Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat mbo-scholen veel tijd kwijt zijn aan het wegwerken van taal- en rekenachterstanden bij hun studenten (ingezonden 21 december 2016).

Mededeling van Minister Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 17 januari 2017).

Vraag 1

Wat is uw oordeel over het bericht dat mbo-scholen veel tijd kwijt zijn aan het wegwerken van taal- en rekenachterstanden bij hun studenten?1

Vraag 2

Deelt u de mening van de voorzitter van de MBO Raad: «Vroeger bleef je een jaar zitten, maar dat mag niet meer van de Staatssecretaris. Dan wordt er naar het mbo gekeken voor reparaties»?

Vraag 3

Erkent u dat zittenblijven wordt ontmoedigd waardoor het risico toeneemt dat leerlingen met achterstanden naar het vervolgonderwijs gaan? Zo nee, wat is het beleid rond zittenblijven? Hoe oordeelt de Inspectie van het Onderwijs over zittenblijvers?

Vraag 4

Deelt u de mening dat scholen niet langer moeten worden afgerekend op zittenblijven?2

Vraag 5

Wat gaat u ondernemen om te voorkomen dat leerlingen taal- en rekenachterstanden op het mbo (of in het hoger onderwijs) moeten inhalen?

Vraag 6

Bent u het eens dat veel meer in het basisonderwijs moet worden geïnvesteerd, zodat achterstanden worden voorkomen?

Vraag 7

Wordt op alle mbo-scholen volwaardig rekenles gegeven? Wordt op het ROC van Amsterdam volwaardig rekenles gegeven? Hoe groot is de lesuitval aldaar?

Mededeling

Op 21 december 2016 heeft het lid Jasper van Dijk (SP) schriftelijke vragen gesteld over het bericht dat mbo-scholen veel tijd kwijt zijn aan het wegwerken van taal- en rekenachterstanden bij hun studenten. De vragen werden mij toegezonden met referentie 2016Z24587.

Tot mijn spijt is beantwoording van de vragen binnen de gestelde termijn niet mogelijk, omdat zorgvuldige afstemming van de vragen meer tijd vergt. Ik zal de antwoorden op de vragen zo snel mogelijk aan uw Kamer toezenden.


X Noot
1

AD, 13 december 2016

X Noot
2

AD, 13 december 2016 «Nederlands vaak niet op niveau

Naar boven