Vragen van het lid Sjoerdsma (D66) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Zelf taal leren en integreren mislukt» (ingezonden 11 juli 2016).

Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 26 oktober 2016).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht in Binnenlands Bestuur «Zelf taal leren en integreren mislukt»?1

Antwoord vraag 1

Inburgering is een belangrijk instrument voor nieuwkomers in ons land om de Nederlandse taal te leren, kennis op te doen over de Nederlandse samenleving en om zich te oriënteren op de Nederlandse arbeidsmarkt zodat ze kunnen participeren in de Nederlandse samenleving. Zoals ik tijdens het VAO inburgering van 27 juni jl. heb gezegd hebben we gezien dat de resultaten van de eerste groep die in 2013 onder de aangepaste wet inburgering viel tegenvallen. Op dit moment wordt onderzocht wat de redenen zijn waardoor inburgeraars niet slagen voor het inburgeringsexamen. Dit onderzoek volgt in het najaar.

Vraag 2

Klopt het dat vluchtelingen gemiddeld 6.000 tot 6.500 euro lenen, terwijl ROC’s (regionale opleidingscentra) vroeger 3.500 euro kregen voor een traject dat opleidt voor het inburgeringsexamen?

Antwoord vragen 1 & 2

Inburgeraars hebben in principe drie jaar de tijd om te voldoen aan hun inburgeringsplicht. Gedurende deze periode kunnen zij uit hun lening de kosten van opleiding en examens betalen. Naarmate een inburgeraar langer bezig is, neemt het gemiddelde geleende bedrag toe. Asielmigranten die in 2013 een lening toegekend hebben gekregen, hebben gemiddeld 5.774 euro per persoon geleend (peildatum 1 juli 2016). Het bedrag dat ROC’s vroeger kregen was afhankelijk van het vooropleidingsniveau van de inburgeraar en varieerde tussen de 3.500 en 7.000 euro.

Vraag 3

Hoe verklaart u dit verschil in prijs van inburgeringstrajecten onder de oude en de nieuwe Wet Inburgering?

Antwoord vraag 3

Deze cijfers geven een eerste indicatie van de kosten van inburgeringstrajecten onder de nieuwe Wet Inburgering. Dit omdat een groot deel van de groep nog niet het examen heeft gehaald. Eventuele verschillen in prijs kunnen worden verklaard door verschillende factoren (de vooropleiding van de doelgroep, ander stelsel etc.). Het is nu nog te voorbarig om hier conclusies over te trekken.

Vraag 4

Kunt u uiteenzetten in een tabel hoeveel door het Rijk uitgegeven wordt aan kwijtschelding van DUO-leningen aan ingeburgerde asielmigranten? Hoe verhoudt dit zich tot de kosten van inburgeringstrajecten van vóór de Wet Inburgering 2013?2

Antwoord vraag 4

Tabel: Aantal kwijtgescholden schulden van asielmigranten per jaar (bron DUO)

Jaar

Aantal

Totaalbedrag

Gem bedrag

2014

     
       

Inburgeringsexamen gehaald

15

43.384

2.892

NT2 examen gehaald

1

181

181

Ontheven

1

2.051

2.051

Geheel vrijgesteld

0

0

0

       

Totaal

17

45.616

2.683

Jaar

Aantal

Totaalbedrag

Gem bedrag

2015

     
       

Inburgeringsexamen gehaald

218

784.051

3.597

NT2 examen gehaald

37

105.507

2.852

Ontheven

4

11.836

2.959

Geheel vrijgesteld

5

6.410

1.282

       

Totaal

264

907.803

3.439

Jaar

Aantal

Totaalbedrag

Gem bedrag

2016

     
       

Inburgeringsexamen gehaald

311

1.416.834

4.556

NT2 examen gehaald

78

382.930

4.909

Ontheven

8

34.358

4.295

Geheel vrijgesteld

10

27.957

2.796

       

Totaal

407

1.862.079

4.575

De kwijtgescholden bedragen zijn inclusief de in rekening gebrachte rente.

Deze cijfers betreffen slechts het deel van de groep asielmigranten die het examen heeft gehaald, een ontheffing heeft of geheel is vrijgesteld. Het is op basis hiervan nog niet mogelijk om conclusies te trekken over de gehele groep.

Ontheffing op basis van medische gronden kan op dag 1 van de inburgeringverplichting worden aangevraagd. Andere ontheffingen zoals AVI (Aantoonbaar Voldoende Ingeburgerd) en AGI (Aantoonbaar Geleverde Inspanning) kunnen vaak pas tijdens het inburgeringtraject worden aangevraagd.

Met betrekking tot de vrijstellingen is het mogelijk dat inburgerinsplichtigen vrijgesteld worden nadat zij begonnen zijn met een inburgeringscursus. Hiervan is bijvoorbeeld sprake wanneer simultaan een NT2 cursus en het MBO wordt gevolgd. Wanneer de inburgeringsplichtige slaagt voor zijn MBO diploma, dan wordt hij/zij vrijgesteld van inburgeren. Om die reden is het mogelijk dat individuen die vrijgesteld dan wel ontheven zijn van hun inburgeringsplicht, toch kosten hebben gemaakt.

Het gemiddelde geleende bedrag stijgt met de jaren. Dit komt waarschijnlijk omdat onder het eerste jaar, 2014, vooral degenen vallen die snel slaagden. Zij hadden minder cursusuren nodig wat resulteert in een lagere lening. In de jaren 2015 en 2016 slaagden de mensen die vermoedelijk meer cursusuren nodig hadden en daardoor meer geld hebben geleend.

Uit een vergelijking tussen het oude en het nieuwe stelsel blijkt dat er in het nieuwe stelsel in meer examenonderdelen examen moet worden gedaan. In het oude stelsel ging het om de Toets Gesproken Nederlands, het Elektronisch praktijkexamen en het praktijkexamen. In het nieuwe stelsel gaat het om lezen, luisteren, spreken en schrijven, en Kennis van de Nederlandse Maatschappij en Oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt. In het nieuwe stelsel moeten kandidaten zich op 3 examenonderdelen meer voorbereiden. Dit kost extra tijd en geld.

Vraag 5

Klopt het dat het huidige systeem twee keer zoveel kost per inburgeraar dan het vorige? Wat betekent dat voor de totale meerkosten?

Antwoord vraag 5

Sinds 1 januari 2013 is de wet inburgering aangepast. De financiering van inburgerings- en taalcursussen vindt plaats door middel van een lening die via DUO wordt afgesloten en die dient terugbetaald te worden. Asielmigranten die binnen drie jaar hun inburgeringsexamen halen wordt deze lening kwijtgescholden. Asielmigranten die het inburgeringsexamen niet binnen drie jaar halen alsmede gezinsmigranten moeten het geleende bedrag met rente terugbetalen.

In september volgt het onderzoek naar de redenen waarom de inburgeringsresultaten van de eerste groep inburgeraars die in 2013 onder de aangepaste wet inburgering vielen tegenvallen en wat hieraan gedaan kan worden. In dit onderzoek zal ook gekeken worden naar de kosten van inburgering in het huidige stelsel. Hierbij dienen op voorhand wel twee voorbehouden gemaakt te worden. Allereerst zijn de kosten van inburgeringstrajecten slechts een eerste indicatie omdat een groot deel van de groep het inburgeringsexamen nog niet heeft gehaald. Ten tweede verschilden de beide stelsels in meerdere opzichten van elkaar waardoor een precieze vergelijking lastig is.

Naar boven