Vragen van het lid Bergkamp (D66) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over ondersteuning thuis voor mensen met dementie (ingezonden 17 augustus 2017).

Antwoord van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 11 september 2017).

Vraag 1

Kent u het artikel «Laat me niet achter»? Zo ja, in hoeverre herkent u zich in de afgegeven signalen?1

Antwoord 1

Ja, ik ken het artikel «Laat me niet achter». Kort samengevat zijn de doelstellingen van de hervorming van zorg en ondersteuning: dichter bij de mensen, met hogere kwaliteit en binnen financieel houdbare kaders. Kijkend en luisterend naar het enthousiasme bij gemeenten, professionals en burgers zie ik ook hoe de nieuwe verhoudingen tot een nieuwe praktijk leiden. Nieuwe samenwerkingsvormen tussen medisch en niet-medische professionals dragen bij aan levensbrede ondersteuning die essentieel is om langer thuis te kunnen blijven wonen. Initiatieven van burgers krijgen een meer prominente plek waardoor de maatschappij meer betrokken is en ook de kosten worden beheerst. Ook de klanttevredenheidsonderzoeken uit 2015 laten een positieve tendens zien. Gemiddeld scoort 69 tot 80 procent positief op Wmo-onderdelen als toegang, onderzoek of ondersteuning. Tegelijkertijd zijn we er nog niet en zetten we gezamenlijk in op een verdergaande voor mensen merkbare verbetering van de zorg en ondersteuning. Daar zijn alle betrokken partijen druk mee bezig, zoals blijkt uit onder andere de voortgangsrapportages over de Wmo, de voortgang met betrekking tot mantelzorg en onafhankelijke cliëntondersteuning en voortgang van waardigheid en trots.

Vraag 2

Waar kunnen mensen terecht voor zorg en ondersteuning, zoals in het artikel omschreven, die te zwaar worden bevonden voor zorg vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) maar nog niet naar een verpleeghuis willen?

Antwoord 2

Mensen die thuis wonen kunnen een meer complexe zorgvraag hebben, die niet alleen met behulp van ondersteuning vanuit de Wmo kan worden opgelost. Deze mensen maken daarom aanspraak op wijkverpleging en casemanagement vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw). Casemanagement kan hierbij een bijdrage leveren aan het organiseren van de zorg in de thuissituatie en het begeleiden van de cliënt en zijn familie bij het omgaan met het ziekteproces. Dit in combinatie met persoonlijke verzorging en verpleging van een wijkverpleegkundige, maakt het mogelijk dat bijvoorbeeld ook mensen met dementie langer thuis kunnen blijven wonen. Wanneer de zorgvraag nog verder toeneemt, en iemand voldoet aan de criteria voor een indicatie uit de Wet langdurige zorg (Wlz), is het mogelijk dat diegene aan huis zorg ontvangt via een Modulair of Volledig Pakket Thuis (MPT/VPT). Deze leveringsvorm kan een uitkomst bieden voor mensen die wel Wlz-zorg nodig hebben, maar nog niet naar een verpleeghuis willen. De zorg moet dan naar het oordeel van het zorgkantoor verantwoord en doelmatig zijn.

Vraag 3

Welke instrumenten heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft om toezicht te houden op zorg en ondersteuning vanuit gemeenten? Kunt u aangeven of er, en zo ja welke, stappen nodig zijn om de transparantie bij gemeenten te vergroten om het toezicht op de Wmo-verplichtingen (beter) te kunnen controleren?

Antwoord 3

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft geen toezichthoudende rol voor de uitvoering van de Wmo. De gemeente wijst een Wmo-toezichthouder aan op basis van artikel 6.1 van de Wmo 2015. Deze houdt toezicht op de kwaliteit van de uitvoering van de Wmo. Over de uitvoering van de Wmo vindt verder horizontale verantwoording plaats aan de gemeenteraad. Ik heb geen signalen gekregen dat de transparantie bij gemeenten vergroot moet worden.

Vraag 4 en 5

Op welke wijze is er uitvoering gegeven aan de motie-Bergkamp om in overleg te gaan met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) over het verspreiden van bewezen effectieve methodes voor ondersteuning voor mensen met dementie en hun mantelzorgers?2

Zullen er samen met de VNG vervolgstappen gezet worden om mensen met dementie en hun mantelzorgers zo adequaat mogelijk te ondersteunen? Zo ja, welke stappen zijn dit? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4 en 5

Om ervoor te zorgen dat mensen met dementie en hun mantelzorgers optimaal worden ondersteund, heb ik dit jaar verschillende acties in gang gezet:

  • We helpen samenwerkende professionals van verschillende disciplines vanuit het verbeterprogramma «Dementiezorg voor Elkaar» in de praktijk. Zodat zij knelpunten oplossen bij het organiseren van zorg en ondersteuning voor mensen met dementie.

  • Voor de zomer sprak ik met de actieplanpartijen af dat er een bestuurlijk vervolg komt op het Actieplan casemanagement. Het wegwerken van bestaande wachtlijsten en het zorgen dat casemanagement structureel voldoende beschikbaar is, vormt een belangrijk onderdeel van dit vervolgtraject.

  • Na NZa voert op dit moment een aantal acties uit. Ten eerste is de NZa begin september van dit jaar gestart met een meldactie voor mensen met dementie en hun mantelzorgers die langer dan zes weken op casemanagement wachten. Wanneer blijkt dat de zorgverzekeraars hun zorgplicht niet nakomen, spreekt de NZa hen hierop aan. Ten tweede zet de NZa een structurele registratie van wachtlijsten en wachttijden voor casemanagement op, waarbij zij regio’s met hoge wachtlijsten ondersteunen in het wegwerken hiervan. Ten derde monitort de NZa tijdens het contracteerproces voor 2018 of zorgverzekeraars de gemaakte inkoopafspraken uit het actieplan casemanagement nakomen.

  • Vanuit de Wmo bestaan al veel vormen van ondersteuning voor mantelzorgers. Zo kan onafhankelijke cliëntondersteuning bij een voorstadium van beginnende dementie een goede voorloper zijn op casemanagement. Verder zijn er voor mantelzorgers respijtvoorzieningen, een aanbod aan cursussen en trainingen en Alzheimercafés waar mantelzorgers hun ervaringen kunnen delen. Belangrijk is dat de ondersteuningsmogelijkheden goed bekend zijn en tijdig worden ingezet. In de aanstaande voortgangsrapportage Wmo van dit najaar zal ik nader ingaan op de voortgang.

  • De VNG zal op haar website en middels nieuwsberichten bewezen effectieve methodes voor ondersteuning voor mensen met dementie en hun mantelzorgers verspreiden. Ik rapporteer hierover in de eerstvolgende brief voortgang Actieplan casemanagement dementie.

Naar boven