Vragen van het lid Sienot (D66) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de berichten «Universiteit Leiden wil geen concurrerende milieusite» en «Dit gaan ze niet leuk vinden, Rik» (ingezonden 19 februari 2018).

Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 6 maart 2018).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de artikelen «Universiteit Leiden wil geen concurrerende milieusite»1 en «Dit gaan ze niet leuk vinden, Rik»?2

Antwoord 1

Ja

Vraag 2 en 3

Klopt het dat er in Nederland en in de Europese Unie (EU) verschillende rekenmethodes worden toegepast om de kwaliteit van het oppervlaktewater te bepalen en dat dit leidt tot een verschillend beeld van de kwaliteit van ons oppervlaktewater? Zo ja, kunt u toelichten waarom Nederland andere methodes dan de EU hanteert?

Deelt u de mening dat er geen misverstand mag bestaan over de werkelijke kwaliteit van ons oppervlaktewater en dat dit nu wel het geval is? Kunt u dit nader toelichten?

Antwoorden 2 en 3

Het klopt dat er in Nederland verschillende methodes worden toegepast om te rapporteren over metingen van gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater.

Er zijn verschillende rapportages die elk hun eigen doel hebben:

  • a) Nederland hanteert – net als andere lidstaten – de voor de Kaderrichtlijn Water (KRW) voorgeschreven rekenmethode ten behoeve van de rapportage aan de Europese Commissie. Deze rekenmethode wordt gebruikt voor KRW-waterlichamen, die door waterbeheerders als representatief voor alle wateren zijn geselecteerd en die veelal niet alleen door de landbouw worden beïnvloed. Hiervoor is een KRW-meetnet ingericht dat ook gewasbeschermingsmiddelen monitort. De kwaliteit wordt beoordeeld en gerapporteerd over een periode van drie jaar3.

  • b) Voor het nationale beleid dat is neergelegd in de 2e Nota duurzame gewasbescherming, «Gezonde Groei, Duurzame Oogst», en voor de EU-richtlijn duurzaam gebruik gewasbeschermingsmiddelen (2009/128/EG) is een landelijk meetnet gewasbeschermingsmiddelen ingericht4. Het gaat om metingen van vrijwel alle werkzame stoffen in alle typen oppervlaktewater, dus ook om niet als KRW-waterlichamen aangewezen oppervlaktewater in landbouwgebieden. Bij gewasbeschermingsmiddelen kan het gebruik variëren door o.a. gewasrotaties, reizende teelten en het wel of niet jaarlijks optreden van ziekten en plagen. Om een eventuele normoverschrijding aan een bepaalde teelt of toepassing te kunnen relateren is het daarom van belang om per jaar de situatie in beeld te brengen. De gebruikte rekenmethode is daarop afgestemd.

De rekenmethodes die in beide meetnetten worden toegepast zijn dus afgestemd op de verschillende doelen van de meetnetten. Er kunnen misverstanden ontstaan als men bij het beoordelen van metingen van gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater deze twee verschillende doelen uit het oog verliest. Het in de genoemde artikelen aangehaalde voorval maakt duidelijk dat dit voortdurend communicatie en uitleg behoeft. De bestrijdingsmiddelenatlas voorziet hier ook in.

Vraag 4

Klopt het ook dat het ministerie geen aanleiding ziet om de toetsing voor het meten van de kwaliteit van het oppervlaktewater aan te passen op basis van deze verschillen? Zo ja, kunt u dit toelichten?

Antwoord 4

Ik zie geen reden om de toetsing van waterkwaliteit aan te passen omdat zoals aangegeven elke methode zijn eigen doel kent.

Vraag 5

Deelt u de mening dat open data altijd vrij gebruikt zouden moeten kunnen worden door individuen, instituten, bedrijven en andere organisaties? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Ja ik deel deze mening en ik verwijs hierbij ook naar de antwoorden op de vragen die de leden Middendorp en Van den Bosch (beiden VVD) aan de Minister en Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties hebben gesteld. Metingen van gewasbeschermingsmiddelen zijn openbaar beschikbaar via o.a.: https://www.waterkwaliteitsportaal.nl/.

Metingen zeggen op zich niets, de bestrijdingsmiddelenatlas is daarom in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in samenwerking met de waterschappen ontwikkeld om belanghebbenden en belangstellenden zicht te geven op de betekenis van de in oppervlaktewater gemeten gewasbeschermings-middelen.

Vraag 6

Wat vindt u ervan dat Universiteit Leiden open data lijkt in te zetten om een monopoliepositie te verkrijgen? In hoeverre bent u ervan op de hoogte of soortelijke situaties zich vaker voordoen?

Antwoord 6

Er is geen sprake van een monopoliepositie omdat zoals aangegeven metingen van gewasbeschermingsmiddelen altijd door iedereen vrij gebruikt kunnen worden.

Vraag 7

Bent u bereid in gesprek te gaan met Universiteit Leiden en eventueel milieudeskundige Rik, zodat zijn website in de lucht gehouden kan worden?

Antwoord 7

Ik ga niet over het wel of niet in de lucht houden van de betreffende website. Daarom acht ik een gesprek niet nodig.

Naar boven