Vragen van het lid Van Oosten (VVD) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming over de strijd tegen seksuele uitbuiting van minderjarigen (ingezonden 11 januari 2018).

Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 2 februari 2018).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de diverse (media)berichten van 9 januari 2018 over de inzet van onder meer Terre des Hommes, Fier en het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel om pedoseksuelen te ontmaskeren die op zoek zijn naar (webcam)seks met kinderen?1

Vraag 2

Wat is uw reactie op de stelling dat seksuele uitbuiting van minderjarige puberjongens nauwelijks «op de kaart» staat? Is dit waar? Welke inzet pleegt u c.q. wat gaat u doen om (seksueel) misbruik van deze doelgroep tegen te gaan?

Vraag 3

In hoeverre deelt u de zorgen van genoemde organisaties dat misschien wel duizenden jongens seksueel uitgebuit zouden worden? Neemt dit aantal toe? Zo ja, hoe verklaart zich dat? En -belangrijker nog – wat gaat u hier tegen doen?

Vraag 4

In hoeverre hebben organisatie als jeugdzorg en de politie in voldoende mate zicht op jongensprostitutie?

Vraag 5

Staat het een organisatie als jeugdzorg vrij informatie met de politie te delen in het kader van opsporing en vervolging van volwassenen die minderjarigen seksueel misbruiken? Zijn beperkingen in informatiedeling weggenomen?

Vraag 6

Wordt het gegeven de omvang van het probleem en de toenemende digitalisering niet tijd dat u een actieplan opzet om misbruik van kinderen tegen te gaan? Bent u hiertoe bereid? Wat mogen we in dit kader van u verwachten? Hoe betrekt u hier organisaties als jeugdzorg en de politie bij? Indien u hiertoe onverhoopt niet bereid bent, kunt u aangeven waarom u meent dat hier geen reden toe zou zijn?

Vraag 7

Bent u bereid Terre des Hommes te steunen bij de inzet van een al dan niet virtuele lokpuber om zo mannen op te sporen die minderjarigen de prostitutie in duwen? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet? Zijn overigens de eventuele juridische beletselen ten aanzien van deze inzet inmiddels weggenomen? Zo nee, welke inspanning mag op dit punt van u worden verwacht?

Vraag 8

Op welke opvolging door politie en Openbaar Ministerie mag door de kinderrechtenorganisaties worden gerekend bij het delen van aangetroffen informatie? Worden mensenhandelaren en klanten van minderjarigen nadien ook opgespoord en vervolgd?

Vraag 9

Welke (specialistische) hulp is aanwezig voor de jongens en meisjes die slachtoffer zijn van seksueel geweld en seksuele uitbuiting? Is deze hulp toereikend? Zo ja, waar baseert u dit op? Zo nee, welke stappen gaat u ondernemen om hier een verbetering te bewerkstelligen?

Vraag 10

Waar en hoe kunnen (vermoedens van) seksuele uitbuiting van minderjarigen worden gemeld? Tot welke actie leidt dit?

Vraag 11

Wat is overigens de stand van zaken van de reeds aangekondigde modernisering van de zedenwetgeving? Doet u de toezegging van uw ambtsvoorganger gestand dat nog begin dit jaar het wetsvoorstel in consultatie wordt gegeven?

Vraag 12

Wilt u deze vragen beantwoorden voorafgaand aan het algemeen overleg (aanpak) Kinderporno en kindermisbruik op 15 februari aanstaande?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Oosten (VVD) van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de strijd tegen seksuele uitbuiting van minderjarigen (ingezonden 11 januari 2018) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven