Vragen van de leden Fokke en Kuiken (beiden PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de vestiging van een asielzoekerscentrum in Maastricht (ingezonden 9 augustus 2016).

Antwoord van Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (ontvangen 23 september 2016)

Vraag 1

Kent u het bericht «Maastricht en Den Haag hekelen koppigheid Penn-Te Strake»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bevat het bericht feitelijke onjuistheden ten aanzien van het eigendom en de overdracht daarvan van het genoemde pand? Zo ja, welke zijn dat?

Antwoord 2

Ja. Voor zover mij bekend bevat het artikel de volgende feitelijke onjuistheden t.a.v. de eigendom en overdracht:

Uit navraag bij het COA blijkt dat de overdracht van het pand aan de Parkweg heeft plaatsgevonden drie dagen2 (en niet 1 dag) nadat het COA heeft aangegeven dat er voldoende basis was om een huurovereenkomst aan te gaan.

Verder wordt in het artikel gesproken over een «geheimzinnige eigenaar» van een asielzoekerscentrum». De eigenaar is bekend namelijk LEA Immobilienvermittlungs GmbH en uit het onderzoek van een notariskantoor (zie ook voetnoot3 is niet gebleken van enige band tussen de heer Vos en Immobilienvermittlungs GmbH anders dan de levering van het complex aan de Parkweg 20.

Overigens wil ik hierbij aangeven dat noch het COA, noch de gemeente Maastricht contractpartij was bij de verkoop. Het COA huurt het pand aan de Parkweg 20 van de eigenaar en tevens verhuurder, LEA Immobilienvermittlungs GmbH. De verhuurder is tevens verantwoordelijk voor de verbouwing van het pand. De gemeente Maastricht heeft een aanvraag voor het afgeven van een omgevingsvergunning van LEA Immobilienvermittlungs GmbH ontvangen.

Vraag 3

Bent u van mening dat de overheid op zijn minst zeer terughoudend moet zijn bij deals met vastgoed waarvan de (recente) eigenaar verdacht wordt van strafbare feiten met vastgoed? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Ja. Het is in het belang van de integriteit en het aanzien van de overheid om te voorkomen dat de overheid illegale praktijken faciliteert.

Vraag 4

Bent u van mening dat indien er een vermoeden is dat de overdracht van een pand via een stromanconstructie heeft plaatsgevonden, dat dan ook de integriteit van de betrokkenen bij deze deal zou moeten worden gecheckt? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Ja. Juist in dergelijke gevallen dient, indien mogelijk, nader onderzoek plaats te vinden om te voorkomen dat de overheid criminele activiteiten faciliteert.

Vraag 5

Bent u van mening dat in het geval de overheid betrokken is bij transacties met vastgoed, die overheid bij de geringste twijfel over de integriteit van een van de betrokken partijen onderzoek zou moeten laten doen naar die integriteit? Zo ja, waarom en is een Bibob4-toets daarvoor geschikt? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Ja. In algemeenheid geldt dat de Wet Bibob bestuursorganen mogelijkheden biedt om zelfstandig onderzoek te doen naar betrokken partijen bij vastgoedtransacties waar de overheid zelf ook partij is. Daarbij kunnen zij zich eventueel laten ondersteunen door een advies van het Landelijk Bureau Bibob.

Vraag 6

Welke rol heeft het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) in het algemeen bij vastgoedtransacties met betrekking tot de vestiging van asielzoekerscentra en behoort tot die rol ook het toetsen van de integriteit van betrokkenen bij een dergelijke transactie? Welke rol had of heeft het COA concreet als het gaat om de genoemde transactie in Maastricht?

Antwoord 6

Het COA is een zelfstandig bestuursorgaan dat bij vastgoedtransacties optreedt als huurder, koper of verkoper. Het COA controleert voor ondertekening van een overeenkomst met een commerciële partner of deze de juridische bevoegdheid heeft tot het sluiten van de betrokken overeenkomst. Is er ten tijde van de gesprekken en de onderhandelingen rond, en de ondertekening van, de overeenkomst geen reden of aanleiding tot twijfel omtrent de beoogde contractpartner dan wordt geen nader onderzoek5 verricht.

In het geval van LEA Immobilienvermittlungs GmbH zijn door het COA notariële verklaringen ontvangen waaruit blijkt dat de gemachtigde van LEA Immobilienvermittlungs GmbH daadwerkelijk de gemachtigd is namens het bedrijf te handelen. Er was op dat moment geen aanleiding nader onderzoek te verrichten.

Nadat het COA op de hoogte was geraakt van de berichtgeving omtrent dhr. Vos (15 juli 2016), heeft het COA op 20 juli 2016 nader onderzoek laten verrichten door een notariskantoor. Deze notaris heeft onderzoek gedaan naar de banden tussen de eigenaar LEA Immobilienvermittlungs GmbH en de heer B. Vos, dan wel een van de aan de heer Vos gelieerde vennootschappen. Uit de openbare registers is niet gebleken van enige band tussen de heer B. Vos en LEA dan wel de enige bestuurder en aandeelhouder van LEA Immobilienvermittlungs GmbH, anders dan de levering van het pand Parkweg 20 aan LEA Immobilienvermittlungs GmbH door Vos Vastgoed Beleggingsmaatschappij B.V.

Overigens is het COA dit moment niet bevoegd tot het toepassen van de Wet Bibob. Het COA heeft enige tijd nadat de grote vluchtelingenstroom op gang kwam wel reeds contact gezocht met het Ministerie van Veiligheid en Justitie om te bezien of deze bevoegdheid kan worden verkregen. Momenteel beziet de Minister van Veiligheid en Justitie hoe de Bibob-bevoegdheid voor het COA, door middel van een aanpassing van het Besluit Bibob, op korte termijn kan worden gerealiseerd. Onderdeel van de wijzigingsprocedure is een voorhang van het ontwerpbesluit bij de Tweede Kamer (artikel 1, derde lid, Wet Bibob).


X Noot
1

De Telegraaf, 8 augustus 2016

X Noot
2

Deze informatie is afkomstig uit onderzoek uit openbare registers dat het COA heeft laten verrichten door een notariskantoor. Het COA heeft dit onderzoek laten uitvoeren naar aanleiding van de berichtgeving omtrent Vos Investment Groep.

X Noot
3

De Telegraaf, 8 augustus 2016

X Noot
4

Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur

X Noot
5

Nader onderzoek betekent een notariskantoor de opdracht geven om op basis van openbare bronnen onderzoek te doen naar de betrokken partij.

Naar boven