Vragen van de leden Tielen, Veldman en Werverling (allen VVD) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Maakbedrijven trekken naar India wegens groeiend gebrek aan Nederlandse ingenieurs» (ingezonden 15 januari 2018).

Antwoord van Staatssecretaris Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) en van Minister van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 13 februari 2018)

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Maakbedrijven trekken naar India wegens groeiend gebrek aan Nederlandse ingenieurs»?1

Antwoord 1

Ja, dit artikel is mij bekend.

Vraag 2

Heeft u inzicht in hoe groot het verwachte tekort aan hoogopgeleid technisch personeel in de komende jaren is?

Antwoord 2

Door de economische groei en door de toepassing van technologie neemt de vraag naar voldoende en goed opgeleid technisch talent alleen maar toe. Het tekort aan bèta-technici is een belemmering voor de Nederlandse economische groei in de komende jaren. Uit de recente rapportage De Arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2022van het Researchcentrum voor onderwijs en arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht, kan indicatief afgeleid worden dat de verwachte tekorten op de bèta-technische arbeidsmarkt groot zijn (zie tabel). Het is goed om te beseffen dat we niet alleen behoefte hebben aan hoogopgeleide bèta en technisch geschoolde mensen, maar vooral ook aan vakmensen. Mensen die dingen kunnen maken zoals lassers, installateurs, metselaars, elektriciens etc.

Periode 2017–2022

Opleidingstype

Baanopeningen

Instroom

Verschil

Mbo 2/3 GROEN

9.200

16.700

7.500

Mbo 2/3 TECHNIEK

107.000

106.500

–500

mbo 2/3 media en vormgeving

7.100

5.800

–1.300

mbo 2/3 werktuigbouwkunde en metaalbewerking

12.200

14.300

2.100

mbo 2/3 technische installatie

24.400

19.300

–5.100

mbo 2/3 operator

4.200

7.500

3.300

mbo 2/3 voertuigtechniek

11.000

14.500

3.500

mbo 2/3 techniek overig

10.700

8.100

–2.600

mbo 2/3 bouw en infra

20.600

18.100

–2.500

mbo 2/3 transport en logistiek

16.800

18.900

2.100

Mbo 4 GROEN

13.800

11.800

–2.000

Mbo 4 TECHNIEK

101.800

83.500

–18.300

mbo 4 media en vormgeving

7.700

26.400

18.700

mbo 4 werktuigbouwkunde en metaalbewerking

18.900

5.900

–13.000

mbo 4 technische installatie

22.700

5.800

–16.900

mbo 4 operator

5.800

4.000

–1.800

mbo 4 voertuigtechniek

8.900

5.400

–3.500

mbo 4 techniek overig

14.800

17.200

2.400

mbo 4 bouw en infra

16.300

7.900

–8.400

mbo 4 transport en logistiek

6.700

10.800

4.100

Hbo TECHNIEK

120.700

60.800

–59.900

Hbo informatica

16.100

13.200

–2.900

Hbo werktuigbouwkunde

32.500

9.800

–22.700

Hbo elektrotechniek

22.900

14.400

–8.500

Hbo chemie

12.000

3.100

–8.900

Hbo Bouwkunde en Civiele techniek

28.000

13.500

–14.500

Hbo Transport en Logistiek

9.300

6.900

–2.400

Hbo LANDBOUW EN NATUUR

15.500

13.700

–1.800

Hbo natuur en milieu

10.100

10.000

–100

Hbo Landbouw

5.400

3.700

–1.700

Wo TECHNIEK

61.700

29.500

–32.200

Wo informatica

19.500

8.300

–11.200

Wo Werktuigbouwkunde en elektrotechniek

25.100

11.800

–13.300

Wo Bouwkunde en civiele techniek

17.100

9.400

–7.700

Wo LANDBOUW EN NATUUR

19.500

21.600

2.100

Wo biologie, wiskunde, landbouw en milieu

11.900

14.200

2.300

Wo natuur– en scheikunde

7.600

7.400

–200

Vraag 3, 4 en 5

Hoeveel schade loopt de Nederlandse economie op doordat bedrijven uit Nederland vertrekken vanwege een tekort aan technisch personeel?

Hoeveel bedrijven zijn de afgelopen 10 jaar vanwege een tekort aan technisch opgeleid personeel vertrokken uit Nederland? Wat is de prognose voor de komende 10 jaar?

Heeft u inzicht in hoeveel niet-technische arbeidsplaatsen er vervallen doordat bedrijven naar India zijn vertrokken of gaan vertrekken?

