Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 29 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 29 |
Bent u bekend met de berichten over de marktverstorende bestedingen van netwerkbedrijven?1
Vindt u het niet zorgelijk dat, zoals op basis van het jaarverslag 2015 van Alliander2 is af te leiden, er in dat jaar € 280 miljoen aan dividend van netbeheerder Liander is afgeroomd door het netwerkbedrijf Alliander (terwijl er slechts € 85 miljoen werd uitgekeerd aan de aandeelhouders van Alliander), maar dat onduidelijk is wat er met dit geld gebeurd is?
Een netbeheerder die winst maakt heeft twee mogelijkheden om deze winst aan te wenden. De netbeheerder kan de winst herinvesteren in het bedrijf of uitkeren als dividend aan haar aandeelhouders. In het Besluit financieel beheer netbeheerder worden eisen gesteld aan het financieel beheer van een netbeheerder om hiermee te verzekeren dat een netbeheerder niet te grote financiële risico’s loopt en zodoende altijd zijn wettelijke taken kan uitvoeren. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) houdt toezicht op de naleving van de regels in dit besluit. Binnen deze grenzen is het aan de netbeheerder en de publieke aandeelhouders hoe zij omgaan met de winst. In de context waarin de netbeheerder is afgescheiden van productie, handel en levering en eventuele overige commerciële activiteiten van het netwerkbedrijf waar een netbeheerder onderdeel van uit maakt zijn begrensd, acht ik deze waarborgen voor de bescherming van de netten en de netbeheerder voldoende. Daarom zie ik geen reden om mij zorgen te maken over financiële risico’s voor de netbeheerder Liander. Overigens ga ik ervan uit dat een publiek bedrijf zoals Alliander zo transparant mogelijk is in de verslaglegging.
In hoeverre is deze constructie in strijd is met het streven naar het creëren van een vette netbeheerder? Deelt u de mening dat op deze manier een vet netwerkbedrijf wordt gecreëerd en in hoeverre acht u dat in het licht van de oorspronkelijke doelstellingen van de Wet Onafhankelijk Netbeheer wenselijk?
In de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet is bepaald dat de netbeheerders zogenoemde «vette netbeheerders» moeten zijn. Meer concreet gaat het erom dat de netbeheerder een belangrijk deel van zijn wettelijke taken zelf uitvoert en ook over de (financiële) middelen moet beschikken om dit goed te doen. Door het creëren van een «vette netbeheerder» wordt het financiële beheer bij de netbeheerder transparanter en wordt de regulering van de efficiëntie en kwaliteit van het netbeheer eenvoudiger en effectiever. Ik heb geen signalen dat netbeheerder Liander niet aan deze eisen voldoet.
Bent u het ermee eens dat het er, op basis van ditzelfde jaarverslag van 2015, op lijkt dat met de dividenden van netbeheerders aan de holdings verliezen in het commerciële domein afgedekt worden? Bent u ook van mening dat dit geen wenselijke ontwikkeling is omdat er sprake is van gemeenschapsgeld?
Op basis van de huidige wet- en regelgeving (artikel 17, tweede en derde lid, Elektriciteitswet en artikel 10b, tweede en derde lid, Gaswet) hebben netbeheerders beperkte ruimte om nevenactiviteiten te verrichten. Het uitgangspunt in de wet- en regelgeving is dat netbeheerders zich focussen op hun kerntaak. Nevenactiviteiten dienen naar aard en omvang ondergeschikt te zijn aan de activiteiten ingevolge de kerntaak. Daarom is de ruimte voor nevenactiviteiten beperkt tot handelingen en activiteiten die op enigerlei wijze betrekking hebben of verband houden met infrastructurele voorzieningen of aanverwante activiteiten.
