Vragen van het lid Koopmans (VVD) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het artikel «Dubieuze gluurcamera gewoon te koop via Amazon» (ingezonden 8 augustus 2017).

Antwoord van Minister Blok (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 18 september 2017).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Dubieuze gluurcamera gewoon te koop via Amazon»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kan en zal u de verspreiding van deze gluurcamera en soortgelijke producten die bedoeld zijn om de intimiteit en het privéleven van mensen (de horizontale privacy) te schenden, tegen gaan?

Antwoord 2

Naar mijn mening biedt de huidige wetgeving voldoende mogelijkheden om misbruik van dergelijke apparatuur tegen te gaan. Ik zie vooralsnog geen aanleiding om aanvullende maatregelen te treffen.

Zo verbiedt artikel 441a van het Wetboek van Strafrecht (Sr) het maken van reclame voor afluister- en opneemapparatuur. Daarnaast is het gebruik van dergelijke apparatuur en het ter beschikking hebben of bekendmaken van hiermee verkregen gegevens strafbaar gesteld in de artikelen 139a tot en met 139e Sr. Heimelijk filmen alsmede het beschikken over heimelijk gemaakt filmmateriaal of het openbaar maken hiervan is strafbaar op grond van de artikelen 139f Sr, 139g en 441b Sr. Bij overtreding van een van deze bepalingen kan het openbaar ministerie besluiten tot vervolging over te gaan.

Bij handelen in strijd met de Wet bescherming persoonsgegevens, bijvoorbeeld doordat de opgenomen beelden en/of gesprekken onrechtmatig worden verwerkt, al dan niet door publicatie op een website, kan bestuursrechtelijke handhaving door de Autoriteit persoonsgegevens volgen.

Het publiceren van camerabeelden zonder toestemming van de geportretteerde kan, indien deze een redelijk belang heeft, leiden tot civielrechtelijke of strafrechtelijke aansprakelijkheid wegens schending van het portretrecht op grond van de artikelen 21 en 35 Auteurswet.

Vraag 3

Deelt u de zorg dat de vercommercialisering van spionageapparatuur het dagelijks vertrouwen van mensen op een persoonlijke levenssfeer ondermijnt?

Antwoord 3

Ja. In dit verband verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 5 van uw eerdere vragen inzake spionagesoftware van 7 april 2017 (Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nr. 1950), waarin is gemeld dat het kabinet met betrekking tot spionagesoftware en soortgelijke middelen investeert in samenwerking met de private sector in nationale trajecten die specifiek gericht zijn op de ontwikkeling van preventieve maatregelen, zoals abuse-bestrijding, veilige hard- en software, en veilige standaarden.

Vraag 4

Bent u bereid om in het kader van de al geagendeerde rondetafelgesprekken met de Kamer samen te werken aan een grondigere en strengere bescherming van de horizontale privacy?

Antwoord 4

Hiervoor verwijs ik naar mijn vorige antwoord. In aanvulling hierop merk ik op dat de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), die met ingang van 25 mei 2018 de Wet bescherming persoonsgegevens vervangt, een belangrijke aanscherping kent wat betreft de hoogte van op te leggen boetes bij het niet naleven van de privacyregels.

Naar boven