Vragen van het lid Grashoff (GroenLinks) aan de Ministers van Infrastructuur en Milieu en van Economische Zaken over het bericht «Brabants grondwater stinkt» (ingezonden 25 november 2016).

Antwoord van Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus (Infrastructuur en Milieu), mede namens de Minister van Economische Zaken (ontvangen 16 december 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Brabants grondwater stinkt»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u bekend met het onderzoek van de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO)?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Deelt u de zorgen van burgers en maatschappelijke organisaties over de gezondheidsrisico’s die zich voordoen bij het oppompen van grondwater in Noord-Brabant, waarbij mogelijk waterstofsulfide vrijkomt?

Antwoord 3

Ik kan mij goed voorstellen dat dit ongerustheid bij burgers en maatschappelijke organisaties oproept.

Vraag 4, 5

Bent u het eens met de in het artikel aangehaalde TNO-onderzoeker die vindt dat de provincie Noord-Brabant het grondwater bij alle meetpunten zou moeten checken op waterstofsulfide, vanwege de schade die het kan veroorzaken aan ogen en luchtwegen? Zo nee, waarom niet?

Bent u bereid om met de provincie Noord-Brabant in gesprek te gaan en samen een vervolgonderzoek in te stellen naar de gezondheidsrisico’s, zoals de TNO-onderzoeker bepleit?

Antwoord 4, 5

De provincie heeft als bevoegd gezag naar mijn mening op een verantwoorde wijze invulling gegeven aan haar verantwoordelijkheid door TNO een gedegen onderzoek2 naar waterstofsulfidegas (H2S) in grondwater in Noord-Brabant uit te laten voeren. Het is vervolgens aan de provincie om op basis van dit onderzoek en het bijbehorende advies van de GGD nadere stappen te overwegen en uit te voeren. Communicatie over de risico’s van het mogelijke vrijkomen van waterstofsulfidegas bij het oppompen van grondwater is daarbij essentieel. Ik heb er vertrouwen in dat de provincie, gemeente en wellicht ook de waterschappen hierin hun verantwoordelijkheid nemen, zowel vanuit de inhoud als vanuit het belang van communicatie, die juist op locaal en regionaal niveau effectief moet zijn.

Het risico op het vrijkomen van waterstofsulfidegas zal bovendien een aandachtspunt zijn in het geregelde ambtelijke overleg tussen rijk en provincies over het beheer en monitoring van grondwater. De provincie is en blijft echter als eerste verantwoordelijk om maatregelen te treffen om onacceptabele effecten van het mogelijk vrijkomen van waterstofsulfidegas te voorkomen.


X Noot
1

Dagblad Trouw; «Brabants grondwater stinkt» van 23 november 2016

X Noot
2

TNO 2015 R11334: Onderzoek naar waterstofsulfidegas (H2S) in grondwater in Noord-Brabant; Processen, ruimtelijke verbreiding en beschrijving van potentiële blootstellingssituaties

Naar boven