De netbeheerder mag de winst herinvesteren in de eigen onderneming of uitkeren als dividend aan haar aandeelhouders. Kosten van het netwerkbedrijf mogen echter niet worden toegerekend aan de netbeheerder. Heldere boekhoudkundige eisen in de wet voorkomen dat kosten van het netwerkbedrijf aan de netbeheerder worden toegekend, waardoor deze kosten in de nettarieven terecht zouden komen en er sprake zou zijn van rechtstreekse kruissubsidiëring. Een netbeheerder krijgt alleen tariefruimte voor zijn eigen taken. Het is in eerste instantie aan de accountant en vervolgens aan de ACM om hier toezicht op te houden. De efficiëntiebeoordeling van de netbeheerders binnen de tariefregulering voorkomt ook het significant toerekenen van kosten van het netwerkbedrijf aan de netbeheerder. Immers, indien kosten van het netwerkbedrijf aan de netbeheerder worden toegerekend zal de netbeheerder minder efficiënt uit de vergelijking met andere netbeheerders komen en daardoor geen of beperkt tariefruimte krijgen voor deze extra kosten.
Naast rechtstreekse kruissubsidiëring kan sprake zijn van indirecte kruissubsidiëring. Van indirecte kruissubsidiëring kan sprake zijn indien structureel dividenden uit het netbeheer in het netwerkbedrijf worden gehouden ter bekostiging van de (commerciële) activiteiten binnen het netwerkbedrijf. Ik zie het als de primaire verantwoordelijkheid van de publieke aandeelhouders van netwerkbedrijven om dit in het oog te houden. Graag ga ik met de aandeelhouders van de netwerkbedrijven in gesprek over de afwegingen die zij maken, de effecten die de afwegingen op de energiemarkt kunnen hebben en hoe ik de aandeelhouders eventueel kan ondersteunen om hun rol beter in te kunnen vullen.
Kunt u een overzicht geven van de commerciële activiteiten die door Alliander worden ontplooid en in hoeverre worden die activiteiten gefinancierd vanuit de holding?
Het jaarverslag van Alliander bevat een volledig overzicht van de dochterondernemingen en deelnemingen van Alliander. Daar kan het volgende overzicht van activiteiten aan worden ontleend3:
– Aanleg en onderhoud hoogspanningsnetten en andere complexe netinfrastructuur (Liandon en Reddyn);
– Meetdiensten voor grootzakelijke afnemers (Kenter);
– Datacommunicatie ter ondersteuning van netbeheer activiteiten (Telecom en CDMA-utilities);
– Ontwikkeling en beheer van laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer (Allego);
– Aanleg en beheer van duurzame energie-infrastructuurprojecten, in de vorm van warmte- en biogasnetten (Alliander duurzame gebiedsontwikkeling);
– Aannemingsbedrijf van kabel- en leidingwerken (Stam Heerhugowaard);
– Dienstverlening voor openbare verlichting (Ziut);
– Advisering van woningeigenaren over energiebesparingsmaatregelen (HOOM);
– Beheer van openbare platforms voor uitwisseling van energiedata (MPare);
– Ontwikkeling van software oplossingen gericht op afstemming van productie en verbruik (EXE);
– Ontwikkeling van software oplossingen voor ondersteuning van het beheer van lokale netten (ZOWN);
– Het ondersteunen en begeleiden van regionale en lokale samenwerkingsverbanden om een overstap te kunnen maken naar duurzame energie (Locol);
– Het stimuleren en ontwikkelen van open IT-protocollen en open standaarden voor smart grids (Smart Society Services).
De externe financiering van alle activiteiten van Alliander vindt centraal plaats door de Holding (Alliander N.V.). De financiering van groepsmaatschappijen vindt intern plaats via een rekening-courant verhouding, waarbij overeenkomsten worden afgesloten tussen Alliander N.V. en de betreffende groepsmaatschappij(en). De voorwaarden en rentecondities worden jaarlijks bepaald op marktconforme condities.
Bent u het ermee eens dat door dit soort praktijken sprake is van kruissubsidiëring van commerciële activiteiten?
Onderkent u het feit dat aandeelhoudende gemeenten en provincies totaal geen zicht hebben op de vraag waar netwerkbedrijven hun geld in steken en wat zij hierdoor aan dividend mislopen? Zo ja, wat gaat u eraan doen om meer «awareness» hieromtrent te creëren? Zo nee, hoe kunnen deze aandeelhouders dan toestaan dat zij zoveel dividend mislopen?
