Vragen van de leden Mei LiVos en Jacobi (beiden PvdA) aan de Ministers van Economische Zaken en van Veiligheid en Justitie over de belangenverstrengeling bij commerciële stichtingen die consumenten zouden moeten helpen bij collectieve schaderegelingen (ingezonden 10 oktober 2016).

Antwoord van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 18 november 2016). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 412.

Vraag 1

Kent u het artikel «Schone slaapsters» uit het Nederlands Juristenblad?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kent u het onderzoek van de auteurs dat genoemd wordt in het artikel naar de governance van stichtingen die opkomen voor belangen van benadeelde consumenten van massaschade? Wat vindt u van de conclusie van dit onderzoek waaruit blijkt dat het slecht is geregeld met de governance van deze claimorganisaties?

Antwoord 2

Ja, ik ben bekend met dit onderzoek. De conclusie van dit onderzoek, dat een groot deel van de claimorganisaties nog niet voldoet aan de eisen die zijn opgenomen in de vrijwillige Claimcode, deel ik. Daarmee heeft de Claimcode, die beoogt de governance en transparantie van claimstichtingen te bevorderen, niet het gewenste effect. Dit is ook de stakeholders naar voren gebracht in het kader van de consultatie over een voorontwerp ter uitvoering van de motie Dijksma. Deze motie verzocht de regering om te komen tot invoering van een Nederlandse collectieve schadevergoedingsactie (Kamerstuk 33 000, XIII, nr. 14). Ik kan u melden dat vandaag een wetsvoorstel «Afwikkeling van massaschade in een collectieve actie» naar uw Kamer is gestuurd, waarbij ik een deel van de eisen van de Claimcode wettelijk heb verankerd als ontvankelijkheidseisen. Dit betekent dat claimstichtingen die niet voldoen aan aantal essentiële eisen uit de Claimcode, voortaan geen collectieve (schadevergoedings-)actie mogen instellen bij de rechter.

Vraag 3

Deelt u de mening dat stichtingen die hulp bieden aan consumenten een belangrijke rol kunnen vervullen bij het organiseren van onderhandelingsmacht aan de kant van de individuele benadeelde consumenten ten opzichte van de vaak grote en kapitaalkrachtige bedrijven?

Antwoord 3

Ja, deze mening deel ik. Daarom blijft het mogelijk voor deze stichtingen om een collectieve (schadevergoedings-)actie in te stellen, mits ze voldoen aan de ontvankelijkheidseisen uit het voornoemde wetsvoorstel. Wel heb ik een uitzondering gemaakt voor stichtingen die slechts vanuit een ideëel of zeer beperkt financieel belang een collectieve rechtsvordering instellen.

Vraag 4

Deelt u de mening dat er een onwenselijke situatie is ontstaan door het gebrek aan handhaving bij de claimorganisatie en de zwakke kennispositie van benadeelde consumenten, waarbij bestuurders kunnen handelen uit commerciële belangen of motieven en misbruik kunnen maken van het systeem? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Ja, ik deel deze mening. Bij claimorganisaties moet het belang van de gedupeerde consument voorop staan. Voor zowel gedupeerden als voor aangesproken partijen moet er duidelijkheid bestaan over de vraag welke claimorganisatie welke belangen behartigt in een collectieve procedure.

Vraag 5 en 6

In 2012 is de claimcode tot stand gekomen met het doel om correcte behartiging van belangen te bevorderen; wat vindt u van het feit dat uit het eerder genoemde onderzoek blijkt dat een groot deel van de claimorganisaties deze code geheel verwerpt, en daarmee de claimcode grotendeels niet wordt nageleefd?

Wat vindt u van het feit dat bij een groot deel van de organisatie die de claimcode niet naleven bestuurders aan het hoofd staan die commerciële motieven dan wel commerciële belangen lijken te hebben bij het behartigen van benadeelde consumenten in een collectieve schadeclaim?

Antwoord 5 en 6

In antwoord op vraag 2 is aangegeven dat ik het onwenselijk vind dat de Claimcode op dit moment onvoldoende wordt nageleefd en dat daarom een wetsvoorstel is ingediend waarin de naleving van delen van de Claimcode wettelijk wordt verplicht. Een claimstichting die niet voldoet aan bepaalde voorwaarden op het gebied van governanceen transparantie is niet ontvankelijk bij een collectieve (schadevergoedings-)actie.

Vraag 7

Wat is de stand van zaken omtrent het aangekondigde wetsvoorstel Afwikkeling massaschade in een collectieve actie?

Antwoord 7

Dit wetsvoorstel is vandaag ingediend bij uw Kamer.

Vraag 8

Bent u bekend met het feit dat in Finland, Denemarken, en Zweden een Consumenten Ombudsman is aangesteld die namens benadeelde consumenten op kan komen in een collectieve actie?

Antwoord 8

Daar ben ik mee bekend.

Vraag 9

Deelt u de mening dat een dergelijke Consumenten Ombudsman, mede gezien de positie van de genoemde stichtingen, benadeelde consumenten wel kan helpen bij collectieve schaderegelingen? Zo ja, hoe en op welk termijn gaat u een Consumenten Ombudsman in het leven roepen, en zou die functie volgens u het beste bij de Autoriteit Consument en Markt (ACM) of bij de Nationale ombudsman ondergebracht kunnen worden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 9

Het wetsvoorstel «Afwikkeling van massaschade in een collectieve actie» gaat ervan uit dat geschillen tussen handelaren en consumenten in beginsel door partijen, al dan niet met inschakeling van de rechter, worden opgelost. De overheid heeft een toezichthoudende en faciliterende rol.

Dit is in lijn met de afschaffing van het duale stelsel van handhaving in de Stroomlijningswet marktoezicht door de Autoriteit Consument en Markt (ACM) (Kamerstuk 33 622, nr. 3, blz. 16) (Kamerstuk 33 622, nr. 3, blz. 16). Uit de consultatie van het voorontwerp van het wetsvoorstel «Afwikkeling van massaschade in een collectieve actie» bleek eveneens dat de meeste stakeholders vinden dat het primaat voor de privaatrechtelijke handhaving bij consumenten zelf moet liggen.

Ik ben ervan overtuigd dat met het wetsvoorstel, zoals dit vandaag is ingediend, partijen als de Consumentenbond actief in een collectieve actie zullen opkomen voor de belangen van gedupeerde consumenten en daarmee invulling geven aan de rol die in andere landen voor de Consumentenombudsman is weggelegd.

Op dit moment zie ik daarom geen aanleiding voor het in het leven roepen van een Consumenten Ombudsman die privaatrechtelijk optreedt voor gedupeerden.


X Noot
1

Nederlands Juristenblad, 2016/1652, Eddy Bauw & Tess van der Linden, 19 september 2016

Naar boven