Vragen van het lid Van Tongeren (GroenLinks) aan de Minister van Economische Zaken over het aannemen van een bewijsvermoeden bij aardbevingsschade (ingezonden 7 oktober 2016).

Mededeling van Minister Kamp (Economische Zaken) (ontvangen 7 november 2016).

Vraag 1

Kent u de uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland1, waarin een bewijsvermoeden wordt aangenomen voor het causale verband tussen de door gaswinning veroorzaakte aardbevingen en de door bewoners van het Groningenveld ondervonden mijnbouwschade?

Vraag 2

Deelt u de mening dat deze rechterlijke erkenning van het bestaan van een bewijsvermoeden het ongewenst maakt dat de Staat, de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) of welke bij de gaswinning betrokkene dan ook, verder procederen en dat het causale verband tussen aardbevingen en in ieder geval materiële mijnbouwschade in beginsel erkend moet worden? Zo ja, bent u bereid om de ingenomen procesposities in de lopende procedures zo snel mogelijk op het, door de Rechtbank Noord-Nederland aangenomen bewijsvermoeden, te heroverwegen en de geleden materiële mijnbouwschade te (laten) vergoeden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Waarom is niet eerder uitgegaan van een dergelijk bewijsvermoeden, mede in het licht van de sinds de jaren dertig staande opvatting van de Hoge Raad, dat men zich bij schadetoebrengende activiteiten niet kan beroepen op de gebrekkige toestand van een woning?

Vraag 4

Deelt u de mening dat voor het vertrouwenherstel van de Groningers het van belang is om de inmiddels afgesloten en afgewezen mijnbouwschadeclaims opnieuw te beoordelen met het erkende bewijsvermoeden als leidraad? Zo ja, bent u bereid om deze afgesloten zaken opnieuw te beoordelen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Bent u bereid uitvoering te geven aan de motie Van Tongeren2 om zo snel mogelijk antwoord te krijgen op de rechtsvragen die samenhangen met de door gaswinning veroorzaakte mijnbouwschade? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Bent u, gezien de ernst van de situatie waarin de Groningers verkeren, bereid deze vragen zo snel mogelijk te beantwoorden?

Mededeling

In verband met mijn verblijf in het buitenland, onder meer vanwege het staatsbezoek aan Australië en Nieuw-Zeeland van deze en volgende week, kunnen diverse sets Kamervragen en (commissie)verzoeken niet binnen de gebruikelijke termijn beantwoord worden. Het betreft:

  • Kamervragen Van Tongeren (GL) over het aannemen van een bewijsvermoeden bij aardbevingsschade;


X Noot
1

Rechtbank Noord-Nederland, Locatie Assen, 5 oktober 2016, Zaaknummer C/19/11171/ HA ZA 15–165.

X Noot
2

Kamerstuk 33 529, nr. 301

Naar boven