Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 569 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 569 |
Wat vindt u er van dat 24% van de bestuurders die na 2014 voor het eerst werden getoetst naar aanleiding van herbenoeming geen positief oordeel van De Nederlandse Bank (DNB) hebben gekregen? Wat vindt u er van dat deze bestuurders achteraf ongeschikt bleken voor de taak die zij vervulden? Vindt u ook dat deelnemers recht hebben te weten dat hun pensioenfonds bestuurd is door bestuurders die achteraf ongeschikt bleken?1
De genoemde 24% (22 van de 91 bestuurders) heeft betrekking op 91 bestuurders die als gevolg van een functieverzwaring (lid beleggingscommissie) opnieuw zijn getoetst. In de functie van bestuurslid zijn deze 91 bestuurders eerder getoetst en hebben een positief oordeel ontvangen van DNB. Er is derhalve geen sprake van dat een pensioenfonds bestuurd werd door bestuurders die achteraf ongeschikt bleken. Deze bestuurders achtte DNB wel geschikt om deel te nemen aan het bestuur van een pensioenfonds, echter voor deelname aan de beleggingscommissie achtte DNB deze bestuurders niet geschikt.
Kunt u er zorg voor dragen dat de 30 bestuurders, waarvan u in uw antwoorden aangeeft dat zij voor 30 december 2000 al benoemd zijn, en daardoor nog niet getoetst door DNB, net als hun collega’s getoetst worden? Zo ja, waarom is dat nog niet gebeurd? Zo nee, waarom niet?
De huidige wet- en regelgeving voorziet in een toetsing van nieuwe toetreders in besturen of bij herbenoeming met een functiewijziging. DNB heeft tevens de mogelijkheid om op ieder moment tot een hertoetsing over te gaan als er sprake is van een redelijke aanleiding. Op deze grond kunnen ook bestuurders worden hertoetst die voor 30 december 2000 zijn benoemd. Tot op heden is daar geen aanleiding voor geweest.
Heeft DNB ook (alarm)signalen ontvangen vanuit de sector over bestuurders waarin gevraagd werd om een tussentijdse toets voor een bestuurder of meerdere bestuurders? Hoe wordt er door DNB met dit soort signalen omgegaan?
DNB krijgt soms signalen over specifieke bestuurders of een bestuur en neemt deze signalen altijd zeer serieus. Indien DNB serieuze signalen krijgt, doet ze onderzoek en kan DNB concluderen dat er sprake is van een redelijke aanleiding om over te gaan tot een hertoetsing. De resultaten van de hertoetsing worden gedeeld met de betreffende bestuurder en het betreffende pensioenfonds. Indien een hertoetsing leidt tot een negatief oordeel, dient deze bestuurder zijn of haar functie onverwijld neer te leggen. Sinds 2012 heeft DNB 7 keer een hertoets afgenomen (zie tabel bij antwoord 4).
Kunt u een overzicht geven van de belangrijkste wijzigingen in pensioenregelgeving sinds 2000, zoals de Wet versterking bestuur pensioenfondsen, aanpassingen aan het Financieel Toetsingskader, de beleidsregel deskundigheid 2011, de beleidsregel geschiktheid 2012, etc? Kunt u per belangrijke wijziging aangeven hoeveel pensioenbestuurders en hoeveel procent van de pensioenbestuurders na die wijziging zijn getoetst of hertoetst?
Het wettelijk kader voor toetsing van pensioenfondsbestuurders is in de loop der tijd gewijzigd.
Daarin zijn drie periodes te onderscheiden:
– In de periode voorafgaand aan 30 december 2000 werd er niet getoetst.
– In de periode van 30 december 2000 tot 1 januari 2011 werden bestuurders getoetst op basis van in de pensioenwetten opgenomen artikelen over deskundigheid.
– In de periode vanaf 1 januari 2011 tot heden vindt de toetsing plaats op basis van nader uitgewerkte criteria zoals opgenomen in de beleidsregel deskundigheid 2011 en zijn opvolger de beleidsregel geschiktheid 2012.
De pensioenfondsbestuurders die benoemd zijn in de periode voorafgaand aan 30 december 2000 zijn getoetst bij de volgende herbenoeming na deze datum. De zittingsduur van bestuursleden is meestal vier jaar. Daarna kan op grond van de Code Pensioenfondsen maximaal tweemaal herbenoeming plaatsvinden.
