Vragen van de leden Bontes en Van Klaveren (beiden Groep Bontes/Van Klaveren) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over een Erdogan-informant bij de politie (ingezonden 2 september 2016).

Antwoord van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 30 september 2016)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Nederlandse pro-Erdogan-agent lekt informatie aangifte bedreiging»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3 en 5

Hoe oordeelt over het feit dat gegevens van slachtoffers van bedreiging en intimidatie als gevolg van kritiek op het Turkse regime door Erdogan-aanhangers bij de politie worden gelekt aan derden?

Kunt aangeven hoeveel van dit soort gevallen er bekend zijn, of het hier Erdogan-informanten betreft en aan welke instanties er informatie is doorgespeeld?

Wat bent u voornemens te doen om te voorkomen dat er informatie uit politiesystemen lekt en (tevens) terechtkomt bij het Erdogan-regime?

Antwoord 2, 3 en 5

De samenleving moet er op kunnen vertrouwen dat de politie integer met politie-informatie en informatie van en over burgers omgaat. Iedere handeling die het vertrouwen schendt is onacceptabel en keur ik ten stelligste af. Indien er redenen zijn om aan te nemen dat hier sprake van is, wordt een onderzoek ingesteld.

In de door u aangehaalde casus loopt een onderzoek naar de feiten. Ik wil niet vooruitlopen op eventuele uitkomsten van dit onderzoek. Op dit moment zijn mij geen soortgelijke meldingen bekend.

Vraag 4

Welke maatregelen gaat u nemen om de veiligheid van de slachtoffers te waarborgen en te zorgen dat de lekkende dienders ontslag tegemoet kunnen zien?

Antwoord 4

Ik zie op dit moment geen aanleiding om extra maatregelen te treffen aangezien het onderzoek op dit moment nog loopt. Elke politieambtenaar heeft een eed of belofte afgelegd om onpartijdig te zijn en te blijven ongeacht de omstandigheden. De politie is er voor iedereen ongeacht ras, geloof, politieke voorkeur of afkomst. Bij iedere aangifte heeft de politie de zorg voor de aangever en neemt waar nodig maatregelen om de aangever te beschermen.

Indien er signalen binnenkomen bij de politie of het vermoeden bestaat dat een politieambtenaar zijn ambtsplicht geschonden heeft, zal een (strafrechtelijk) onderzoek ingesteld worden.

Vraag 6

Erkent u dat er hier sprake is van een forse ondermijning van de rechtsstaat? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 6

Zoals gezegd loop ik niet vooruit op conclusies uit dit onderzoek.

Vraag 7

Deelt u de visie dat het noodzakelijk is dat bedreigde Nederlandse Turken ook, indien gewenst en in deze uitzonderlijke situatie, aangifte moeten kunnen doen bij politiemensen zonder Turkse achtergrond? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

Zoals onder vraag 4 beantwoord heeft elke politieambtenaar een eed of belofte afgelegd om onpartijdig te zijn en te blijven ongeacht de omstandigheden. Derhalve ben ik van mening dat bij iedere agent aangifte kan worden gedaan.

Vraag 8

Ziet u ook de relatie tussen dit soort multiculturele problematiek en het opgelegde diversiteitsbeleid? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

De term «opgelegde diversiteitsbeleid» herken ik niet. De politie werkt aan de diversiteit van haar personeelsbestand vanuit de wens en operationele noodzaak om verbinding te kunnen houden met álle groepen in de samenleving. Dit is niet opgelegd, maar vloeit mede voort uit een opvatting over wat er nodig is voor professioneel politievakmanschap.

Naar boven