Vragen van de leden Oosenbrug en Groot (beiden PvdA) aan de Minister van Veiligheid en Justitie en de Staatssecretaris van Financiën over een datalek bij de Belastingdienst (ingezonden 23 september 2016).

Mededeling van Staatssecretaris Wiebes (Financiën) (ontvangen 26 oktober 2016).

Vraag 1

Kent u het bericht «Belastingdienst had datalek moeten melden»?1

Vraag 2

Bevat dit bericht feitelijke onjuistheden ten aanzien van de aard van het datalek? Zo ja, welke?

Vraag 3

Doet de Autoriteit Persoonsgegevens onderzoek naar het genoemde datalek? Zo ja, wat is de stand van zaken van dat onderzoek? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Deelt u de mening dat het lekken van onversleutelde persoonlijke gegevens van particulieren, waaronder het burgerservicenummer en informatie van de Kamer van Koophandel risico’s voor de betrokken belastingplichtigen kan opleveren en mogelijk schade tot gevolg kan hebben? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Deelt u de mening van de in het bericht genoemde hoogleraar dat de Belastingdienst de betrokken belastingplichtigen individueel had moeten informeren over het datalek en dat de Belastingdienst door dat niet te doen de Wet bescherming persoonsgegevens heeft overtreden? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Deelt u de mening van de genoemde hoogleraar dat er bij de Belastingdienst «geen enkel zicht is op de omvang van het lek»? Zo ja, waarom en wat gaat u doen om er voor te zorgen dat de Belastingdienst voortaan zorgvuldiger met dergelijke risico’s om zal gaan? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Waarom werden wel alle belastingconsulenten in Nederland op de hoogte van het datalek gesteld?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat ik de vragen van de leden Oosenbrug en Groot (beiden PvdA) over een datalek bij de Belastingdienst (ingezonden op 23 september 2016, met kenmerk 2016Z17224) niet binnen de door u gestelde termijn kan beantwoorden. De beantwoording van deze Kamervragen vergt nadere afstemming.

Ik verwacht de vragen op korte termijn te kunnen beantwoorden.

Naar boven