De belangrijkste wijzigingen in de pensioenregelgeving in de afgelopen periode betreffen:
– de Wet versterking bestuur pensioenfondsen (per 7 augustus 2013);
– de Wet tot aanpassing van het financieel toetsingskader (per 1-1-2015);
– de Wet pensioencommunicatie (per 1-7-2015);
– de Wet algemeen pensioenfonds (per 1-1-2016);
– de Wet verbeterde premieregeling (per 1-9-2016).
Hieronder treft u een overzicht aan van het aantal hertoetsingen en het aantal gewone toetsingen van bestuurders van pensioenfondsen in de periode 2012 – 2016. Tevens is het totaal aantal bestuurders vermeld dat op 1 januari van het desbetreffende jaar werkzaam was.
Jaartal |
Hertoetsingen pensioenfondsen |
---|---|
2012 |
1 |
2013 |
3 |
2014 |
2 |
2015 |
0 |
2016 |
1 |
Jaartal |
Aanvangstoetsingen (incl. functiewijziging bij herbenoeming) pensioenfondsen |
---|---|
2012 |
379 toetsingen (94% positief) |
2013 |
367 toetsingen (92% positief) |
2014 |
672 toetsingen (90% positief) |
2015 |
375 toetsingen (95% positief) |
2016 |
366 toetsingen (94% positief) |
Jaartal |
Totaal aantal bestuurders per 1 januari1 |
---|---|
2012 |
3.094 |
2013 |
2.799 |
2014 |
2.594 |
2015 |
2.561 |
2016 |
2.364 |
Het betreft het aantal bestuurders en niet het aantal personen, aangezien één persoon soms meerdere functies vervult.
Hoe vaak sinds 2014 zijn kandidaat-bestuurders geschikt bevonden «met voorschrift»? In hoeveel van die gevallen zijn de bestuurders daarna getoetst of zij ook daadwerkelijk hun kennis of competenties verbeteren? In hoeveel gevallen zijn bestuurders daarna alsnog ongeschikt bevonden?
DNB is zeer terughoudend met het geschikt bevinden op basis van een voorwaardelijke beschikking. DNB heeft sinds 2014 vijf pensioenbestuurders voorwaardelijk geschikt bevonden. Daarbij kan gedacht worden aan het neerleggen van nevenfuncties of het opdoen van bepaalde kennis. DNB geeft in dat geval duidelijk aan wat er wordt verwacht van de kandidaat. Ook wordt aangegeven binnen welke termijn (maximaal 6 maanden) aan de voorwaarde moet zijn voldaan en hoe DNB geïnformeerd dient te worden over het voldoen aan deze voorwaarde. Indien niet is voldaan aan de voorwaarde binnen de termijn, vervalt de beschikking. Het fondsbestuur is in principe zelf verantwoordelijk voor de opvolging van de voorwaarde. DNB ziet hier in het reguliere toezicht op toe.
Bent u van mening dat de toetsing van pensioenfondsbestuurders op dit moment voldoende is geborgd?
Het doel van de geschiktheidseisen aan pensioenfondsbestuurders is een blijvende verbetering van het beheer van de Nederlandse pensioenen. Mede daarom zijn de eisen de afgelopen jaren sterk verhoogd en is DNB als toezichthouder gevraagd goed en stevig te toetsen, in het belang van alle deelnemers, slapers en gepensioneerden.
Pensioenfondsen moeten in eerste instantie zelf zorgen voor goede bestuurders en moeten bij de voordracht van nieuwe bestuurders de wettelijke geschiktheidseisen meewegen.
Alle nieuwe bestuurders van pensioenfondsen worden door DNB getoetst aan de hand van dezelfde criteria. Net als bij banken, verzekeraars en andere financiële instellingen hanteert DNB een risicogebaseerde aanpak in haar toetsingsbeleid. Deze risicogebaseerde aanpak resulteert bij de pensioenfondsen in een focus op toetsingen van voorzitters van pensioenfondsen en de raden van toezicht alsook de leden en voorzitters van de beleggingscommissies.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-569.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.