De Nederlandse regionale netwerkbedrijven zijn in handen van Nederlandse decentrale overheden. Als aandeelhouders hebben zij een belangrijke rol in het toezien op de activiteiten van het netwerkbedrijf en van de netbeheerder die daar onderdeel van uitmaakt. De aandeelhouders maken een eigenstandige afweging waar en waarin het best geïnvesteerd kan worden, rekening houdend met de wettelijke kaders, publieke belangen (zoals waardebehoud, de kwaliteit van de netwerken en werkgelegenheid) en de financiële risico’s van investeringen. Zoals ik in het antwoord op vraag 4 heb aangegeven, ga ik graag met de aandeelhouders van netwerkbedrijven in gesprek.
Wat gaat u doen aan het feit dat er geen gevolg wordt gegeven aan de oproep van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) aan de netwerkbedrijven «om transparant te zijn over hun activiteiten»?4
Hoe gaat u, in voorbereiding op het wetsvoorstel Voortgang Energietransitie, volledig tegemoetkomen aan het advies van de ACM «om activiteiten door netwerkbedrijven te beperken, die net zo goed of nog beter door de markt zouden kunnen worden uitgevoerd»?5
De huidige wet- en regelgeving biedt een kader om commerciële activiteiten van netwerkbedrijven, die niet verwant zijn aan netbeheer of infrastructurele activiteiten, te voorkomen. In het wetsvoorstel Voortgang Energietransitie wordt daarnaast een verbetering voorgesteld voor de afbakening van activiteiten van netwerkbedrijven ten opzichte van andere bedrijven enerzijds en binnen een netwerkbedrijf ten opzichte van de werkzaamheden van de netbeheerder anderzijds. Dit draagt bij aan een goede voedingsbodem voor de energietransitie en voorkomt marktverstorend gedrag. De kern van de afbakening is dat de activiteiten van netwerkbedrijven zich beperken tot infrastructurele activiteiten. Hiermee kan de expertise en ervaring van netwerkbedrijven goed worden benut en is tegelijkertijd helder dat andere activiteiten, zoals energiediensten en besparingsadviezen, aan de markt zijn. Door sommige partijen wordt een grote rol van netwerkbedrijven in de energietransitie geopperd, omdat de netwerkbedrijven een solide financiële positie hebben en mogelijk genoegen zouden nemen met een lager rendement. De keerzijde is dat wanneer marktpartijen vrezen voor concurrentie van een dergelijke partij, zij terughoudend zullen zijn met investeringen. Een grotere rol voor netwerkbedrijven kan dan averechts werken en de energietransitie afremmen. Het wetsvoorstel Voortgang Energietransitie zal binnenkort bij uw Kamer worden ingediend.
Ziet u gelijkenis van deze marktverstorende, risicovolle commerciële investeringen van deze semi-publieke netwerkbedrijven met de werkwijze van woningcorporaties voordat de Parlementaire Enquêtecommissie Woningcorporaties werd ingesteld?
Voor de netbeheerders zie ik geen vergelijkbare situatie. Netbeheerders zijn afgescheiden van productie, handel en levering en ook andere commerciële activiteiten binnen de groep zijn begrensd. Kosten van het netwerkbedrijf mogen niet worden toegerekend aan de netbeheerder en er zijn maatregelen getroffen om risicovolle commerciële investeringen niet te laten terugslaan op de netbeheerder. Om financiële risico’s te voorkomen zijn in het Besluit financieel beheer netbeheerder eisen gesteld aan het financieel beheer van een netbeheerder om hiermee te verzekeren dat een netbeheerder niet te grote financiële risico’s loopt en zodoende altijd zijn wettelijke taken kan uitvoeren.
De activiteiten van Allego, Mpare, HOOM en EXE zijn recent beoordeeld door de toezichthouder ACM. De resultaten daarvan zijn te raadplegen op https://www.acm.nl/nl/publicaties/publicatie/15461/ACM-sluit-onderzoek-naar-activiteiten-laadpaalaanbieder-Allego-af/ en https://www.acm.nl/nl/download/publicatie/?id=15733
https://www.acm.nl/nl/publicaties/publicatie/15734/Alliander-mag-nevenactiviteiten-voortzetten/
Rondetafelgesprek in de Tweede Kamer over de rol van netbeheerders op 19 maart 2015; bijdrage directeur Energie van de Autoriteit Consument & Markt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-29.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.