Vragen van het lid Van Toorenburg (CDA) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de uitspraak dat een lid van een criminele motorbende in dienst mag blijven van Justitie (ingezonden 3 oktober 2016).

Antwoord van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 26 oktober 2016).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep dat u niet mag overgaan tot het ontslaan van één van uw ambtenaren die tevens deel uitmaakt van de criminele motorbende Satudarah?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het zeer ongewenst is dat mensen die in overheidsdienst zijn tevens deel uitmaken van één van de zogeheten 1% motorclubs in Nederland, waarvan de leden strafbare feiten plegen en onrust veroorzaken? Zo ja, hoe gaat u dit nu aanpakken?

Antwoord 2

Ja, ik deel uw mening. Ik verwijs verder naar de voortgangrapportages die ik jaarlijks naar uw Kamer stuur.

Vraag 3

Kunt u alsnog tot het genoemde ontslag overgaan indien u een betere afweging en motivatie aan het ontslag ten grond legt? Wanneer kan deze beslissing verwacht worden?

Antwoord 3

Ik beraad mij nog over de wijze waarop ik de uitspraak kan uitvoeren. Ik streef ernaar om binnen de termijnen die daarvoor staan een nieuwe beslissing op het bezwaar van betrokkene te nemen.

Vraag 4

Wat is de stand van zaken ten aanzien van het voornemen van het Openbaar Ministerie om een verbod aan de rechter voor te leggen?

Antwoord 4

Het Openbaar Ministerie beoordeelt momenteel de informatie uit onder meer strafrechtelijke onderzoeken op bruikbaarheid voor civielrechtelijke verbodsprocedures tegen één of meer outlaw motorcycle gangs in Nederland.

Vraag 5

Deelt u de mening dat een verbod op motorclubs het ontslaan van ambtenaren zou vergemakkelijken?

Antwoord 5

Ja.

Naar boven