Vragen van het lid Van Dekken (PvdA) aan de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over matchfixing in het voetbal (ingezonden 9 december 2016).

Antwoord van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie), mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 16 december 2016).

Vraag 1

Kent u het bericht «Matchfixers kopen Europese voetbalclubs»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Herkent u het beeld van het International Centre for Sport Security (ICSS) dat voetbalclubs in Europa steeds vaker worden overgenomen door matchfixers? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Ja, mij is bekend dat matchfixers volgens deskundigen in het buitenland clubs overnemen teneinde wedstrijden te manipuleren.

Vraag 3, 4

Acht u het mogelijk dat ook Nederlandse clubs door matchfixers overgenomen zijn of overgenomen kunnen worden? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom acht u dit niet mogelijk?

Welke belemmeringen kent het Nederlandse betaalde voetbal om te voorkomen dat matchfixers of andere malafide personen of bedrijven Nederlandse clubs overnemen?

Antwoord 3, 4

Op dit moment heeft de KNVB geen signalen dat clubs in Nederland door matchfixers zijn overgenomen.

Onder bepaalde voorwaarden kan een club overgenomen worden. De overname mag niet strijdig zijn met de Nederlandse wet- en regelgeving en de nieuwe eigenaar dient een Verklaring Omtrent Gedrag te tonen aan de voetbalbond. Zie ook het antwoord op vraag 6.

Vraag 5

Acht u het mogelijk dat niet alleen Nederlandse spelers in Finland door matchfixers werden betaald, maar dat dit ook in Nederland zelf kan gebeuren? Zo ja, waarom acht u dit mogelijk?

Zo nee, waarom acht u dit niet mogelijk? Over welke middelen beschikt het Nederlands betaald voetbal om dit te voorkomen of op te sporen?

Antwoord 5

Het valt niet uit te sluiten dat dit ook in Nederland zou kunnen gebeuren. Matchfixing is een mondiaal probleem. Het bestrijden van matchfixing kan alleen door een effectieve samenwerking tussen sport, opsporings- en vervolgingsdiensten, de kansspelsector en rijksoverheid zowel nationaal als internationaal. Alle betrokkenen erkennen dit en werken daartoe met elkaar samen zoals meermalen aan uw Kamer bericht. Het Openbaar Ministerie geeft prioriteit aan matchfixing en alle daaraan gerelateerde risico's.

Sinds 2009 heeft de KNVB vele maatregelen genomen om matchfixing tegen te gaan. Enkele voorbeelden hiervan zijn een meldplicht voor spelers en officials, een tiplijn, een gokverbod voor spelers en voorlichting aan scheidsrechters, staf en spelers. Tevens heeft de sport de code Betrouwbaar Spel & Sponsoring ingevoerd. In de code zijn spelregels opgenomen die de gokmarkt inzichtelijk moeten maken en tegelijkertijd zorgen voor een sportief wedstrijdverloop.

Vraag 6

Deelt u de mening dat het checken van de integriteit van een betaald voetbalorganisatie dan wel de eigenaar van een club verder moet gaan dan alleen maar het vragen van een verklaring omtrent gedrag? Zo ja, acht u een integriteitstoets door de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) afdoende?

Antwoord 6

Het is aan de KNVB om hier over te besluiten. De KNVB bekijkt momenteel, in het kader van het nieuwe licentiesysteem of er bij overnames een mogelijkheid is om vooraf beter te screenen.

Vraag 7

Op grond van welke aanwijzingen of vermoedens werd de integriteitseenheid van de KNVB in deze concrete in de krantenberichten genoemde zaak ingeschakeld?

Antwoord 7

Op verzoek van de Finse voetbalbond voert de integriteitseenheid van de KNVB gesprekken met de vier Nederlandse spelers die in het bericht van de Volkskrant genoemd worden. Zolang het onderzoek loopt doet de KNVB hierover geen mededelingen. De bevindingen zullen aan de Finse voetbalbond worden gerapporteerd.

Vraag 8

Doet deze integriteitseenheid op dit moment nog meer onderzoek naar signalen van matchfixing? Zo ja, in hoeveel gevallen of naar hoeveel spelers? Zo ja, is bekend om welke voetballers of clubs het concreet gaat?

