaties waarin een beroep wordt gedaan op het stelsel aanleiding deze beleidsregel te herzien?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Dam (CDA) van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het boek «Dagboek van een getuige» en het bericht «Slachtoffer mislukte liquidatie Breda krijgt geen huurwoning» (ingezonden 14 februari 2018) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

Aanhangsel van de handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 1056.

Naar boven