Vragen van het lid Keijzer (CDA) aan Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het artikel «Wethouder Fles en CDA Noordwijk nemen elkaar de maat» (ingezonden 7 oktober 2016).

Antwoord van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 29 november 2016)Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 369

Vraag 1

Kent u het artikel «Wethouder Fles en CDA Noordwijk nemen elkaar de maat»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3 en 4

Wordt door de Noordwijkse casus duidelijk dat het begrip «zelfredzaamheid» niet eenduidig wordt gebruikt in de uitvoeringspraktijk (nu deze lokale situatie is vergeleken met diverse projecten in de 4 grote steden)?

Vindt u het binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) een taak van de gemeente om stappen te zetten, om te voorkomen dat burgers schade lijden door overheidsbeslissingen, zoals het sluiten van een pand zonder met ketenpartijen te overleggen over oplossingen voor individuele burgers die door sluiting worden getroffen?

Bent u van mening dat het woord «zelfredzaamheid» verduidelijking behoeft in het licht van deze casus? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe?

Antwoord 2, 3 en 4

Ik kan me dit beeld voorstellen, maar ben het niet eens met de suggestie die uit de vragen spreekt. Gemeenten kunnen de mate van zelfredzaamheid van inwoners beoordelen. Uiteraard binnen het kader van de wet. Het College dient daar vervolgens naar te handelen. Dat geldt ook voor de vraag of en in welke mate de lokale overheid haar burgers zou moeten ondersteunen wanneer ze worden getroffen door ingrijpende beslissingen, zoals het sluiten van dit pand. Een specifieke beschrijving van zelfredzaamheid in de wet is daarom onwenselijk.

Vraag 5

Bent u ervan op de hoogte dat In de Noordwijkse casus het College van B&W de opvang geheel als verantwoordelijkheid van de centrumgemeente ziet, die aangeeft geen opvang te kunnen bieden? Wat vindt u hiervan?

Antwoord 5

Dat klopt niet. Voor verschillende betrokkenen kan en wordt vanuit de Wmo begeleiding geboden of andere hulp vanuit andere wettelijke kaders. Daar is door de gemeente ook meerdere malen over gecommuniceerd. Voor maatschappelijke opvang heeft de gemeente afspraken gemaakt met haar centrumgemeente, in dit geval via de centrumgemeente Leiden. Die afspraken moeten sluitend zijn, zodat mensen niet tussen wal en schip belanden.

Vraag 6

Is het u bekend dat het College van de gemeente Noordwijk van mening is dat preventie (zoals het verliezen van BRP inschrijving en zorgpolis), vroegsignalering en voorkomen van escalatie zaken zijn die niet tot de Wmo behoren? Bent u dit met het College eens? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Essentie is om, gegeven de mogelijkheden die diverse wetten aan gemeenten bieden, te zorgen voor passend maatwerk voor mensen. Daarbij is het zowel voor mensen zelf als financieel voor de gemeente vaak beter om preventief te werken en escalatie te voorkomen. Vanuit die gedachte maken preventie en vroegsignalering ook in Noordwijk onderdeel uit van het Wmo-beleid dat wijkteams en maatschappelijke partijen uitvoeren.

Vraag 7

Vindt u het ook niet opvallend dat de wethouders vinden dat hun interpretatie van de Wmo niet door een raadslid ter discussie mag worden gesteld, terwijl de Wmo een wet is met veel beleidsruimte, die nu juist vraagt om actieve democratische controle door de raad?

Antwoord 7

Ik ben met u eens dat de Wmo veel ruimte geeft die juist in discussie van College met de gemeenteraad lokaal in passend beleid kan worden vertaald.

Vraag 8

Deelt u de mening dat de raad de controlerende bevoegdheid heeft om vragen te stellen?

Antwoord 8

Ja.


X Noot
1

Leidsch Dagblad, 8 september 2016.

Naar boven