Vragen van de leden Cegerek en Van Dekken (beiden PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de giftige stoffen in rubbertegels (ingezonden 19 oktober 2016).

Antwoord van Minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 30 november 2016) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 400

Vraag 1

Bent u bekend met de mogelijke giftigheid van rubbertegels?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat rubbertegels kankerverwekkende stoffen bevatten en het niet bekend is hoe gevaarlijk dit voor de volksgezondheid is? Waarom is hier bij de introductie van deze tegels geen onderzoek naar gedaan? Bent u bereid alsnog te onderzoeken wat het precieze gevaar is?

Antwoord 2

Rubbertegels kunnen gemaakt worden van oude autobanden en deze banden kunnen kankerverwekkende stoffen bevatten. Tot op heden is de inschatting van bureau Risicobeoordeling van de NVWA altijd geweest dat de risico’s van deze producten verwaarloosbaar zijn omdat blootstelling aan deze stoffen beperkt blijft. Bij de introductie van de tegels enkele tientallen jaren geleden was er geen bezorgdheid voor de mogelijke risico’s van deze producten. Er wordt sinds begin 2016 door het RIVM gewerkt aan een risicobeoordeling van deze tegels. De resultaten van deze beoordeling worden begin 2017 verwacht.

Vraag 3

Welke alternatieven voor rubbertegels zijn er om kinderen die vallen van bijvoorbeeld klimtoestellen te beschermen tegen verwondingen? Waarom wordt, gezien de twijfel over de gezondheid van rubbertegels, niet voor deze alternatieven gekozen?

Antwoord 3

Er zijn verschillende alternatieven zoals houtsnippers, boomschors, zand, gras en grind2. Deze alternatieven hebben allen hun voor- en nadelen. Zo is er in het verleden geconstateerd dat zand om hygiënische redenen minder geschikt kan zijn. Bodemmaterialen moeten daarnaast voldoende schokdemping bieden voor de valhoogte. De demping van sommige ondergronden wordt minder onder invloed van regen.

Vraag 4

Welke gevaren voor de volksgezondheid vormen autobanden die eveneens vaak als (onderdeel van) speeltoestellen worden gebruikt? Waarom worden op speelplaatsen voorwerpen gebruikt waarvan de veiligheid voor kinderen niet gegarandeerd kan worden?

Antwoord 4

In zijn algemeenheid geldt dat de risico’s afhankelijk zijn van de blootstelling. Wanneer kinderen blootgesteld worden aan rubber is het uiteraard niet van belang of dit aan tegels of aan autobanden is. Net als voor de tegels geldt dat er vooralsnog volgens Bureau Risicobeoordeling van de NVWA en het RIVM geen aanleiding is om aan te nemen dat deze producten een gevaar vormen voor de volksgezondheid.

Vraag 5

Wanneer zal de EU naar verwachting haar onderzoek hebben afgerond en limieten hebben ingesteld voor de maximale hoeveelheid giftige stoffen per kilogram rubber? Is het, gezien de mogelijke gevolgen voor de volksgezondheid, naar uw mening nodig als Nederland om alvast een limiet te stellen tot er vanuit Europa een definitieve limiet komt? Zo ja, wanneer maakt u deze limiet bekend en welke gevolgen heeft dit voor rubber dat al in gebruik is? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Op dit moment geldt er in Europa een limiet van 1 milligram per kilogram (mg/kg) voor acht verschillende PAKs die in consumentenproducten aanwezig zijn en langdurig of frequent kortdurend in contact kunnen komen met de huid. Er is in Europa geen consensus of rubbertegels binnen deze definitie vallen. Het Nederlandse standpunt is dat deze juridische discussie minder relevant is en dat onverantwoorde risico’s uitgesloten moeten worden. De geldende grenswaarde is echter niet gebaseerd op een risicobeoordeling maar op de politieke wens om de potentiële blootstelling aan kankerverwekkende stoffen uit voorzorg te beperken. De grenswaarde wordt voor het einde van 2017 geëvalueerd. De limiet is geldig voor producten die op dit moment in de handel zijn. Het RIVM werkt op dit moment aan een risicobeoordeling van de rubbertegels. Als daar uitkomt dat de tegels een risico vormen voor de volksgezondheid zal ik aanvullende maatregelen treffen.

Vraag 6

Welke andere producten zijn er gemaakt van vergelijkbaar rubber als rubbertegels en de korreltjes in kunstgras waar consumenten regelmatig mee in aanraking komen en daarmee eveneens een mogelijk gevaar voor de volksgezondheid vormen? Bent u bereid onderzoek te laten uitvoeren naar deze producten en de mogelijke gevaren en indien nodig hierop actie te ondernemen? Zo ja, op welke termijn verwacht u de resultaten van dit onderzoek en kunt u de resultaten van dit onderzoek en uw acties met de Kamer delen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Er worden meerdere producten gemaakt van rubbergranulaat maar de bulk wordt gebruikt als infillmateriaal in kunstgras en voor het maken van rubbertegels. Uit het RIVM onderzoek naar de samenstelling van het granulaat komt uiteraard ook informatie die bruikbaar is voor de beoordeling van de risico’s van rubbertegels. Zoals in antwoord 2 al aangegeven doet het RIVM op dit moment een onderzoek om te bepalen of de tegels bij huidcontact een gezondheidsrisico met zich meebrengen.

Naar boven