Antwoord 8

De Integriteitseenheid kan op verzoek van het bestuur van de KNVB of de aanklager betaald voetbal (voor)onderzoek verrichten. Op dit moment voert de Integriteitseenheid gesprekken met de Nederlandse spelers die in Finland hebben gespeeld. Zolang zaken door de Integriteitseenheid worden onderzocht, doet de KNVB hier geen uitspraken over.

Vraag 9

Deelt u de mening dat spelers die informatie willen verstrekken over hun ervaringen met matchfixing in aanmerking moeten komen voor clementie? Zo ja, waarom en welke mogelijkheden bestaan er daartoe? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 9

In de brief die ik 11 maart 20152 aan u heb gezonden, geef ik aan dat ik geen voorstander ben van een dergelijke clementieregeling in het strafrecht. Gezien de brede werking van het strafrecht zou het niet juist zijn om alleen voor dit onderwerp een clementieregeling te overwegen. Bovendien kan een melder in verschillende gradaties zelf betrokken zijn geweest bij de matchfixing. Het is niet goed mogelijk daar een generieke regeling voor op te stellen. De opportuniteit van strafvervolging dient dan ook per geval te worden beoordeeld.

De tuchtcommissie van de KNVB neemt alle feiten mee bij het bepalen van de hoogte van een straf. Dus ook het feit of iemand zich vrijwillig meldt of dat iemand onder druk staat van criminele netwerken. Het is uiteindelijk aan de tuchtcommissie om de hoogte van de strafmaat te bepalen.

Vraag 10

Is de KNVB naar aanleiding van deze of andere zaken met betrekking tot matchfixing in overleg met buitenlandse zusterorganisaties of andere organisaties? Zo ja, om welke zaken gaat het?

Antwoord 10

De KNVB wisselt informatie en kennis uit met diverse organisaties, zoals met FIFA, UEFA, NOC*NSF en KNLTB op het gebied van het herkennen van signalen en een effectieve aanpak van matchfixing. Ter preventie en bestrijding van matchfixing is er een nauwe samenwerking met UEFA, FIFA en onafhankelijke experts. Zo stuurt de KNVB sinds 2009 alle wedstrijdformulieren van de Eredivisie- en Jupiler League-wedstrijden direct naar UEFA, voor een analyse door het Betting Fraud Detection System (BFDS). De KNVB doet geen uitspraak over concrete zaken.

Vraag 11

Deelt u de mening dat naar aanleiding van aanhoudende signalen van matchfixing er binnen Nederland en tussen Nederland en andere landen meer samenwerking moet plaatsvinden tussen de voetbalbonden en de betrokken autoriteiten? Zo ja, hoe gaat u hier voor zorgen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 11

De bevindingen van het International Centre for Sport Security (ICSS) over clubovernames door matchfixers in enkele landen zijn zorgwekkend en passen in een reeks van recente signalen die bevestigen dat matchfixing een bedreiging vormt. Alleen als alle betrokken partijen prioriteit geven aan de bestrijding van matchfixing kan dit gevaar effectief worden bestreden. Gezien het grensoverschrijdende karakter van matchfixing is goede samenwerking binnen het platform matchfixing maar ook met buitenlandse autoriteiten cruciaal.

In Nederland is de samenwerking rondom het thema matchfixing via een drietal platforms ingericht: het Strategisch beraad matchfixing, het Nationaal platform matchfixing en het Signalenoverleg. Op dit moment werkt het Nationaal platform aan een plan van aanpak voor de komende jaren inclusief het ontwikkelen van een barrièremodel.

Op Europees niveau vinden eveneens diverse activiteiten plaats. Zo neemt Nederland deel aan de EU-expertgroep matchfixing. In deze expertgroep wordt beleidsinformatie gedeeld en goede voorbeelden en ervaringen uitgewisseld. Daarnaast vinden bilaterale contacten plaats tussen de verschillende stakeholders op het terrein van sport, kansspelen en opsporing en vervolging. Door internationale samenwerking is kennisuitwisseling tot stand gebracht en zijn intercollegiale contacten gerealiseerd.

Verder heeft Nederland het Raad van Europa Verdrag ter bestrijding van matchfixing getekend. Dit zal de internationale samenwerking nog verder versterken.

Vraag 12

Wilt u deze vragen beantwoorden vóór het komende Algemeen overleg matchfixing?

Antwoord 12

Ja.


X Noot
1

Volkskrant, 8 december 2016

X Noot
2

Kamerstuk 33 296, nr. 11.

Naar boven