Antwoord 3, 4 en 5

Er worden (door het CBS) geen gegevens bijgehouden over aantallen bedrijven die uit Nederland vertrekken. Ook is er geen informatie bekend over de specifieke landen waar deze bedrijven naar vertrekken. Er zijn, kortom, geen integrale gegevens beschikbaar over hoeveel bedrijven uit Nederland vertrekken en daarbij een gebrek aan technisch geschoold personeel als reden aangeven. Bij bedrijfsbeslissingen over vestigingslocaties, zien we in de praktijk dat een breed palet aan vestigingsklimaatfactoren een rol speelt. Een besluit om te vertrekken of omgekeerd, in Nederland te gaan vestigen, is dus zelden aan slechts één factor van het vestigingsklimaat toe te wijzen. Naast de factor arbeid (o.a. beschikbaarheid van goed opgeleid personeel), zijn ook andere locatiefactoren van belang, zoals bijvoorbeeld fiscaliteit, infrastructuur en kwaliteit van leven en leefomgeving.

Er is dus ook geen prognose te maken over hoeveel bedrijven uit Nederland de komende 10 jaar zullen vertrekken vanwege een tekort aan technisch geschoold personeel. Dat laat onverlet dat dit een belangrijke factor is van ons vestigingsklimaat. Het CBS heeft recent nieuwe informatie verzameld over de outsourcing van bedrijfsonderdelen. Daarin wordt o.a. gevraagd naar «Ingenieursdiensten en gerelateerde technische diensten» en naar motieven voor verplaatsing, waaronder een tekort aan personeel. Het CBS verwacht de resultaten in april te hebben. Wellicht dat deze studie meer inzicht kan bieden over het belang van deze locatiefactor.

Uiteraard bereiken ons wel signalen, ook vanuit de casuïstiek, dat voldoende beschikbaarheid van technisch geschoold personeel een aandachtspunt in het Nederlandse vestigingsklimaat is. Dit blijkt ook uit de recent gepubliceerde Global Talent Competitiveness Index (GTCI). De GTCI is een jaarlijkse meetlat waarin het concurrentievermogen van 119 landen op het gebied van talent wordt vergeleken. Nederland scoort goed in deze ranglijst en staat op plaats 9 (vorig jaar 11e). Nederland scoort met name op het vermogen om talent te ontwikkelen (1ste plek). Op andere subonderdelen van de lijst, zoals het aantrekken van talent, het faciliteren van talent, het vermogen om talenten te binden en de beschikbare voorraden van beroeps- en technische vaardigheden en hoger opgeleiden vaardigheden, doet Nederland het goed, maar staat het net iets achter de koplopers. Onder andere via het Techniekpact zet het Kabinet zich in om de positie van Nederland op deze laatste subfactor te verbeteren (zie ook het antwoord op vraag 7).

Aangezien er geen helder beeld is over hoeveel bedrijven in de afgelopen 10 jaar vanwege een tekort aan technisch personeel zijn vertrokken, is ook geen beeld te schetsen van hoeveel niet-technische arbeidsplaatsen hierdoor zijn vervallen. Bekend is dat in technische sectoren ook werkgelegenheid is voor niet-technici. Daarnaast levert een bedrijf ook regionale werkgelegenheid op, bijvoorbeeld bij toeleveranciers en facilitaire dienstverlening.

Vraag 6

Heeft u inzicht in hoe in de ons omringende landen wordt omgegaan met eventuele tekorten aan technisch opgeleid personeel? Kunt u de Kamer informeren over de in die landen toegepaste oplossingen?

Antwoord 6

Veel landen in Europa kampen met tekorten aan bèta-technisch opgeleiden en zijn, net als Nederland, zoekende naar de juiste manier om dit gat te dichten. Recent hebben geïnteresseerde landen de handen ineen geslagen in de EU STEM Coalition om informatie uit te wisselen over het dichten van het gat. Dat de Nederlandse aanpak van het Techniekpact in Europees verband wordt gezien als een voorbeeld, blijkt uit de vele buitenlandse delegaties die Nederland over dit onderwerp ontvangt en uit het feit dat landen zoals Denemarken en Estland naar Nederlands voorbeeld een eigen Techniekpact zijn gestart. Op de site van de EU Stem Coalition staan verschillende voorbeelden genoemd van aanpakken om de tekorten aan bèta-technisch personeel aan te pakken. Zie: http://www.stemcoalition.eu.


X Noot
1

Het Financieele Dagblad, 10 januari 2018, «Maakbedrijven trekken naar India wegens groeiend gebrek aan Nederlandse ingenieurs»

Naar boven