Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 958 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 958 |
Bent u bekend met de signalen dat internationaal draagmoederschap in een aantal Aziatische landen, waaronder bijvoorbeeld Cambodja, wordt stopgezet?
Beschikt u over een overzicht van de landen waar internationaal draagmoederschap dreigt te worden stopgezet, of al is stopgezet? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke manier worden mogelijke wensouders hierover geïnformeerd?
Is het u bekend hoeveel Nederlanders op dit moment gebruik maken van een draagmoeder in een van de landen waar het (mogelijk) wordt stopgezet? Zo nee, waarom niet en bent u bereid dit te onderzoeken?
Ik beschik niet over een overzicht van landen waar internationaal draagmoederschap bestaat, dreigt te worden stopgezet of is stopgezet. Het is de verantwoordelijkheid van wensouders die besluiten naar het buitenland te gaan om zichzelf te laten informeren over de te volgen (juridische) procedures in het betreffende land, alsook over de problemen waar ze tegen aan kunnen lopen wanneer ze het kind naar Nederland willen halen. De website van rijksoverheid.nl wijst hierop.
Mij is evenmin bekend hoeveel Nederlanders op dit moment gebruik maken van een draagmoeder. Het vermoeden bestaat dat (internationaal) draagmoederschap voor een deel buiten het zicht van (overheids)instanties plaatsvindt. Dit wordt geconcludeerd in het rapport «Draagmoederschap en illegale opneming van kinderen» van het Utrecht Centre for European Research into Family Law (UCERF) uit 2011.1 Een soortgelijke conclusie wordt ook getrokken in het rapport van de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht van maart 2014, genaamd «A study of legal parentage and the issues arising from international surrogacy arrangements».2 Dit maakt het niet mogelijk om (aanvullend) onderzoek te doen.
Bent u bekend met situaties waarbij Nederlandse ouders het risico lopen dat hun kind, door de veranderde wetgeving, niet naar Nederland kan komen? Zo ja, welke ondersteuning kan de Nederlandse ambassade ter plekke verlenen?
Kunt u toelichten wat de juridische positie is van de biologische ouders van een kind dat met behulp van het draagmoederschap in het buitenland, en in dit geval Aziatische landen, is verwekt?
Uit berichtgeving leidt ik af dat de Cambodjaanse regering heeft besloten een verbod op draagmoederschap in te stellen, terwijl de betreffende Nederlandse wensouders gebruik maken van een draagmoeder in dat land. Ik ben anders dan deze berichtgeving niet bekend met dergelijke situaties.
Het gebruik maken van een draagmoeder in het buitenland kan problemen opleveren. Zo worden in een aantal landen waar draagmoederschap mogelijk is, de wensouders meteen als juridische ouders op de geboorteakte vermeld. Dit is in strijd met de Nederlandse wet. In Nederland is de moeder van een kind de vrouw uit wie het kind wordt geboren (artikel 1:198 BW, mater semper certa est).
In ieder afzonderlijk geval dient aan de hand van de specifieke feiten en omstandigheden te worden vastgesteld of naar Nederlands recht bij of na de geboorte familierechtelijke betrekkingen zijn ontstaan tussen de Nederlandse wensouders en het kind (bijvoorbeeld door erkenning van de ongeboren vrucht, erkenning van de minderjarige of door adoptie) en het kind bij of na de geboorte het Nederlanderschap heeft verkregen. Indien dit het geval is kan een Nederlands reisdocument worden afgegeven en kan het kind naar Nederland reizen.
Mocht door gewijzigde lokale wetgeving uitreis van een Nederlands kind onmogelijk zijn geworden dan zal de ambassade waar mogelijk bijstand verlenen om uitreis binnen het wettelijke kader te faciliteren.
Bent u van mening dat er een overgangstermijn voor deze regeling moet komen zodat reeds verwekte kinderen hier geen slachtoffer van kunnen worden? Zo ja, hoe gaat u uzelf inspannen voor een internationale overgangsregeling waardoor ouders, die nu in een lopend traject zitten, niet gedupeerd zullen worden? Zo nee, waarom niet?
In de kabinetsreactie op het rapport van de Staatscommissie Herijking Ouderschap van 7 december jl.3 heb ik aangegeven positief te staan tegenover het (onder strikte voorwaarden) instellen van een regeling voor draagmoederschap in Nederland. De Staatscommissie beveelt ook aan om internationaal draagmoederschap dat onder dezelfde voorwaarden tot stand is gekomen in aanmerking te laten komen voor erkenning in Nederland.
De voorwaarden die de Staatscommissie aanbeveelt zijn onder meer:
• Vrije instemming van de draagmoeder;
• De mogelijkheid voor het kind om de ontstaansgeschiedenis te achterhalen;
• In beginsel genetisch verwantschap van ten minste één wensouder aan het kind. Van dit vereiste kan in uitzonderlijke omstandigheden worden afgeweken;
• Verplichte voorlichting voor wensouders en draagmoeder;
• De afspraken tussen de draagmoeder en de wensouders moeten vóór de conceptie ter goedkeuring aan de rechter worden voorgelegd. Daarbij zijn tevens afspraken mogelijk over financiële vergoedingen aan de draagmoeder, gebonden aan een wettelijk maximum.
Graag wissel ik met uw Kamer van gedachten over deze aanbevelingen en mijn eerste reactie hierop.
Wanneer een regeling bestaat voor draagmoederschap met duidelijke voorwaarden, kan vervolgens bepaald worden hoe Nederland zich internationaal positioneert. Tot die tijd geldt dat per geval dient te worden bekeken of het kind bij of na geboorte het Nederlanderschap heeft verkregen.
Kunt u deze vragen gezien de urgentie van dit onderwerp binnen twee weken in plaats binnen de gebruikelijke termijn beantwoorden?
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-958.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.