Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de hoge vergoedingen voor politici op Sint Maarten (ingezonden 29 januari 2018).

Antwoord van Staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 31 januari 2018).

Vraag 1

Hoe verklaart u dat parlementariërs en Ministers in Sint Maarten, het kleinste land binnen het Koninkrijk, toch de hoogste vergoedingen krijgen?1

Antwoord 1

Dat is moeilijk te verklaren. Een verklaring hiervoor zal allereerst gegeven moeten worden door Sint Maarten, omdat de hoogte van de vergoedingen een landsaangelegenheid betreft.

Vraag 2

Hoeveel vergaderingen bezoekt een parlementariër op Sint Maarten gemiddeld per jaar, hoeveel is dat voor een parlementariër in Nederland?

Antwoord 2

Op de publiek toegankelijke website van het parlement van Sint Maarten treft u een overzicht aan van de aanwezigheid van statenleden bij vergaderingen. Zie hiervoor de volgende openbare link:

http://www.sxmparliament.org/documents/parliament-annual-reports.html

Het past mij als Staatssecretaris niet u te informeren over de gang van zaken in de Tweede Kamer. Voor een overzicht van de vergaderingen in de Tweede Kamer verwijs ik u naar het presidium van de Tweede Kamer.

Vraag 3

Is het waar dat parlementariërs en ministers op Sint Maarten ongeacht het aantal dagen dat zij in functie zijn altijd minimaal één jaar uitbetaald krijgen?

Antwoord 3

Op grond van de Pensioenregeling politieke gezagdragers Sint Maarten heeft een gewezen statenlid of Minister recht op wachtgeld voor de duur gelijk aan de tijd waarin betrokkene politieke gezagdrager is geweest, maar ten minste voor de duur van één jaar en ten hoogste voor de duur van twee jaren.

Vraag 4

Wat vindt u van de oproep van de St. Maarten Hospitality and Trade Association om in het kader van de wederopbouw en de slechte financiële situatie van het land de vergoedingen voor parlementariërs en ministers met dertig procent te verlagen?

Antwoord 4

Ik begrijp de oproep van de Sint Maarten Hospitality and Trade Association heel goed. Het is allereerst aan de Staten en de regering van Sint Maarten om op de oproep van SHATA te reageren. In mijn eigen politieke contacten zal ik hier, hoewel het een landsaangelegenheid betreft, aandacht voor vragen.

Vraag 5

Kunt u deze vragen beantwoorden voorafgaand aan het algemeen overleg over de Wederopbouw van de Bovenwindse eilanden op 30 januari 2018?

Antwoord 5

Ja.

Naar boven