Vragen van het lid Smaling (SP) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over het bericht over de gevolgen van vislood op mens en milieu (ingezonden 8 december 2016).

Antwoord van Staatssecretaris Dijksma (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 18 januari 2017).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het opiniestuk «Dat vislood is verwoestend voor uw en mijn gezondheid»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat is uw reactie op de aanname van vissers zelf dat er veel meer lood in het water verdwijnt dan wordt aangenomen?

Antwoord 2

Het meest recente en meest uitgebreide onderzoek dat gedaan is naar de emissie van lood naar het milieu betreft het onderzoek van Deltares uit 2013. Daarin wordt geschat dat er ongeveer 470 ton lood per jaar in zout water terechtkomt en 54 ton per jaar in zoet water. Ik heb geen reden om aan deze inschatting te twijfelen.

Vraag 3

Ziet u aanleiding tot uitvoerig onderzoek naar de gevolgen van vislood op mens en milieu? Zo ja, kunt u de Kamer informeren over de te zetten stappen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Lood is (in elke hoeveelheid) een stof die niet in het milieu thuishoort. Daarom zijn we bezig met het ontwikkelen van een Green Deal voor vislood. Het Ministerie van Economische Zaken neemt in afstemming met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (voor respectievelijk de mogelijke milieu en gezondheidseffecten) hierin het voortouw. Er wordt samen met de betrokken stakeholders onderzocht of er afspraken gemaakt kunnen worden over het terugdringen van loodgebruik in de sportvisserij, en zo ja welke. Hierbij is expliciet aandacht voor de beschikbare alternatieven voor vislood en wordt vooral onderzocht hoe deze alternatieven onder de aandacht van de vissers gebracht kunnen worden. Overigens wil ik graag benadrukken dat de waterkwaliteitsnormen (Kaderrichtlijn Water) op het gebied van lood nagenoeg nergens overschreden worden.

Vraag 4

Bent u bereid alternatieven en een eventueel verbod op vislood te onderzoeken? Zo ja, binnen welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Alternatieven voor vislood worden, zoals hierboven reeds vermeld, meegenomen in het kader van de Green Deal. De producenten van alternatieven worden betrokken bij het opstellen van de Green Deal. Mijn eerste inzet is gericht op het maken van vrijwillige afspraken in de Green Deal. Pas als dit niet mogelijk is of onvoldoende effect oplevert, ben ik bereid een eventueel verbod op vislood te onderzoeken.


X Noot
1

NRC Handelsblad, 3 december 2016.

Naar boven